In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 13 april 2023 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van een minderjarige, geboren op 2 augustus 2006. De minderjarige, verder aangeduid als [minderjarige], heeft een brief geschreven aan de rechter waarin hij verzoekt om de benoeming van een bijzondere curator. Dit verzoek is gedaan in het kader van zijn zorgen over de toekomst, vooral met betrekking tot zijn woonsituatie en het gezag van zijn vader, die ernstig ziek is. De ouders van [minderjarige] zijn gescheiden en hij woont momenteel bij de pleegouders, de ouders van zijn vriendin.
De rechtbank heeft in de procedure gesprekken gevoerd met de minderjarige, zijn ouders, de pleegouders en de raad voor de kinderbescherming. Er is een duidelijke belangenstrijd tussen de ouders en de minderjarige, vooral over waar hij zal wonen en wie belangrijke beslissingen over hem zal nemen. De raad voor de kinderbescherming heeft geadviseerd om pleegzorg in te zetten, wat door alle betrokkenen als een goede oplossing wordt gezien. De rechtbank heeft vastgesteld dat er behoefte is aan een bijzondere curator die de belangen van de minderjarige kan behartigen en een plan kan maken voor zijn toekomst.
De rechtbank benoemt [naam advocaat] als bijzondere curator en vraagt deze om binnen acht weken een verslag op te stellen. De bijzondere curator moet gesprekken voeren met de minderjarige, zijn ouders, de pleegouders en eventueel andere betrokkenen. De rechtbank houdt de zaak pro forma aan tot het verslag en de reacties zijn ontvangen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken door mr. G. Aarts, rechter en kinderrechter, op 13 april 2023.