In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 7 december 2022, worden de verzoeken om een voorlopige voorziening in de zaken SHE 22/2464 en SHE 22/2466 afgewezen. De verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van hun verzoek tot intrekking of wijziging van besluiten die de bouw van drie windturbines op locaties ten oosten van het knooppunt Galder mogelijk maken. Het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant had op 3 oktober 2022 deze verzoeken afgewezen, waarop de verzoekers in beroep zijn gegaan. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen sprake is van onverwijlde spoed die vereist dat het windpark tijdelijk wordt stilgelegd, aangezien het windpark beschikt over een onherroepelijke omgevingsvergunning. Bij de belangenafweging heeft de voorzieningenrechter het belang van de rechtszekerheid voor de vergunninghoudster en het algemeen belang van duurzame energievoorziening zwaar laten meewegen. De voorzieningenrechter concludeert dat de verzoeken om voorlopige voorziening niet toewijsbaar zijn, omdat de belangen van de vergunninghoudster en de duurzame energievoorziening zwaarder wegen dan de belangen van de verzoekers. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen hoger beroep of verzet open.