Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 2 februari 2022
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 december 2022.
2.Korte samenvatting
3.De feiten
De naast kavel [kadastrale aanduiding] gelegen percelen [perceelnummer] en [perceelnummer] , zijn eigendom van [gedaagde] .
4.De vordering
5.De beoordeling
Vordering I
Bovendien heeft [gedaagde] tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat er, nadat hij perceel [perceelnummer] geleverd heeft gekregen in 1979, géén splitsing van zijn perceel heeft plaatsgevonden. Feit is echter dat op dit moment kavel [kadastrale aanduiding] een afzonderlijk perceel is. Ook dit weerspreekt de stelling van [gedaagde] dat kavel [kadastrale aanduiding] als onderdeel van [perceelnummer] aan hem is geleverd. Dat kavel [kadastrale aanduiding] op enig moment als afzonderlijk perceel aan [gedaagde] is geleverd is niet gesteld of gebleken.
1.196,00(2 punt × tarief € 598,00)
De nakosten worden begroot als vermeld in het dictum.