ECLI:NL:RBOBR:2022:5597
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Deelname aan een criminele organisatie en valsheid in geschrift binnen de agrarische sector
Op 20 december 2022 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van deelname aan een criminele organisatie en valsheid in geschrift. De verdachte, geboren in 1963 en bestuurder van een agrarisch adviesbureau, werd verweten dat hij samen met medeverdachten betrokken was bij het opmaken en gebruiken van valse geschriften in het kader van mestwetgeving en subsidieaanvragen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet kon worden aangemerkt als feitelijk leidinggevende aan de verboden gedragingen die onder feit 1 tot en met 6 waren ten laste gelegd, en sprak hem daarvan vrij. Echter, de rechtbank achtte het wel bewezen dat de verdachte deel uitmaakte van een criminele organisatie die zich bezighield met het plegen van misdrijven, waaronder valsheid in geschrift. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar en een bijzondere voorwaarde dat de verdachte gedurende de proeftijd geen advieswerkzaamheden in de agrarische sector mag verrichten. De uitspraak is gedaan na een uitgebreid onderzoek en meerdere zittingen, waarbij de rechtbank de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de organisatie in overweging nam.