De kantonrechter volgt [eiser] niet in zijn standpunt dat er ná 1 augustus 2022 nog een arbeidsovereenkomst tussen hem en NTT bestaat, en dat daaruit over en weer rechten en plichten voortvloeien. Dat heeft tot gevolg dat de vorderingen van [eiser] wegens gebrek aan grondslag worden afgewezen. Dit wordt toegelicht als volgt.
Vast staat dat partijen (aan de zijde van werkgever: de rechtsvoorganger van NTT) met ingang van 1 november 2002 een arbeidsovereenkomst hebben gesloten.
De (oorspronkelijke) arbeidsovereenkomst uit 2002 is per 1 januari 2004
vervangendoor een nieuwe arbeidsovereenkomst. In laatstgenoemde arbeidsovereenkomst (die is ondertekend door [eiser] en NTT) staat immers:
“1.1 Deze overeenkomst gaat in op 1 januari 2004, of zoveel eerder als een passende opdracht wordt gevonden, en komt in de plaats van de eerdere arbeidsovereenkomst met de werknemer, gedateerd 1 november 2002”en:
“14.1 Het voorgaande vormt de volledige weergave van alle tussen partijen gemaakte afspraken en komt in de plaats van alle voordien tussen werknemer en de (organen van) de Vennootschap en/of met haar gelieerde vennootschappen gemaakte afspraken en gedane toezeggingen. Wijziging of aanvulling van de inhoud van deze overeenkomst is slechts geldig indien schriftelijk vastgelegd in een gedateerd en door beide partijen ondertekend stuk.”
Ook al zou de datum van 1 januari 2004 berusten op een typefout waarbij bedoeld zou zijn 1 januari 2005 (zoals door NTT aangevoerd en door [eiser] betwist), dan maakt dit geen verschil voor de conclusie, te weten dat de arbeidsovereenkomst uit 2004 in de plaats is gekomen van de arbeidsovereenkomst uit 2002 en deze heeft vervangen. Uit voornoemde beschikking van 25 maart 2022 en uit de eigen stellingen van [eiser] (punt 1 concept-kort geding dagvaarding) volgt dat deze arbeidsovereenkomst van 2004 (in onderdeel 5.2 van de beschikking omschreven als “de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst”) per 1 augustus 2022 door de kantonrechter is ontbonden. Bij beschikking van 10 november 2022 is de beschikking op het punt van de ontbinding door het hof bekrachtigd. Uit de zinsnede ‘de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst’ maakt de kantonrechter op dat dit ten tijde van de ontbinding de enige tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst is. Dat - zoals [eiser] onder andere in punt 1 van de concept kort geding dagvaarding betoogt - alleen de arbeidsovereenkomst van 2004 is ontbonden en dat daarnaast nog sprake was van een andere (niet ontbonden) arbeidsovereenkomst tussen partijen, blijkt niet uit twee voornoemde beschikkingen en evenmin uit hetgeen [eiser] in de concept kort geding- dagvaarding naar voren heeft gebracht.
Dit volgt ook uit de door partijen in de procedure bij de rechtbank en bij het hof betrokken stellingen en de overgelegde - door beide partijen ondertekende - arbeidsovereenkomsten met addendum uit 2004. In beide procedures zijn immers zowel [eiser] als NTT steeds uitgegaan van het bestaan van één enkele arbeidsovereenkomst en niet van meerdere of parallelle arbeidsovereenkomsten. Dat na 2004 op enig moment door NTT een - zoals [eiser] het noemt - parallelle overeenkomst is gecreëerd (in punt 34 van de concept kort geding-dagvaarding stelt [eiser] dat NTT een parallelle overeenkomst heeft gecreëerd sinds 1 mei 2021) en dat alleen die overeenkomst is ontbonden per 1 augustus 2022, is niet, dan wel in elk geval volstrekt onvoldoende, aannemelijk geworden. [eiser] heeft ter zitting het standpunt ingenomen dat de arbeidsovereenkomst uit 2002 na ontbinding van “de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst” is herleefd of steeds is blijven bestaan maar hij heeft dit niet met concrete feiten of omstandigheden onderbouwd of anderszins aannemelijk gemaakt. Er zijn geen feiten en omstandigheden gesteld of gebleken die erop wijzen dat de arbeidsovereenkomst van 2002 nog bestaat of heeft bestaan naast de (inmiddels reeds ontbonden) arbeidsovereenkomst uit 2004, en of dat er thans nog een andere (arbeids)overeenkomst tussen partijen geldt.
Gelet op de ontbinding van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2022 bestaat er met ingang van die datum geen arbeidsovereenkomst meer tussen partijen. NTT is vanaf 1 augustus 2022 dan ook niet (meer) gehouden om aan [eiser] loon te betalen en/of hem in de gelegenheid te stellen werkzaamheden te verrichten.