ECLI:NL:RBOBR:2023:1493

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
3 april 2023
Publicatiedatum
31 maart 2023
Zaaknummer
01/267966-22
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor grooming en bezit van kinderporno

Op 3 april 2023 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan grooming en het bezit van kinderporno. De verdachte heeft via internet contact gezocht met een minderjarige, die zich voordeed als 14 jaar oud, en heeft hem seksueel getinte berichten gestuurd. Hij heeft voorgesteld om elkaar te ontmoeten met het oogmerk om ontuchtige handelingen te verrichten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wist dat het slachtoffer jonger was dan 16 jaar, maar desondanks doorging met het sturen van seksueel getinte berichten en het voorstellen van een ontmoeting. Daarnaast is de verdachte in het bezit geweest van kinderporno, wat hij jarenlang heeft verworven en bewaard. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaren, onder bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en behandeling. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar meegewogen in de strafoplegging.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 01.267966.22
Datum uitspraak: 3 april 2023
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 1990,
wonende te [adres]
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 20 maart 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 9 februari 2023.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
T.a.v. feit 1 primair:
hij in of omstreeks de periode van periode 1 september 2021 tot en met 26 september 2021 te Eindhoven, althans in Nederland, meermalen, althans een maal, door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst, [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2008) van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die [slachtoffer] te plegen, terwijl hij (enige) handeling(en) heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, een en ander hierin bestaande, dat verdachte
- via het internet chatcontact en/of what's app en/of snapchat met die [slachtoffer] contact heeft gezocht en/of
- heeft gesproken over een film kijken en/of drinken en/of heeft voorgesteld elkaar te ontmoeten in het park en/of
- via een video verbinding zijn penis heeft laten zien aan die [slachtoffer] en/of dat via een video verbinding die [slachtoffer] zijn penis aan verdachte heeft laten zien en/of
- heeft gesproken over seks en/of die [slachtoffer] heeft verteld dat hij de penis van [slachtoffer] graag zou willen aanraken en/of heeft geappt “moet ik je ff komen pijpen?”, althans woorden van soortgelijke strekking en/of
- aan die [slachtoffer] gevraagd of hij een foto van zijn penis wilde toesturen en/of een foto van zijn, verdachtes penis naar die [slachtoffer] toegezonden.
T.a.v. feit 1 subsidiair:
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 11 september 2021 tot en met 26 september 2021 te Eindhoven, in elk geval in Nederland, een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is voor personen beneden de 16 jaar, verstrekt, aangeboden en/of getoond aan [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2008) van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, immers heeft verdachte (telkens) middels een computerverbinding en/of een webcam zijn geslachtsdeel getoond en/of zich afgetrokken, waarbij de beelden rechtstreeks werden verstrekt aangeboden en/of getoond aan [slachtoffer] en/of een foto/afbeelding van zijn, verdachtes, penis aan die [slachtoffer] gestuurd.
T.a.v. feit 2:
hij (op een of meer tijdstippen) op/in of omstreeks de periode van 18 april 2017 tot en met 14 december 2021 te Eindhoven, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
telkens afbeeldingen en/of video’s - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - te weten een apple iphone, (goednummer 1879950), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en/of in bezit heeft gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam 1] en/of [bestandsnaam 2], en/of [bestandsnaam 3] en/of [bestandsnaam 4] en/of [bestandsnaam 5] en/of [bestandsnaam 6], zie proces-verbaal beschrijving kinderpornografie, p. 273 ev
en/of
het met de/een hand(en) en/of vinger(s) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
bestandsna(a)m(en) :[bestandsnaam 5], zie proces-verbaal beschrijving kinderpornografie, p. 273 ev
en/of
het met de/een hand(en) betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, de billen en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam 3] en/of [bestandsnaam 4] en/of [bestandsnaam 7] en/of [bestandsnaam 8], zie proces-verbaal beschrijving kinderpornografie, p. 273 ev
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling Bestandsna(a)m(en): [bestandsnaam 9], zie proces-verbaal beschrijving kinderpornografie, p. 273 ev
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd feit 1 primair en feit 2 wettig en overtuigend bewezen te verklaren.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman van verdachte heeft gevraagd verdachte vrij te spreken van hetgeen onder feit 1 primair is ten laste gelegd. Tijdens het, bij wijze van grap, aansturen op een ontmoeting had verdachte nog geen enkele wetenschap dat [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) jonger dan 16 jaar oud was. Na de onthulling van de vermeende leeftijd van 14 jaar door [slachtoffer] wordt door hem, [slachtoffer] uiteindelijk aangestuurd op de bewuste afspraak. Het enige initiatief dat daarna nog van verdachte komt is het sturen van een foto van het geslachtsdeel. Dat is de enige gedraging die verdachte kan worden verweten. Voor het onder feit 1 subsidiair ten laste gelegde heeft de raadsman zich daarom gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Ook ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met uitzondering van het laatste gedeelte van de tenlastelegging, er is namelijk geen sprake geweest van een gewoonte. Van dat gedeelte van de tenlastelegging dient verdachte te worden vrijgesproken.
Het oordeel van de rechtbank. [1]
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1.
Een proces-verbaal van aangifte van [moeder van slachtoffer] , opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] d.d. 28 oktober 2021, dossierpagina’s 20-23, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik kom aangifte doen tegen [verdachte] . Ik heb [slachtoffer] , mijn zoon van 13 jaar oud, op 25 september 2021 te Eindhoven [2] betrapt in het park op de telefoon. Hij bleef daar te lang hangen en ik zag hem op de volgapp. Voorafgaand had hij al wat raar gedrag getoond. Ik zag hem in dat park op die locatie. Ik zag aan zijn houding dat het niet klopte. Ik ben meteen op hem afgefietst. Toen ik bij hem was heb ik de telefoon uit zijn hand gegrist. Ik heb ter plekke alleen de telefoon in mijn broekzak gestopt en ben met hem naar huis gefietst. [vader van slachtoffer] , de vader van [slachtoffer] , heeft de telefoon voorgelezen, hardop met [slachtoffer] erbij. [slachtoffer] gaf toe dat er ook foto’s over en weer zijn gegaan. De andere partij heeft ook een foto van zijn gezicht gestuurd, dat hij 31 jaar oud was en dat hij in de buurt woonde, de [adres] . [vader van slachtoffer] heeft op een foto gezien dat de man die zich [verdachte] noemde ook daadwerkelijk onderweg was. Hij zag dit aan het gravel-pad dat specifiek in dat park aanwezig was. [verdachte] heeft [slachtoffer] ook een boos berichtje gestuurd dat hij hem heeft laten zitten. Hieruit blijkt dat hij dus echt onderweg was naar [slachtoffer] . Vervolgens stuurde [verdachte] berichtjes van: “Ben jij er zo een, laat je me helemaal voor niks komen”.
Een proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer] , opgemaakt door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] d.d. 25 oktober 2021, dossierpagina’s 25-33, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Mijn geboortedatum is [geboortedatum 2] 2008. Ik ben in contact met iemand gekomen en daar heb ik een paar dagen contact mee gehad en dingen mee gedaan. Dat is met [verdachte] of [verdachte] denk ik, via internet, via een site Omegle. Hij was de eerste die een foto stuurde, een foto van zijn geslachtsdeel en daarna deed ik het ook. Toen vroeg hij een foto van mijn gezicht. Hij liet zijn gezicht duidelijk zien maar ik niet zo duidelijk. Toen begon hij over afspreken en zo. Ik zei eerst dat ik te jong was. Een paar dagen later hebben we afgesproken en toen ben ik ernaar toe gegaan. Hij was onderweg want hij stuurde daar een filmpje van. Toen kwam mama en die heeft in mijn telefoon gekeken en zag ze het. De reden om af te spreken was om elkaar te ontmoeten en misschien al wat dingen te gaan doen samen. Bijvoorbeeld onze geslachtsdelen aan elkaar laten zien of dat soort dingen eigenlijk. We hadden het daar al een keer over gehad als we zouden afspreken. Ik denk ook aanraken en zo van het geslachtsdeel. Als we een foto stuurden dan zei hij dat hij hem wel aan wilde raken. Hij zei dan: “Ik wou dat je hier was dan kon ik hem aanraken of likken”. Ik denk dat ik rond de tien foto’s naar hem heb gestuurd. Hij heeft er meer gestuurd. Eén keer heeft hij een video gestuurd waar je hem helemaal kon zien, zijn gezicht en zijn geslachtsdeel. Ik heb hem op donderdag een week voordat het gemeld is leren kennen. Het is gemeld op zondag 26 september en een week daarvoor was 16 september dus. De afspraak was op zaterdag 25 september 2021. Hij vroeg als eerste om af te spreken en toen bleef het een beetje in het midden. Daarna vroeg hij wanneer ik dan kon afpreken en toen zei ik “zaterdag ofzo”. Hij vroeg wel steeds welk drinken ik lekker vond en welke film ik leuk vond. We hebben een keer video gebeld toen we bezig waren met onze geslachtsdelen.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] d.d. 11 november 2021, dossierpagina 37, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op donderdag 11 november 2021 heb ik van aangeefster [moeder van slachtoffer] meerdere bestanden ontvangen van de screenshots die zij gemaakt had van de snapchatberichten tussen haar zoon [slachtoffer] en [verdachte] . Aangeefster heeft bovengenoemde berichten gefotografeerd met haar eigen telefoon op zaterdag 25 september 2021 nadat zij [slachtoffer] buiten in de wijk gecontroleerd had, dat toen uit de telefoon van [slachtoffer] bleek dat [slachtoffer] een afspraak had met [verdachte] voor seksueel contact. Uit de berichtjes blijkt dat [slachtoffer] aangeeft dat hij 14 jaar oud is en dat [verdachte] aangeeft dat hij 30 jaar is.
Afbeeldingen van teksten van social media, gevoegd als bijlagen bij voornoemd proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
(Pagina 38-39) [verdachte] : “Foto? Net als mij. Nice. Hoe groot is de jouwe? Foto maakt niet uit dat die slap is”.
(Pagina 40) [verdachte] : “Ben je alleen? Niet schrikken oké? Kom ook uit tongelre moet ik je ff komen pijpen?”
(Pagina 61) [verdachte] : “Zeg jij maar waar”. [slachtoffer] : “Hoe bedoel je, als we een keer gaan afspreken?” [verdachte] : “Ja precies”.
(Pagina 66) [slachtoffer] : “Ik ben een jaartje jonger haha”. [verdachte] : “15?” [slachtoffer] : “ja eig 14 maar ben bijna 15”.
(Pagina 69) [verdachte] : “Show body en pik, nice”.
De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 20 maart 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik met [slachtoffer] heb gechat. Wij hebben over en weer foto’s naar elkaar gestuurd van ons geslachtsdeel. Ook hebben wij video gebeld. [slachtoffer] stuurde op een gegeven moment dat hij 14 jaar oud was. Ik weet niet waarom ik toen niet ben gestopt. Het klopt dat wij elkaar zouden ontmoeten. Ik ben ook daar geweest in dat park in Eindhoven.
Vaststelling op grond van de bewijsmiddelen.
Juridisch kader
Bij grooming gaat het om het op internetsites of in chatrooms of nieuwsgroepen benaderen en verleiden van een kind (onder de 16 jaar) met als uiteindelijk doel het seksueel misbruiken van dat kind in de fysieke wereld. Voor de bewezenverklaring van grooming als bedoeld in artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht is onder meer vereist dat een ontmoeting wordt voorgesteld met het oogmerk op het plegen van ontuchtige handelingen en dat voorbereidingen gericht op het verwezenlijken van de ontmoeting zijn getroffen. Deze voorbereidingen moeten concrete vormen hebben aangenomen, maar niet is vereist dat elk onderdeel van de afspraak volledig is ingevuld.
De rechtbank stelt vast dat [slachtoffer] ten tijde van het tenlastegelegde 13 jaar oud was en dat verdachte wist dat hij nog geen 16 jaar oud was. [slachtoffer] had immers aan verdachte laten weten dat hij 14 jaar oud was. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte en [slachtoffer] elkaar hebben leren kennen op de site Omegle en dat zij elkaar via Snapchat seksueel getinte berichten hebben gestuurd. Weliswaar heeft verdachte aangestuurd op een ontmoeting voordat hij wist dat [slachtoffer] nog geen 16 jaar oud was, maar ook nadat hij hierachter kwam bleef hij seksueel getinte berichten en een foto van zijn geslachtsdeel sturen en heeft hij de eerder voorgestelde ontmoeting door laten gaan. Verdachte heeft zelf hierover verklaard dat hij in het park in Eindhoven is geweest om [slachtoffer] te ontmoeten. Uit de berichten die verdachte naar [slachtoffer] heeft gestuurd blijkt naar het oordeel van de rechtbank dat verdachte het oogmerk had om ontuchtige handelingen met hem te plegen. Zo stuurt verdachte dat hij hem wil komen pijpen en dat hij wilde dat [slachtoffer] hier was dan kon hij hem aanraken of likken. [slachtoffer] verklaart hierover ook dat de reden om af te spreken was om elkaars geslachtsdeel te zien en aan te raken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank het onder feit 1 primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van feit 2.
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard dat verdachte in de periode van 18 april 2017 tot en met 8 december 2021 kinderporno heeft verworven en in zijn bezit heeft gehad. Met de raadsman van verdachte is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden vastgesteld dat verdachte hiervan een gewoonte heeft gemaakt. Uit het dossier blijkt dat het gaat om zes data in voornoemde periode dat verdachte de kinderporno heeft verworven en/of heeft bekeken. Naar het oordeel van de rechtbank is dit onvoldoende frequent om te spreken van het maken van een gewoonte van het verwerven en bekijken/in het bezit hebben van kinderporno. Van dit gedeelte van de tenlastelegging zal verdachte daarom worden vrijgesproken.
De rechtbank acht gelet op het voorgaande het ten laste gelegde feit 2 wettig en overtuigend bewezen. Omdat verdachte het feit heeft bekend en zijn raadsman geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank met een opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 3] d.d. 14 januari 2022, dossierpagina’s 269-272;
Een proces-verbaal beschrijving kinderpornogafisch materiaal (TBKK), opgemaakt door verbalisant [verbalisant 4] d.d. 17 februari 2022, dossierpagina’s 273-278;
Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 5] , d.d. 21 juli 2022, dossierpagina’s 282-284;
De bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 20 maart 2023.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte en opgesomde bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte:
Ten aanzien van feit 1 primair:
in de periode van 16 september 2021 tot en met 25 september 2021 te Eindhoven, meermalen, door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst, [slachtoffer] geboren op [geboortedatum 2] 2008 van wie hij wist dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een ontmoeting heeft voorgesteld met het oogmerk ontuchtige handelingen met die [slachtoffer] te plegen, terwijl hij handelingen heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, een en ander hierin bestaande, dat verdachte
- via het internet chatcontact en via snapchat met die [slachtoffer] contact heeft gezocht en
- heeft gesproken over een film kijken en drinken en heeft voorgesteld elkaar te ontmoeten in het park en
- via een video verbinding zijn penis heeft laten zien aan die [slachtoffer] en via een video verbinding die [slachtoffer] zijn penis aan verdachte heeft laten zien en
- heeft gesproken over seks en die [slachtoffer] heeft verteld dat hij de penis van [slachtoffer] graag zou willen aanraken en heeft gesnapt “moet ik je ff komen pijpen?” en
- aan die [slachtoffer] gevraagd of hij een foto van zijn penis wilde toesturen en een foto van zijn, verdachtes penis naar die [slachtoffer] heeft toegezonden.
Ten aanzien van feit 2:
in de periode van 18 april 2017 tot en met 8 december 2021 te Eindhoven, meermalen,
telkens afbeeldingen en/of video’s - en/of gegevensdragers, bevattende afbeeldingen - te weten een apple iphone, goednummer 1879950, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft verworven en in bezit heeft gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
bestandsnamen: [bestandsnaam 1] en
[bestandsnaam 2], en
[bestandsnaam 3] en
[bestandsnaam 4] en
[bestandsnaam 5] en
[bestandsnaam 6]
en
het met de vingers betasten en aanraken van het geslachtsdeel en de billen van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
bestandsnaam: [bestandsnaam 5],
en
het met de handen betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel, van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
bestandsnamen: [bestandsnaam 3] en
[bestandsnaam 4] en
[bestandsnaam 7] en
[bestandsnaam 8],
en
het gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon poseert in een omgeving en in een erotisch getinte houding op een wijze die niet bij zijn leeftijd past en door het camerastandpunt en de onnatuurlijke pose en de wijze van kleden van deze persoon en nadrukkelijk het ontblote geslachtsdeel van die persoon in beeld gebracht wordt, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling
Bestandsnaam:
[bestandsnaam 9].
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.

De strafbaarheid van de feiten.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals genoemd in het reclasseringsadvies van 7 maart 2023.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De raadsman van verdachte heeft gevraagd om af te zien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Dit vanwege de beperkingen van verdachte, het feit dat sprake is van een blanco documentatie en zijn bereidwilligheid om overal aan mee te werken. De raadsman heeft gevraagd te volstaan met een voorwaardelijke straf met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan grooming. Hij heeft via de website Omegle en later via Snapchat contact gezocht met een jongen van 13 jaar oud, die zich voordeed als 14 jaar oud. Hij heeft hem seksueel getinte berichten en foto’s van zijn geslachtsdeel gestuurd. Verdachte heeft voorgesteld om elkaar te gaan ontmoeten en duidelijk was dat dit was met het doel om seksuele handelingen bij elkaar te gaan verrichten. Verdachte heeft zich bij zijn handelen kennelijk laten leiden door zijn seksuele fantasieën, zonder te denken aan het welzijn van de jonge jongen. Dat deze jongen zijn eigen seksualiteit wilde ontdekken en zelf ook deze ontmoeting met verdachte wilde, maakt dat niet anders, nu de strafbaarstelling van grooming mede is ingegeven door het tegen zichzelf beschermen van minderjarigen jonger dan 16 jaar. Verdachte heeft uit het oog verloren dat dergelijk handelen kan zorgen voor psychische schade bij een minderjarige en een normale seksuele ontwikkeling in de weg kan staan.
Daarnaast zijn er op de telefoon van verdachte kinderpornografische foto’s en kinderpornografische video’s gevonden. Verdachte heeft deze foto’s en video’s verworven en jarenlang bewaard en soms nog bekeken. Het betreft daarbij onder meer vergaande seksuele handelingen bij zeer jonge kinderen. Mensen zoals verdachte houden de kinderporno-industrie en daarmee het misbruik van kinderen over de hele wereld in stand. Kinderporno gaat bijna altijd gepaard met fysiek, psychologisch en/of emotioneel geweld waaraan deze kinderen trauma’s voor het leven overhouden. Naast het misbruik is het voor slachtoffers ook schadelijk dat de afbeeldingen lange tijd blijven rondgaan en zij dus de rest van hun leven kunnen worden geconfronteerd met het misbruik. De rechtbank rekent verdachte dit zwaar aan.
Persoonlijke omstandigheden.
De rechtbank heeft op het strafblad van verdachte gezien dat hij niet eerder is veroordeeld. Daarnaast heeft de rechtbank rekening gehouden met het reclasseringsrapport
van 7 maart 2023 over verdachte. Hierin is onder meer het volgende vermeld:
“De heer [verdachte] geeft toe dat hij via sociale media contact had met een dertienjarige jongen en dat de contactmomenten een seksuele lading hadden, maar het zou nooit tot een afspraak zijn gekomen. Hij bekent dat er kinderporno op zijn gegevensdragers zat. Hij vindt het moeilijk om zijn gedrag te verklaren en om het te bespreken. Hij geeft aan dat hij ontdekt had dat hij biseksueel was en hij was op zoek naar sociaal contact via het internet. Hij kwam op verschillende sites en zo heeft hij de jongen leren kennen en kwam hij in contact met mensen die kinderporno met hem deelden. Hij ontkent dat hij seksueel opgewonden raakte van de afbeeldingen. Hij zegt dat hij niet goed wist wat hij met deafbeeldingen aan moest, maar hij durfde het niet te melden bij de politie. Er is geen actuele diagnostiek voorhanden, maar mogelijk komt zijn gedrag voort vanuit een verstandelijke beperking, een beperkte identiteitsontwikkeling en zijn beperkingen in het aangaan vansociaal contact met anderen. We duiden zijn relaties/seksualiteit, zijn beperkte sociale netwerk en zijn psychosociaal functioneren als delictgerelateerde factoren. Omdat er geen diagnostisch onderzoek voorhanden is, kunnen we dit niet met zekerheid stellen en eveneens is niet beoordeeld in hoeverre hem het delictgedrag kan worden aangerekend, indien veroordeeld. Als gevolg van zijn beperkingen werkt betrokkene bij een sociale werkvoorziening en worden zijn financiën beheerd door een bewindvoerder, wat beschermende factoren zijn. Er zijn geen problemen op het gebied van alcohol en drugs. Betrokkene woont bij zijn vader. Het is nodig dat er nader onderzoek komt naar het psychische functioneren van betrokkene en behandeling is geïndiceerd. Tevens is begeleiding nodig om betrokkene verder bij te staan in zijn ontwikkeling op het gebied van relaties, seksualiteit en sociale omgang, waarbij we de kans op recidive mogelijk kunnen inperken. Hierbij zijn in tweede instantie factoren als huisvesting, financiën en dagbesteding van belang, waarbij zijn mentor, zijn bewindvoerder en werkgever al begeleiding bieden om hem te ondersteunen. Een reclasseringstoezicht is geïndiceerd, waarbij samenwerking met de reeds betrokken instanties nodig is. Om risico’s te vermijden is een verbod op kinderporno en het vermijden van contacten met minderjarigen als bijzondere voorwaarde geïndiceerd.
Het risico op recidive wordt ingeschat als gemiddeld.
Bij een veroordeling adviseren wij een (deels) voorwaardelijke straf met de onderstaande bijzondere voorwaarden:• Meldplicht bij reclassering;• Ambulante behandeling;• Vermijden contact met minderjarigen;• Vermijden kinderporno;• Andere voorwaarden het gedrag betreffende”.
De op te leggen straf.
Gelet op de ernst van de feiten en gelet op hetgeen is bepaald in artikel 22b van het Wetboek van Strafrecht zou een gedeeltelijke onvoorwaardelijke gevangenisstraf naar het oordeel van de rechtbank passend zijn. In de hiervoor omschreven persoonlijke omstandigheden ziet de rechtbank echter aanleiding hiervan in het voordeel van verdachte af te wijken. Het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf dient in het onderhavige geval geen enkel doel en zal ontwrichtend en dientengevolge mogelijk recidiveverhogend uitwerken.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte opleggen een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met een proeftijd van 3 jaren met daaraan gekoppeld de bijzondere voorwaarden zoals genoemd in het reclasseringsrapport van
7 maart 2023. De voorwaardelijke gevangenisstraf en de bijzondere voorwaarden legt de rechtbank op om te voorkomen dat verdachte opnieuw strafbare feiten gaat plegen en om ervoor te zorgen dat verdachte langdurig de behandeling, begeleiding en het toezicht krijgt die nodig wordt geacht. Gelet op de ernst van de feiten zal de rechtbank daarnaast aan verdachte opleggen een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis.
De rechtbank zal een lichtere straf opleggen dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de rechtbank tot een beperktere bewezenverklaring komt ten aanzien van feit 2 en van oordeel is dat de straf die de rechtbank zal opleggen de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt.

Beslag.

De rechtbank is van oordeel dat het in het dictum nader te noemen inbeslaggenomen voorwerp vatbaar is voor onttrekking aan het verkeer, omdat – zoals blijkt uit het onderzoek ter terechtzitting – dit een voorwerp is met betrekking tot welke de feiten zijn begaan en het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 240b, 248e van het Wetboek van Strafrecht.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:

Verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
ten aanzien van feit 1 primair:
door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst aan een persoon die de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt een ontmoeting voorstellen met het oogmerk ontuchtige handelingen met die persoon te plegen, terwijl hij enige handeling onderneemt gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting
ten aanzien van feit 2:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven en in bezit hebben
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Legt op de volgende straffen en maatregel:
ten aanzien van feit 1 primair, feit 2:
een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis
en
een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
En stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht bij reclassering
Veroordeelde meldt zich binnen twee dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis bij Reclassering Nederland op de Polluxstraat 114 te Eindhoven, telefoonnummer 088 8041504. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt en zal de aanwijzingen van de reclassering volgen.
Ambulante behandeling
Veroordeelde laat zich behandelen door de forensische polikliniek De Omslag van GGZ Eindhoven of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering.
De behandeling start zo spoedig mogelijk en veroordeelde dient mee te werken aan afname van diagnostiek indien dit nodig wordt geacht. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt.
Vermijden contact met minderjarigen
Veroordeelde zoekt op geen enkele wijze contact met minderjarigen. Hij vermijdt deze contacten zoveel mogelijk. Als contacten onvermijdelijk zijn, zorgt veroordeelde dat een verantwoordelijke volwassene hierbij aanwezig is.
Vermijden kinderporno
Veroordeelde vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Veroordeelde onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden
verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Veroordeelde bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Veroordeelde werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Veroordeelde verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Veroordeelde verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of veroordeelde kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van veroordeelde. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is.
Andere voorwaarden het gedrag betreffende
Indien door de reclassering geïndiceerd, werkt veroordeelde mee aan intake en eventuele plaatsing voor woonbegeleiding of in een begeleide woonvoorziening, indien dit bijdraagt aan het versterken van zijn ontwikkeling, het verbeteren van zijn sociale vaardigheden, probleemoplossende vaardigheden en een verminderde kans op recidive.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.
Beslag:
Onttrekking aan het verkeer van het inbeslaggenomen goed, te weten:
1. stk gsm (Omschrijving: PL2100-2021216410-G1879950, zwart, merk: APPLE).
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H.M. Hettinga, voorzitter,
mr. J.J.A. Donkersloot en mr. M.M.J. Nuyten, leden,
in tegenwoordigheid van mr. M.M.A. Akkers, griffier,
en is uitgesproken op 3 april 2023

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt – tenzij anders vermeld – bedoeld een proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Waar wordt verwezen naar bijlagen betreffen dit de bijlagen bij het proces-verbaal van de politie eenheid Oost-Brabant, DRR, Team Zeden en TBKK, onderzoeksnaam Gemsbok, genummerd PL2100-2021216410, sluitingsdatum 11 oktober 2022, dossierpagina’s 1-354.
2.Proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden d.d. 1 november 2021, dossierpagina’s 17-19.