3.1.De akte van [eiseres] van 6 augustus 2021 houdt een wijziging in van haar vordering (in conventie) met betrekking tot de begrafeniskosten en de woning. Zij vordert bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. [gedaagde] te veroordelen tot het vergoeden aan [eiseres] van de helft van het door hem van de (privé)bankrekening van erflaatster afgeschreven bedrag van
€ 11.029,3, al dan niet bij de verdeling van het saldo van die (privé) bankrekening van erflaatster, althans een geldbedrag zoals door de rechtbank te bepalen, en
2. De wijze van verdeling van de nalatenschap van erflaatster te gelasten zoals hierna omschreven/gevorderd, althans een verdeling vast te stellen op door de rechtbank te bepalen wijze, en
Ad 1) ten aanzien van de woning te bepalen dat:
a) de waarde in het economisch verkeer c.q. de onderhandse verkoopwaarde van de woning gelijk is aan de meest recente WOZ-waarde daarvan, althans de waarde (koopprijs) daarvan wordt vastgesteld op een door de rechtbank in goede justitie te bepalen wijze;
b) [eiseres] binnen zes weken na betekening van het vonnis dient aan te geven of zij de woning voor de hiervoor onder a) genoemde vastgestelde waarde (koopprijs) toegedeeld wenst te krijgen:
I. Indien [eiseres] binnen de hiervoor onder 2.b genoemde termijn heeft aangegeven dat zij de woning
welvoor hiervoor onder 2.a vastgestelde waarde (koopprijs) toegedeeld wenst te krijgen:
1) de woning wordt toegedeeld aan [eiseres] , onder de verplichting de helft van de waarde (koopprijs) van de woning te vergoeden aan [gedaagde]
2) [gedaagde] te veroordelen om binnen twee weken na voornoemde mededeling van [eiseres] zijn volledige medewerking te verlenen aan levering van de woning, ten overstaan van een door [eiseres] aan te wijzen notaris, althans dat het vonnis in de plaats treedt van die notariële akte van levering ex artikel 3:300 lid 2 BW
II. Indien [eiseres] binnen de hiervoor onder 2.b genoemde termijn heeft aangegeven dat zij de woning
nietvoor de hiervoor onder 2.a vastgestelde waarde toegedeeld wenst te krijgen, dan wel de rechtbank de woning niet toedeelt aan één van partijen:
1) de woning zal worden verkocht door middel van een door de rechtbank aan te wijzen makelaar, aan wie door partijen de opdracht wordt verstrekt om de woning zo spoedig als mogelijk – met als uitgangspunt (aanvangsprijs) de door voornoemde makelaar getaxeerde waarde – tegen de hoogst mogelijke prijs aan te bieden c.q. te verkopen, althans voor/tegen de best mogelijke prijs, alsmede dat partijen alsdan – in overleg met c.q. op instructie van de makelaar – worden veroordeeld volledig te zullen meewerken aan de met die kopende partij te sluiten onderhandse (ver)koopovereenkomst;
2) beide partijen (tevens) te veroordelen om binnen twee weken na het onherroepelijk worden van voornoemde onderhandse (ver)koopovereenkomst hun volledige medewerking te verlenen aan levering van de woning ten overstaan van een door betreffende koper aan te wijzen notaris, althans het vonnis in de plaats treedt van die notariële akte van levering ex artikel 3:300 lid 2 BW.