ECLI:NL:RBOBR:2023:1852
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor brandstichting met gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar
Op 19 april 2023 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van brandstichting in zijn flatwoning te Eindhoven op 25 september 2021. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk brand heeft gesticht door een molotovcocktail in de badkamer van zijn woning te gooien, wat leidde tot gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor andere bewoners van het appartementencomplex. De rechtbank verwierp het alternatieve scenario van de verdachte dat iemand anders verantwoordelijk was voor de brandstichting. De rechtbank legde een maximale taakstraf op van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaren met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank overwoog dat brandstichting in een woning een ernstig delict is, vooral vanwege de risico's voor andere personen. De verdachte had geen openheid van zaken gegeven over zijn motieven en zijn gedrag werd als geraffineerd en gevaarlijk beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde straffen passend waren, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn mentale kwetsbaarheid en de begeleiding die hij ontvangt. De vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard vanwege gebreken in de formaliteiten.