ECLI:NL:RBOBR:2022:5549
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Deelname aan een criminele organisatie en valsheid in geschrift binnen de agrarische sector
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 20 december 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van deelname aan een criminele organisatie en valsheid in geschrift. De verdachte, geboren in 1967 en woonachtig in Nederland, was bestuurder van een agrarisch adviesbureau dat betrokken was bij het opmaken en gebruiken van valse geschriften. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte deel uitmaakte van een organisatie die zich bezighield met het plegen van misdrijven, waaronder valsheid in geschrift en het veranderen van inrichtingen zonder vergunning. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de feiten 1 tot en met 6, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan feit 7, namelijk deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat de organisatie het oogmerk had om misdrijven te plegen en dat hij een aandeel had in het verwezenlijken van dat oogmerk. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van drie jaren, met als bijzondere voorwaarde dat hij gedurende de proeftijd geen advieswerkzaamheden in de agrarische sector mag verrichten.