In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 30 november 2022, wordt het beroep van Stichting Groen Kempenland en Stichting Brabantse Milieufederatie tegen de verlening van een omgevingsvergunning voor de bouw van een vleesvarkensstal beoordeeld. De rechtbank behandelt de vraag of het ontbreken van een omgevingsvergunning voor de stalderingslocatie op het moment van aanvraag van het stalderingsbewijs in de weg staat aan de geldigheid van dat bewijs. De rechtbank concludeert dat dit niet het geval is. De eisers stellen dat de stalderingslocatie niet als dierenverblijf kan worden aangemerkt omdat er geen omgevingsvergunning milieu meer voorhanden was. De rechtbank oordeelt echter dat de voorwaarden voor stalderen niet vereisen dat de stalderingslocatie op het moment van stalderen nog over een omgevingsvergunning beschikt. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oirschot, maar laat de rechtsgevolgen in stand, waardoor de vergunninghoudster gebruik kan blijven maken van de verleende omgevingsvergunning. De rechtbank wijst erop dat de eisers recht hebben op vergoeding van griffierecht en proceskosten.