Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.1. De procedure
2.De feiten
Het verzoek
Rechtbank Oost-Brabant
In deze beschikking heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 25 februari 2022 een verzoek toegewezen van meerdere besloten vennootschappen om een afkoelingsperiode te gelasten en een herstructureringsdeskundige aan te wijzen. De verzoeksters, die deel uitmaken van de [X]-groep, hebben op 15 februari 2022 verklaringen gedeponeerd ex artikel 370 lid 3 Faillissementswet (Fw) en verzocht om een afkoelingsperiode van vier maanden ex artikel 376 Fw. Dit verzoek is gedaan in het kader van een herstructurering, waarbij de verzoeksters in een financieel moeilijke situatie verkeren door onder andere problemen in de supply chain en stijgende kosten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeksters nog in staat zijn om hun lopende verplichtingen te voldoen, maar dat er geen realistisch perspectief is om een toekomstige insolventie af te wenden zonder herstructurering. De rechtbank oordeelt dat de afkoelingsperiode noodzakelijk is om de bedrijfsvoering voort te zetten en de belangen van de schuldeisers te beschermen. Tevens is mr. J.A. van der Meer aangewezen als herstructureringsdeskundige, die binnen vier weken verslag moet uitbrengen over de voortgang van de akkoordprocedure.
De beschikking houdt in dat gedurende de afkoelingsperiode de bevoegdheid van derden tot verhaal op goederen van de verzoeksters en hun aandeelhouders niet kan worden uitgeoefend zonder machtiging van de rechtbank. Dit biedt de verzoeksters de ruimte om een akkoord voor te bereiden zonder de druk van schuldeisers. De rechtbank heeft de kosten van de herstructureringsdeskundige vastgesteld op € 29.500,00 exclusief BTW, die door de verzoeksters moeten worden betaald.