ECLI:NL:RBOBR:2022:5481
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beslissing op aanhoudingsverzoek in strafzaak met meerdere verdachten en prejudiciële vragen
Op 5 december 2022 vond een openbare zitting plaats bij de Rechtbank Oost-Brabant in 's-Hertogenbosch, waar de rechtbank een aanhoudingsverzoek behandelde in een strafzaak met meerdere verdachten. De rechtbank, bestaande uit voorzitter mr. C.A. Mandemakers en de leden mr. C.M. Zandbergen en mr. W.M.T. Keukens, heeft de zaak behandeld met betrekking tot de parketnummers 01.993255.20 tot en met 01.993363.20. Tijdens de zitting werd het verzoek tot aanhouding gedaan door mr. Kok, die in afwachting was van de uitkomst van prejudiciële vragen die aan de Hoge Raad zouden worden gesteld. De verdediging voerde aan dat het noodzakelijk was om de behandeling aan te houden totdat er duidelijkheid was over deze vragen, die van invloed konden zijn op de uitkomst van de zaak.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er op dat moment geen noodzaak was om de behandeling aan te houden, aangezien er nog geen vragen aan de Hoge Raad waren gesteld en de mogelijkheid om dit te doen pas recentelijk was geïntroduceerd. De rechtbank benadrukte dat de voortvarendheid van de strafrechtelijke procedures ook van belang is en dat het niet wenselijk is om zaken onnodig aan te houden. De rechtbank heeft de eerdere verzoeken tot onderzoek afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een heroverweging rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat zij voldoende informatie had om een beslissing te nemen zonder te wachten op de beantwoording van de prejudiciële vragen.
De beslissing van de rechtbank werd vastgelegd in een proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is ondertekend. De rechtbank heeft de verzoeken tot aanhouding en de herhaalde onderzoekswensen afgewezen, waarmee de behandeling van de strafzaak voortgezet kan worden.