Taakstraf voor de duur van 240 uren subsidiair 120 dagen hechtenis.
Beslissingen naar aanleiding van de vorderingen benadeelde partijen.
Maatregel van schadevergoeding van € 3.920,74 subsidiair 78 dagen gijzeling
-legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 3] van een bedrag van € 3.920,74, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 78 dagen. Het bedrag bestaat uit een vergoeding voor materiële schade. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3] :
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 3] van een bedrag van € 3.920,74, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- wijst af de overig gevorderde materiële schadevergoeding tot een bedrag van € 79,26;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor wat betreft de immateriële schade niet ontvankelijk is.
- bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
- bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door zijn mededader(s) aan de benadeelde partij, dan wel bij gehele of gedeeltelijke voldoening van de, aan de mededader(s) opgelegde, verplichting tot betaling aan de staat, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag.
Maatregel van schadevergoeding van € 6.706,93 subsidiair 134 dagen gijzeling
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 4] van een bedrag van € 6.706,93, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 134 dagen. Het bedrag bestaat uit een vergoeding voor materiële schade. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] :
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij geheel toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 4] van een bedrag van € 6.706,93, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 17 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
- bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door zijn mededader(s) aan de benadeelde partij, dan wel bij gehele of gedeeltelijke voldoening van de, aan de mededader(s) opgelegde, verplichting tot betaling aan de staat, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag.
Maatregel van schadevergoeding van € 599,77 subsidiair 11 dagen gijzeling
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 2] van een bedrag van € 599,77, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 11 dagen. Het bedrag bestaat uit een vergoeding voor materiële schade. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] :
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 2] van een bedrag van € 599,77, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
-bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is;
- bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade;
- bepaalt dat de verdachte bij gehele of gedeeltelijke betaling door zijn mededader(s) aan de benadeelde partij, dan wel bij gehele of gedeeltelijke voldoening van de, aan de mededader(s) opgelegde, verplichting tot betaling aan de staat, zal zijn bevrijd tot de hoogte van het betaalde bedrag.
Maatregel van schadevergoeding van € 80,20 subsidiair 1 dag gijzeling
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 7] van een bedrag van € 80,20, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 1 dag. Het bedrag bestaat uit een vergoeding voor materiële schade. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7] :
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij geheel toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 7] van een bedrag van
€ 80,20, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij [slachtoffer 9]
- verklaart [slachtoffer 9] niet-ontvankelijk in de vordering;
- bepaalt dat de benadeelde partij en verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Maatregel van schadevergoeding van € 820,- subsidiair 16 dagen gijzeling
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 11] van een bedrag van € 820,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 16 dagen. Het bedrag bestaat uit een vergoeding voor materiële schade. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 11] :
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij geheel toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 11] van een bedrag van € 820,- bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Maatregel van schadevergoeding van € 100,- subsidiair 2 dagen gijzeling
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 13] van een bedrag van € 100,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast van maximaal 2 dagen. Het bedrag bestaat uit een vergoeding voor materiële schade. De toepassing van deze gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 13] :
- wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij geheel toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij, [slachtoffer 13] van een bedrag van
€ 100,- bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 februari 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
- bepaalt dat verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.
Verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen
- verklaart verbeurd de volgende inbeslaggenomen goederen:
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.A. Mandemakers, voorzitter,
mr. C.M. Zandbergen en mr. S.F. Dijkman, leden,
in tegenwoordigheid van mr. A.E. van Langen - Wouda, griffier,
en is uitgesproken op 23 februari 2022.
de oudste rechter is buiten staat deze
uitspraak te ondertekenen