ECLI:NL:RBOBR:2023:1580

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
11 april 2023
Publicatiedatum
7 april 2023
Zaaknummer
01/217615-22
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijk geweld gepleegd tijdens Paaspop 2022 met meerdere slachtoffers

In deze zaak heeft de politierechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 11 april 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan openlijk geweld tijdens het festival Paaspop in 2022. De verdachte, die onder invloed van alcohol verkeerde, heeft drie slachtoffers gemaakt door hen te slaan en met geweld tegen een hek te duwen. De politierechter heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 150 uren, waarvan 50 uren voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Aan het voorwaardelijke gedeelte zijn bijzondere voorwaarden gekoppeld, waaronder een meldplicht en deelname aan een gedragsinterventie gericht op cognitieve vaardigheden. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de politierechter heeft geoordeeld dat de verdachte hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade die door zijn handelen is veroorzaakt. De politierechter heeft de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] toegewezen tot respectievelijk € 2.037,99, € 2.155,04 en € 1.159,13, vermeerderd met wettelijke rente. De uitspraak benadrukt de ernst van het gepleegde geweld en de impact daarvan op de slachtoffers, evenals de noodzaak van een passende straf en schadevergoeding.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.217615.22
Datum uitspraak: 11 april 2023
Verkort vonnis van de politierechter Oost-Brabant, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2004,
wonende te [adres 1] .
Dit vonnis is op tegenspraak
gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 28 maart 2023.
De politierechter heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte en de benadeelde partijen naar voren is gebracht
.

De tenlastelegging.

hij, op of omstreeks 18 april 2022 te Schijndel, gemeente Meierijstad
openlijk, te weten aan de [adres 2] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon of meer personen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , welk geweld bestond uit het
- meermaals, althans eenmaal, met de (vlakke) hand en/of (gebalde) vuist(en) slaan tegen/op het gezicht en/of het hoofd en/of bovenlichaam, althans tegen het lichaam, van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , en/of
- vastpakken en/of (met kracht) tegen een hek duwen en/of tegen een hek aanzetten van die [slachtoffer 2] , en/of
- met kracht een kopstoot geven tegen de neus van die [slachtoffer 1] .
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De politierechter is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Het bewijs.

Inleiding
Het gaat in deze zaak om een vechtpartij na afloop van het festival Paaspop 2022. Daarbij hebben de slachtoffers letsel opgelopen.
Standpunten officier van justitie en raadsman
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde openlijke geweldpleging. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat er tot een bewezenverklaring kan worden gekomen. Daarbij heeft hij, met name in relatie tot de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] , een nuance aangevoerd in die zin dat het feitencomplex eigenlijk ziet op twee opeenvolgende momenten van geweldpleging. De officier van justitie heeft zich in dat licht op het standpunt gesteld dat het weliswaar gaat om twee momenten, maar dat deze momenten elkaar snel opvolgden. Daarbij is verwezen naar de aangiftes van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] [slachtoffer 2] en de getuigenverklaringen van [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] . Daaruit blijkt dat het geweld telkens uit dezelfde groep afkomstig was en het initiatief van die groep uitging.
Oordeel politierechter
De politierechter sluit zich aan bij het hiervoor weergegeven standpunt van de officier van justitie. Uit de verklaringen van onder meer [getuige 1] en Van [getuige 2] blijkt dat er in feite sprake was van een korte achtervolging na het eerste geweldsmoment bij het hek. Bij deze achtervolging hebben andere personen zich aangesloten.
Van een duidelijk terugtrekken door de verdachte is geen sprake. In strafrechtelijke zin zijn alle de tenlastegelegde handelingen daarom aan verdachte toe te rekenen. Dat geldt ook voor wat betreft [slachtoffer 3] , die geslagen is toen zij haar vriend [slachtoffer 2] trachtte te beschermen tegen het jegens hem toegepaste geweld en- door haar gerechtvaardigde tussenkomst- zelf ook klappen heeft opgelopen.
De politierechter acht het tenlastegelegde derhalve bewezen op grond van de bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit verkorte vonnis zullen worden opgenomen. De politierechter heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.

De bewezenverklaring.

De politierechter acht, op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de bewijsmiddelen, wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte
hij, opof omstreeks18 april 2022 te Schijndel, gemeente Meierijstad
openlijk, te weten aan de [adres 2] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen eenpersoon of meerpersonen, te weten [slachtoffer 1] en/of[slachtoffer 2] en/of[slachtoffer 3] , welk geweld bestond uit het
- meermaals,althans eenmaal,met de (vlakke) hand en/of (gebalde) vuist(en) slaan tegen/op het gezicht en/of het hoofd en/of bovenlichaam, althans tegen het lichaam, van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , en/of
- vastpakken en/of (met kracht) tegen een hek duwen en/oftegen een hek aanzetten van die [slachtoffer 2] , en/of
- met kracht een kopstoot geven tegen de neus van die [slachtoffer 1] .

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte wordt opgelegd een taakstraf van 150 uren waarvan 50 uren voorwaardelijk. Aan het voorwaardelijke gedeelte dienen bijzondere voorwaarden te worden gekoppeld, te weten een meldplicht, een gedragsinterventie cognitieve vaardigheden.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft, bij een integrale bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, aangegeven zich te kunnen vinden in een deels voorwaardelijke taakstraf.
Het oordeel van de politierechter.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de politierechter gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit betrekt de politierechter het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de politierechter bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De politierechter heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich, terwijl hij onder invloed van alcohol verkeerde, schuldig gemaakt aan openlijk geweld afloop van het festival Paaspop. Wat voor iedereen een leuk evenement had moeten worden, zeker zo kort na de coronajaren, is voor sommigen ontaard in een nare gebeurtenis. Door het geweld dat door verdachte en zijn mededaders is gebruikt, hebben slachtoffers letsel opgelopen. Enkelen van hen ondervinden, zoals is gebleken uit het verhandelde ter terechtzitting, nog altijd de psychische gevolgen die het geweld bij hen teweeg heeft gebracht. Dergelijk zinloos uitgaansgeweld heeft echter niet alleen gevolgen voor de slachtoffers, maar draagt ook bij aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving als geheel. Iedereen moet onbekommerd naar een festival kunnen gaan en het zou een vanzelfsprekendheid moeten zijn dat eenieder - zonder geconfronteerd te worden met dergelijk zinloos geweld - weer veilig huiswaarts kan keren. De politierechter is dan ook van oordeel dat sprake is van een ernstig strafbaar feit.
Bij de beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf van dit ernstige feit heeft de politierechter aansluiting gezocht bij de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf.
Voor een openlijke geweldpleging met lichamelijk letsel ten gevolge hebbend wordt bij een first offender, waarvan in het onderhavige geval sprake is, een onvoorwaardelijke taakstraf voor de duur van 120 uren aanbevolen.
De politierechter heeft daarnaast gelet op het omtrent verdachte uitgebrachte reclasseringsrapport van 15 maart 2023 waaruit volgt dat het delictgevaar wordt ingeschat als laag en het recidiverisico op letselschade wordt ingeschat als gemiddeld. Verdachte komt vaker in risicovolle situatie sterecht, calculeert de consequenties in en neemt deze voor lief. De reclassering heeft vooral zorgen omtrent het psychosociaal functioneren van verdachte; het zich laten leiden door nieuwsgierigheid en spanning en het niet uit de weg gaan van confrontaties verhoogt volgens de reclassering het risico op geweld. Daarnaast is het functioneren van verdachte in een groep en de mate waarin hij zich door anderen laat leiden een aandachtspunt. Inmiddels lijkt verdachte echter andere keuzes te maken, hetgeen door de reclassering als positief wordt bevonden . Verdachte werkt en is voornemens om in september 2023 weer een opleiding te starten. De reclassering acht een cognitieve vaardigheidstraining van belang is om het risico op geweld/letselschade te verkleinen.
Alles afwegende acht de politierechter een taakstraf voor de duur van 150 uren waarvan 50 uren voorwaardelijk passend en geboden. Daarmee volgt de politierechter de eis van de officier van justitie. Het voorwaardelijke gedeelte legt de politierechter op om verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De politierechter zal aan dit voorwaardelijke gedeelte van de op te leggen straf na te noemen bijzondere voorwaarden koppelen waarmee het recidivegevaar nog verder kan worden teruggebracht.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard zich aan deze voorwaarden te zullen houden.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]

De vordering van de benadeelde partij
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van in totaal € 31.874,23. Dit bedrag bestaat uit € 26.374,23 aan materiële schade en
€ 5.500,- aan immateriële schade,. De onderscheidenlijke posten zijn uitgewerkt in een ‘voorlopige schadestaat’. Voorts is verzocht om een vergoeding van de proceskosten bestaande in kosten ter vaststelling van de schade ad € 796,- en twee punten conform het geldende liquidatietarief. Ter terechtzitting heeft de benadeelde partij de vordering toegelicht en verzocht de posten ‘telefoon’, ‘verlies verdienvermogen’, en ‘studievertraging’ en de proceskosten gemoeid in verband met de vaststelling van de schade voor zover geen integrale toewijzing volgt, bij wijze van subsidiair standpunt, niet-ontvankelijk te verklaren.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering daar waar deze ziet op de kosten van geleden materiële schade kan worden toegewezen met uitzondering van de post ‘verlies verdienvermogen’ en de ‘post studievertraging’ nu niet eenvoudig is vast te stellen in hoeverre deze kosten zijn gemaakt in directe relatie tot het bewezen verklaarde feit. Wat betreft de geleden immateriële schade kan de vordering worden toegewezen tot een bedrag van € 750,-.
De toegewezen onderdelen dienen te worden vermeerderd met de wettelijke rente en tevens dient de schadevergoedingsmaatregel te worden opgelegd.
Het standpunt van de verdediging.
Immateriële schade
De raadsman heeft zich, ter zake de gevorderde kosten in verband met geleden immateriële schade, aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie. De ter onderbouwing overgelegde uitspraken passen wat betreft de fysieke en mentale gevolgen niet bij die in de onderhavige zaak. De vordering kan worden toegewezen tot een bedrag van € 750,- waarmee wordt aangesloten bij de gevorderde schade van medebenadeelde [slachtoffer 1] .
Materiële schade
De raadsman heeft in relatie tot de posten zoals opgenomen in de voorlopige schadestaat het volgende aangevoerd:
-
Posten kleding en goederenschade
De raadsman heeft naar voren gebracht dat in de aangifte slechts wordt verklaard over schade aan een broek. Niet blijkt dat sprake is geweest van geleden schade aan overige kledingstukken. Zo er al schade zou zijn aan de verschillende kledingstukken, is deze niet onderbouwd met foto’s. Daar komt bij dat bloed uit kleding is te verwijderen. Mocht er worden vastgesteld dat schade is geleden dient deze schade schattenderwijs te worden gematigd tot een bedrag van
€ 150,- / € 200,-.
Wat betreft de telefoon is onduidelijk of de kapotte telefoon ook daadwerkelijk het type is dat op 26 maart 2021 is aangeschaft en waarvan een bon is overgelegd. Daarbij heeft de raadsman gewezen op verschillen, waaronder de camera, tussen de overgelegde foto van de kapotte telefoon en het type Iphone 12. Bovendien is onduidelijk wie de betreffende telefoon heeft aangeschaft.
-
Posten reiskosten auto/OV
Deze posten zijn niet door de raadsman betwist.
-
Posten medische kosten
De raadsman heeft niet betwist de opgevoerde kosten ter zake het eigen risico en de extra kosten medicijnen. Ter zake de opgevoerde kosten in verband met EMDR therapie á 180,- heeft de raadsman aangevoerd dat de zorgverzekeraar deze kosten niet heeft vergoed omdat niet de juiste gegevens zijn verstrekt voor verwerking, zodat de benadeelde partij ter zake niet ontvankelijk moet worden verklaard dan wel dat de vordering voor dit gedeelte dient te worden afgewezen.
-
Posten persoonlijke verzorging
De raadsman heeft aangegeven dat hij moeite heeft met deze post en verzocht daar kritisch naar te kijken.
-
Post verlies aan verdienvermogen
De raadsman heeft aangevoerd dat deze post onvoldoende is onderbouwd nu het arbeidscontract alsmede loonstrookjes ontbreken. Daarnaast heeft de raadsman opmerkingen gemaakt over het causale verband. Mocht de benadeelde partij desalniettemin in haar vordering kunnen worden ontvangen dan dient dit onderdeel de vordering schattenderwijs te worden gematigd naar € 300/350,-.
-
Posten studievertraging
De raadsman heeft aangevoerd dat meer bewijsstukken nodig zijn om het causale band tussen het bewezenverklaarde en de opgevoerde schade vast te kunnen stellen. Onduidelijk is onder meer hoe de benadeelde partij er voor stond in zijn studie en of er bijvoorbeeld extra kansen waren om vertraging weer in te halen. Dat brengt mee dat de vordering ter zake niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
-
Proceskosten
De raadsman heeft aangevoerd dat slechts een vergoeding dient te volgen conform het laagste punten aantal van het geldende liquidatietarief. Dat komt neer op twee punten (indienen vordering en bijwonen zitting) á € 508,- per punt. Daarnaast kunnen niet tevens kosten worden opgevoerd in verband met het opstellen van de schadestaat, zoals ook volgt uit een recent vonnis van de rechtbank Amsterdam.
Het oordeel van de politierechter
De politierechter heeft bij de beoordeling van de vordering betrokken hetgeen door de procesdeelnemers naar voren is gebracht.
Immateriële schade
De politierechter stelt vast dat de benadeelde partij letsel heeft opgelopen door het handelen van verdachte, waaronder een neusfractuur. De benadeelde partij heeft daarom op grond van artikel 6:106, eerste lid, BW recht op immateriële schadevergoeding.
Bij het bepalen van de hoogte van de immateriële schade heeft de politierechter gelet op alle feiten en omstandigheden. De politierechter zal gelet op het vorenstaande het schadebedrag naar redelijkheid en billijkheid vaststellen op € 750,-. Voor het overige zal de benadeelde partij in haar vordering niet-ontvankelijk worden verklaard.
Materiële schade
-
Posten kleding en goederenschade
Dat in de aangifte slechts wordt gesproken over schade aan de broek brengt niet mee dat niet ook andere kledingstukken, zoals in de vordering vermeld, door bloed - dat doorgaans moeilijk is uit te wassen - beschadigd zijn geraakt door het bewezenverklaarde. Uit de aangifte volgt immers dat het bloed uit de neus van de benadeelde stroomde en dat ook zijn handen onder het bloed zaten. De politierechter acht de gevorderde schade wat betreft de kleding daarom voldoende onderbouwd. De politierechter acht geen termen aanwezig de gevorderde schade op een lager bedrag te schatten zoals verzocht en zal de vordering op dit punt toewijzen zoals gevorderd (Shirt: € 50,-. Broek: € 90,-. Schoenen: € 185,-. Jas: € 150,-.
Totaal: € 475,-.).
Gelet op hetgeen door de raadsman is aangevoerd, zal de politierechter de vordering daar waar deze ziet op de geleden schade aan de telefoon, niet-ontvankelijk verklaren. Nader onderzoek naar de juistheid en omvang van de vordering zou immers een uitgebreide nadere behandeling vereisen, hetgeen niet past binnen het onderhavige strafgeding en aldus een onevenredige belasting oplevert.
-
Posten reiskosten auto/OV
De politierechter zal de vordering op dit punt toewijzen zoals gevorderd (
Totaal:
€ 138,74). Dit deel van de vordering is niet weersproken.
-
Posten medische kosten
De vordering zal daar waar het de niet betwiste posten betreft worden toegewezen, zoals verzocht.
Uit de bij de stukken van de vordering benadeelde partij gevoegde stukken volgt dat de opgevoerde kosten in verband met de EMDR therapie niet zijn vergoed door de verzekeraar. Dit brengt mee dat deze kosten vooralsnog voor eigen rekening van de benadeelde partij zijn gebleven. Ook dit onderdeel van de vordering zal door de politierechter worden toegewezen.
(
Totaal: € 580,-).
-
Posten persoonlijke verzorging
De politierechter zal dit - onbetwiste - gedeelte van de vordering toewijzen zoals gevorderd (Totaal: € 211,30).
-
Post verlies aan verdienvermogen
De politierechter zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren ten aanzien van de posten van de vordering. Van dit gedeelte van de vordering is niet eenvoudig vast te stellen of en in hoeverre deze kosten zijn gemaakt/schade is geleden in directe relatie tot het bewezen verklaarde feit. Nader onderzoek naar de juistheid en omvang van de vordering (in zoverre) zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. De politierechter is van oordeel dat de behandeling van (dit deel van) de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
-
Studievertraging
De politierechter zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren ten aanzien van de posten van de vordering. Van dit gedeelte van de vordering is niet eenvoudig vast te stellen in hoeverre deze kosten zijn gemaakt/schade is geleden in directe relatie tot het bewezen verklaarde feit onder meer aangezien nadere bewijstukken thans ontbreken. Nader onderzoek naar de juistheid en omvang van de vordering (in zoverre) zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. De politierechter is van oordeel dat de behandeling van dit deel van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Totaal toegewezen
De politierechter zal de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 2] ter zake van het bewezenverklaarde toewijzen tot het bedrag van € 2.155,04, vermeerderd met de wettelijke rente. Dat bedrag bestaat uit € 1.405,04 ter zake materiële schade en € 750,- ter zake immateriële schade.
Voor zover de benadeelde partij op onderdelen van de vordering niet-ontvankelijk is verklaard, kunnen deze onderdelen slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De politierechter stelt vast dat verdachte het bewezenverklaarde strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade. Dit betekent dat verdachte niet meer hoeft te betalen voor zover het bedrag door een van de mededaders is betaald, en andersom.
Schadevergoedingsmaatregel.
De politierechter zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de politierechter het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de politierechter bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Proceskosten
Vast is komen te staan dat de benadeelde partij kosten heeft gemaakt ten behoeve van rechtsbijstand. Deze worden als gevorderde proceskosten op de voet van artikel 532 van het Wetboek van Strafvordering aangemerkt. Volgens vaste rechtspraak brengt een redelijke uitleg van dat artikel mee dat bij de begroting van de daar bedoelde kosten dezelfde maatstaf wordt gehanteerd als in civiele procedures. De politierechter zoekt daarom aansluiting bij de forfaitaire liquidatietarieven zoals opgenomen in het liquidatietarief rechtbank en gerechtshoven per 1 februari 2023. De politierechter ziet geen reden daarvan af te wijken. Dat brengt mee dat voor zowel het opstellen en indienen van het voegingsformulier als het bijwonen van de terechtzitting 1 punt wordt toegekend. De opgevoerde kosten gemoeid met het concipiëren van de schadestaat (4 uren á € 199,-) worden geacht te zijn begrepen in de kosten voor het opstellen van het voegingsformulier.
De hoofdsom van de vordering bedraagt € 31.874,23. Ingevolge liquidatietarief III wordt ieder punt gewaardeerd op € 766,-. De politierechter acht geen termen aanwezig uit te gaan van een lager tarief. Daarbij is in aanmerking genomen dat een groot deel van de vordering niet ontvankelijk is verklaard in verband met proceseconomische redenen.
De politierechter zal de verdachte veroordelen in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
€ 1.532,-.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] .

De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van in totaal € 4.029,31. Dit bedrag bestaat uit € 3.279,31 aan materiële schade en
€ 750,- aan immateriële schade, ten gevolge van het aan verdachte tenlastegelegde. De onderscheidenlijke posten zijn beschreven in het schade-onderbouwingsformulier.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering daar waar deze ziet op de kosten van geleden materiële schade kan worden toegewezen met uitzondering van de post ‘horloge’ en ‘ticket Koningsdag’ en ‘verlies in arbeidsvermogen’ nu niet eenvoudig is vast te stellen in hoeverre deze kosten zijn gemaakt/schade is geleden in directe relatie tot het bewezen verklaarde feit. Wat betreft de geleden immateriële schade kan de vordering worden toegewezen zoals verzocht, te weten € 750,-.
Het standpunt van de verdediging.
Immateriële schade
De raadsman heeft ter zake de opgevoerde immateriële schade geen verweer gevoerd.
Materiële schade
De raadsman heeft in relatie tot de posten zoals opgenomen in het schade-onderbouwingsformulier het volgende aangevoerd:
-
Posten ‘EMDR-therapie’, ‘eigen risico’, ‘verbruik buiten bundel’ en ‘reiskosten’
De raadsman heeft geen verweer gevoerd.
-
Post ticket Koningsdag
De raadsman heeft aangevoerd dat het causale verband tussen het bewezenverklaarde en de schade niet kan worden vastgesteld.
-
Post horloge
Volgens de raadsman is onvoldoende komen vast te staan dat er een causaal verband bestaat tussen de schade aan het horloge en het bewezenverklaarde. Indien toch zo een verband wordt aangenomen, is verzocht in schattende zin slechts een bedrag toe te wijzen van € 50,- / € 100,-.
-
Post polo T-shirt
De raadsman heeft naar voren gebracht dat in de aangifte niets wordt verklaard over schade aan de polo. Zo er al schade zou zijn dient de schade te worden geschat op een bedrag van € 50,- / € 100,-.
-
Post schoenen
De raadsman heeft aangevoerd dat gelet op de staat van de schoenen de gevorderde schade niet voor toewijzing in aanmerking komt en dient te worden afgewezen.
-
Post schade telefoon
De raadsman heeft aangevoerd moeite te hebben met een eventuele toewijzing van de gevorderde schade. Er is sprake van een oude bon van de mediamarkt.
-
Verlies in arbeidsvermogen.
De raadsman heeft aangevoerd dat deze post onvoldoende is onderbouwd nu het arbeidscontract ontbreekt. Daarnaast heeft de raadsman opmerkingen gemaakt over het causale verband. Het gaat om een nul-urencontract, waar het maar de vraag is of je wordt opgeroepen. Mocht de benadeelde partij desalniettemin in haar vordering kunnen worden ontvangen dient dit onderdeel de vordering op een lager bedrag te worden geschat.
-
Post Jas Daaf
Er is volgens de raadsman sprake van verplaatste schade. Dit deel van de vordering dient daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Het oordeel van de politierechter.
Immateriële schade
Dit gedeelte van de vordering is niet weersproken en zal worden toegewezen zoals gevorderd (
Totaal: € 750,-).
Materiële schade
-
Post EMDR-therapie
Dit gedeelte van de vordering is niet weersproken en zal worden toegewezen zoals gevorderd (
Totaal: € 240,-).
-
Post eigen risico
Dit gedeelte van de vordering is niet weersproken en zal worden toegewezen zoals gevorderd (
Totaal: € 13,81).
Post horloge
De politierechter ziet op grond van de stukken niet in dat het horloge niet reparabel zou zijn. De politierechter schat de kosten gemoeid met reparatie op € 100,- en zal de vordering in zoverre toewijzen (
Totaal: € 100,-). Voor het overige wijst de politierechter de vordering af.
-
Post polo T-shirt
De politierechter acht de gevorderde schade voor toewijzing vatbaar. Uit de aangifte volgt dat er schade was aan de kleding. Gegeven het op de benadeelde partij toegepaste geweld, acht de politierechter de vordering in zoverre voldoende onderbouwd. De politierechter acht geen termen aanwezig de gevorderde schade op een lager bedrag te schatten zoals verzocht (
Totaal: € 129,-).
-
Post schoenen
De politierechter stelt op grond van de bij het voegingsformulier gevoegde foto’s vast dat het om oude schoenen gaat en acht de schoenen volledig afgeschreven. Dat brengt mee dat de vordering op dit punt zal worden afgewezen.
-
Post ticket Koningsdag
De politierechter zal dit onderdeel van de vordering afwijzen nu deze schade niet rechtstreeks door het bewezen verklaard feit is toegebracht.
-
Post schade telefoon
De politierechter zal het gevorderde – dat onvoldoende is weersproken – toewijzen. Uit de overgelegde stukken blijkt genoegzaam dat de kapotte telefoon, die één jaar oud was, niet meer reparabel was waardoor een nieuwe telefoon is aangeschaft. Daarbij is uitgegaan van een afschrijvingspercentage van 33 procent hetgeen de politierechter niet onredelijk voorkomt (
Totaal: € 482,39).
-
Post verbruik buiten bundel
Dit gedeelte van de vordering is niet weersproken en zal worden toegewezen zoals gevorderd (
Totaal € 9,80).
-
Post verlies in arbeidsvermogen
De politierechter zal de benadeelde partij niet ontvankelijk verklaren ten aanzien dit gedeelte van de vordering. Van dit gedeelte van de vordering is niet eenvoudig vast te stellen of en in hoeverre deze kosten zijn gemaakt in directe relatie tot het bewezen verklaarde feit. Nader onderzoek naar de juistheid en omvang van de vordering (in zoverre) zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen. De politierechter is van oordeel dat de behandeling van (dit deel van) de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
-
Post Jas Daaf
De politierechter is van oordeel dat voldoende is vast komen te staan dat sprake is van schade aan een door de benadeelde uitgeleende jas. Deze schade is ontstaan door het bewezenverklaarde en is overigens voldoende onderbouwd. Van verplaatste schade is geen sprake. De politierechter zal dit deel van de vordering toewijzen zoals gevorderd (
Totaal: € 176,56).
-
Posten reiskosten
Dit gedeelte van de vordering is niet weersproken en zal worden toegewezen zoals gevorderd (
Totaal € 136,32).
Totaal toegewezen
De politierechter zal de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter zake van het bewezenverklaarde toewijzen tot het bedrag van € 1.287,99 ter zake materiële schade en € 750,- ter zake immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente (
Totaal: € 2.037,99).
Voor zover de benadeelde partij op onderdelen van de vordering niet-ontvankelijk is verklaard, kunnen deze onderdelen slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De politierechter stelt vast dat verdachte het bewezenverklaarde strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade. Dit betekent dat verdachte niet meer hoeft te betalen voor zover het bedrag door een van de mededaders is betaald, en andersom.
Schadevergoedingsmaatregel.
De politierechter zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de politierechter het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de politierechter bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Proceskosten
De politierechter zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] .

De vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 3] heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van in totaal € 1.118,63 (de politierechter begrijpt: € 1.159,13 nu de optelling niet geheel correct is en voorts (gelet op het vermelde bedrag in de toelichting) abusievelijk €120,- in plaats van €160,- voor EMDR is opgenomen in die optelling). Dit bedrag bestaat uit € 418,63 (de politierechter begrijpt: 459,13) aan materiële schade en € 700,- aan immateriële schade. De onderscheidenlijke posten zijn beschreven in het schade-onderbouwingsformulier.
Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering integraal kan worden toegewezen zoals verzocht.
Het standpunt van de verdediging.
Immateriële schade
De raadsman heeft ter zake de opgevoerde immateriële schade aangevoerd dat deze niet in verhouding staat tot de geleden schade van de andere benadeelde partij. De ter onderbouwing overgelegde uitspraak past wat betreft de fysieke en mentale gevolgen niet bij die in de onderhavige zaak. De schadepost dient te worden gematigd.
Materiële schade
De raadsman heeft in relatie tot de posten zoals opgenomen in het schade-onderbouwingsformulier het volgende aangevoerd.
-
Posten ‘slaapmedicatie, ‘EMDR-therapie’ en ‘reiskosten’
De raadsman heeft geen verweer gevoerd.
-
Post tas ‘Marc Jacobs’
De raadsman heeft aangevoerd dat dit onderdeel van de vordering dient te worden afgewezen dan wel niet ontvankelijk dient te worden verklaard. Er bestaat onduidelijkheid over de waarde van de tas. In de aangifte is verklaard dat waarde
€ 370,- zou bedragen terwijl in het voegingsformulier wordt uitgegaan van een bedrag van € 216,-. Subsidiair dient de schade op een lager bedrag te worden geschat.
Het oordeel van de politierechter.
Naar het oordeel van de politierechter is de schade een gevolg van het bewezen verklaarde feit, voldoende onderbouwd, en voorts niet onredelijk. Ten aanzien van de individuele posten wordt als volgt overwogen.
Immateriële schade
De politierechter stelt vast dat de benadeelde partij letsel heeft opgelopen door het handelen van verdachte. Daarnaast is - gelet op de ter terechtzitting overgelegde bescheid van [naam] , orthopedagoog generalist, - voldoende komen vast te staan, en ook niet weersproken, dat sprake is van geestelijk letsel. De benadeelde partij heeft daarom op grond van artikel 6:106, eerste lid, BW recht op immateriële schadevergoeding. Bij het bepalen van de hoogte van de immateriële schade heeft de politierechter gelet op alle feiten en omstandigheden. De politierechter ziet geen aanleiding de gevorderde schade te matigen, zoals verzocht.
Materiële schade
-
Post slaapmedicatie Oxazepam
Dit gedeelte van de vordering is niet weersproken en zal worden toegewezen zoals gevorderd (
Totaal: € 18,75).
-
Post EMDR-therapie
Als gevolg van een schrijffout is € 120,- als gevorderde schade opgenomen. De politrechter gaat uit van een gevorderd bedrag van € 160,-. Dit gedeelte van de vordering is niet weersproken en zal worden toegewezen zoals gevorderd (
Totaal: € 160,-).
-
Post tas ‘Marc Jacobs’
De politierechter acht de schade vatbaar voor toewijzing zoals verzocht (
Totaal
€ 216,-). Ter terechtzitting is namens de benadeelde partij uitgelegd dat de benadeelde tijdens de aangifte niet wist voor welk bedrag de tas was gekocht, omdat zij die cadeau had gekregen. De vriend van de benadeelde heeft de tas goedkoper kunnen krijgen waardoor de schadepost lager is uitgevallen.
-
Posten reiskosten
Dit gedeelte van de vordering is niet weersproken en zal worden toegewezen zoals gevorderd (
Totaal: € 64,38).
Totaal toegewezen
De politierechter zal de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 3] derhalve integraal toewijzen (
Totaal: € 1.159,13), vermeerderd met de wettelijke rente.
Motivering van de hoofdelijkheid.
De politierechter stelt vast dat verdachte het bewezenverklaarde strafbare feit samen met anderen heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededaders samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade. Dit betekent dat verdachte niet meer hoeft te betalen voor zover het bedrag door een van de mededaders is betaald, en andersom.
Schadevergoedingsmaatregel.
De politierechter zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, nu de politierechter het wenselijk acht dat de Staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum delict tot de dag der algehele voldoening.
Aangezien aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de politierechter bepalen dat als verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij komt te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Proceskosten
De politierechter zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

Toepasselijke wetsartikelen.

9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 141 van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De politierechter:
Bewezenverklaring
Verklaart het onder ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Straf en maatregel
Legt op de volgende straf:
- een
taakstrafvoor de duur van
150 uren subsidiair 75 dagen hechteniswaarvan
50 uren subsidiair 25 dagen hechtenis voorwaardelijkmet een
proeftijd van 2 jaren.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
En stelt als bijzondere voorwaarden:
- dat veroordeelde zich binnen 48 uren na onherroepelijk zijn van het vonnis tussen 09:00 en 12:00 uur telefonisch zal melden bij Reclassering Nederland via telefoonnummer 088-8041504 (Eekbrouwersweg 6 te 's-Hertogenbosch). Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, in ieder geval voor de duur van de gedragsinterventie en zoveel langer als de reclassering dat nodig vindt;
- dat veroordeelde actief deel zal nemen aan de gedragsinterventie Cognitieve Vaardigheden of een andere gedragsinterventie die gericht is op cognitieve vaardigheden. De reclassering bepaalt welke training het precies wordt. Veroordeelde houdt zich aan de afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider;
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.
Legt op de volgende
schadevergoedingsmaatregelen:
- Legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 2] , van een bedrag van € 2.155,04 euro, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 31 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Voormeld bedrag bestaat uit 1.405,04 euro materiële schade en 750,00 euro immateriële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 april 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover het bedrag door (een van) zijn mededader(s) is betaald.
- Legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 3] , van een bedrag van 1.159,13 euro, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 21 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Voormeld bedrag bestaat uit 459,13 euro materiële schade en 700,00 euro immateriële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 april 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover het bedrag door (een van) zijn mededader(s) is betaald.
- Legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 1] , van een bedrag van 2.037,99 euro, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 30 dagen. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Voormeld bedrag bestaat uit 1.287,99 euro materiële schade en 750,00 euro immateriële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 april 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
Indien de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij te vervallen en andersom, indien verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, komt daarmee zijn verplichting tot betaling aan de Staat te vervallen.
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover het bedrag door (een van) zijn mededader(s) is betaald.
Beslissing vorderingen benadeelde partijen
- Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 2] , van een bedrag 2.155,04 euro.
Voormeld bedrag bestaat uit 1405,04 euro materiële schade en 750,00 euro immateriële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 april 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op 1.532 euro, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover het bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
- Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] :
Wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 3] , van een bedrag van 1159,13 euro.
Voormeld bedrag bestaat uit 459,13 euro aan materiële schade en 700 euro aan immateriële schade, het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 april 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover het bedrag door (een van) zijn mededader(s) is betaald.
- Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 1] , van een bedrag van 2.037,99 euro.
Voormeld bedrag bestaat uit 1.287,99 euro materiële schade en 750,00 euro immateriële schade. Het toegewezen bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 april 2022 tot aan de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij deels wordt afgewezen zoals hiervoor vermeld;
bepaalt dat de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet ontvankelijk is en de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover het bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. I.L.A. Boer, politierechter,
in tegenwoordigheid van mr. G.J.B. van Weegen, griffier,
en is uitgesproken op 11 april 2023.