In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 26 oktober 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een architect, vertegenwoordigd door mr. A.A.P.M. Theunen, en de gemeente Heeze-Leende, vertegenwoordigd door mr. M.J. Mutsaers. De architect vorderde een voorlopige voorziening om te voorkomen dat de gemeente het werk voor de nieuwbouw van een gymzaal zou gunnen aan een andere architect, [A] B.V., na gebreken in de aanbestedingsprocedure. De gemeente had drie architecten uitgenodigd om een ontwerp in te dienen, maar de architect stelde dat er gebreken waren in de procedure, waaronder een wijziging van de puntenweging zonder adequate communicatie en onvoldoende beantwoording van vragen. De gemeente erkende deze gebreken, maar stelde dat de klus onder de drempel van € 30.000,00 viel en daarom niet aanbestedingsplichtig was.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de gebreken in de procedure niet genegeerd konden worden en dat de gemeente niet zomaar verder mocht praten met [A] B.V. De rechter benadrukte dat de gemeente zorgvuldig te werk moest gaan en dat de gebreken in de procedure een eerlijke kans voor de architect in gevaar hadden gebracht. De rechter verbood de gemeente om het werk te gunnen aan [A] B.V. totdat er een nieuwe procedure met waarborgen was doorlopen, waarbij de architect ook de kans kreeg om deel te nemen. Daarnaast werd de gemeente veroordeeld in de proceskosten van de architect, die op € 1.969,18 werden begroot, te vermeerderen met wettelijke rente.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in aanbestedingsprocedures en de noodzaak om gebreken adequaat te adresseren om een eerlijke kans voor alle betrokken partijen te waarborgen.