Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[verweerster sub 1] B.V.,
1.De procedure
2.Het verzoek
‘consultation agreement’. Aansluitend is de heer [A] aangesteld als directeur van verzoekster. Na het vertrek van [verweerster sub 3] als managing director heeft verzoekster onregelmatigheden geconstateerd die zouden kunnen worden aangemerkt als overtreding(en) van de non-concurrentiebedingen en als onbehoorlijk bestuur. Verzoekster heeft vervolgens forensisch onderzoeksbureau [forensisch onderzoeksbureau] ingeschakeld. [forensisch onderzoeksbureau] heeft verder onderzoek verricht en geconstateerd dat PMT in de jaren 2019 en 2020 gebruikte Brausse-machines heeft aan- en verkocht. Ook is gebleken dat een toenmalig medewerker van verzoekster (de heer [B] ) buiten verzoekster om heeft gewerkt voor PMT c.q. [verweerster sub 3] en dat [verweerster sub 3] de door [B] gemaakte uren privé heeft uitbetaald. Verder heeft [forensisch onderzoeksbureau] geconstateerd dat [verweerster sub 3] , zijn zoon, de heer [B] en de heer [C] de vennootschap UPM UsedPackagingMachinery B.V. (hierna: UPM) hebben opgericht, met als bedrijfsactiviteit de handel in gebruikte grafische machines. UPM bood online machines ter verkoop aan, maar is per 22 december 2020 ontbonden, nadat [verweerster sub 3] door verzoekster was aangeschreven. Ten slotte heeft verzoekster geconstateerd dat verweersters mogelijk ook het anti-ronselbeding uit de APA hebben overtreden. [verweerster sub 3] heeft (voormalige) medewerkers van verzoekster benaderd om voor (een onderneming van) hem te komen werken. Drie medewerkers van verzoekster zijn daadwerkelijk overgenomen door een onderneming van [verweerster sub 3] .
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
“To the extent permitted by Law, all injunctions, provisional measures, requests for the preliminary hearing of witnesses shall be submitted to the exclusive jurisdiction of the District Court of Amsterdam, The Netherlands.”De APA is mede ondertekend door [verweerster sub 3] . Bij zijn handtekening staat vermeld:
“For it’s acceptance of it’s obligations pursuant to clause 12”.In artikel 12 van de APA zijn partijen non-concurrentiebedingen overeengekomen. Uit de stellingen van partijen blijkt dat partijen met “
requests for the preliminary hearing of witnesses”het oog hebben gehad op een verzoek(schrift) tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor.
is. Dat geldt ook voor verzoekschriftprocedures.”