Wat de rechtbank vindt
7. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiser per datum in geding voor 30,99% arbeidsongeschikt is en dus geen recht heeft op een WIA-uitkering. De rechtbank zal dat hierna uitleggen.
8. Het UWV mag besluiten over iemands arbeidsongeschiktheid baseren op rapporten van verzekeringsartsen. Deze rapporten moeten dan wel aan een aantal voorwaarden voldoen: zij moeten op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen, ze mogen geen tegenstrijdigheden bevatten en de rapporten moeten begrijpelijk zijn. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat de rapporten die over hem zijn opgesteld niet aan deze voorwaarden voldoen.
De voorwaarden waaraan de rapporten moeten voldoen
9. De verzekeringsarts heeft de aanwezige medische informatie bestudeerd, een expertise laten verrichten en informatie opgevraagd bij de behandelend sector. Tevens heeft de verzekeringsarts eiser gezien en onderzocht tijdens een spreekuur. De verzekeringsarts beschrijft onder andere de door eiser naar voren gebrachte klachten, het dagverhaal en de diagnose. Zij heeft aangenomen dat eiser verminderd belastbaar is als rechtstreeks gevolg van ziekte. De belastbaarheid van eiser is beschreven in de FML van 28 mei 2021.
10. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het standpunt van de verzekeringsarts in zijn rapport van 1 november 2021 heroverwogen. Hij heeft het dossier bestudeerd, kennis genomen van de bezwaargronden en van de informatie van de behandelend sector. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft gemotiveerd waarom hij geen aanleiding ziet anders te denken over de belastbaarheid dan de arts.
11
.Over de medische informatie die eiser in beroep heeft overlegd, heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep gesteld dat deze informatie geen aanleiding geeft om het eerder ingenomen standpunt te wijzigen. Volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep volgt hieruit geen nieuwe informatie die een ander licht zouden werpen op de belastbaarheid van eiser op de datum in geding. Met de huidige beperkingen is in voldoende mate rekening gehouden met de klachten van eiser.
12. De verzekeringsartsen hebben alle klachten van eiser en de informatie van de behandelaars betrokken in hun beoordeling. Gelet op deze onderzoeksactiviteiten is de rechtbank van oordeel dat de medische rapporten zorgvuldig tot stand zijn gekomen. De verzekeringsartsen hebben bovendien eenduidig, inzichtelijk en zonder tegenstrijdigheden uitgelegd hoe hun beoordeling tot stand is gekomen. Dat betekent dat de rapporten aan de drie voorwaarden voldoen.
13. De verzekeringsarts heeft aangenomen dat eiser beperkingen ondervindt als rechtstreeks gevolg van ziekte en/of gebrek. In de FML heeft de verzekeringsarts beperkingen opgenomen voor het persoonlijk functioneren, sociaal functioneren, fysieke omgevingseisen, dynamische handelingen, statische houdingen en werktijden.
14. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 1 november 2021 uiteengezet waarom de conclusie van de verzekeringsarts over de belastbaarheid van eiser in stand kan blijven. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt net als de verzekeringsarts vast dat er sprake is van beperkingen. De aangenomen beperkingen sluiten aan bij de aard en ernst van de aanwezige medische problematiek. De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt vast dat er geen grond bestaat om verdergaande beperkingen aan te nemen.
15. Eiser voert aan dat hij meer beperkt is ten aanzien van met name de rubrieken 1 en 2. Eiser heeft ter ondersteuning van zijn standpunt een brief ingebracht van zijn behandelend arts. Hieruit blijkt volgens eiser dat zijn klachten wel degelijk medisch objectiveerbaar zijn. Dit bevestigt de onvolledigheid en de onjuiste aannames van de verzekeringsartsen.
16. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in zijn aanvullend rapport van 2 juni 2022 gemotiveerd waarom de ingediende stukken niet kunnen leiden tot verdergaande beperkingen. Ten aanzien van de brief van de behandelaar van 14 januari 2022 stelt de verzekeringsarts bezwaar en beroep vast dat deze brief informatie verschaft over de situatie van acht maanden na datum in geding. De situatie die door de behandelaar is omschreven kan niet als maatgevend worden beschouwd voor de medische situatie van eiser per datum in geding. Daarnaast merkt de verzekeringsarts bezwaar en beroep op dat er geen sprake is van vooringenomenheid. Op verzoek van het UWV heeft een expertisebureau een onderzoek verricht en gerapporteerd op 6 april 2021. Dit rapport is zorgvuldig en correct tot stand gekomen. Gebaseerd op een gevalideerd test onderzoek is uit dit onderzoek gebleken dat er sprake is van onderpresteren en overrapportage van klachten. Desondanks zijn er beperkingen aangenomen in verband met de ervaren klachten.
17. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de beoordeling door de verzekeringsarts bezwaar en beroep of zijn motivatie waarom de medische stukken die eiser heeft toegestuurd niet tot meer of andere beperkingen zouden moeten leiden. In de systematiek van de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling zijn niet de ervaren klachten of de diagnose doorslaggevend, maar de mate waarin beperkingen ten aanzien van het verrichten van arbeid als gevolg van die klachten objectief medisch kunnen worden onderbouwd. Zonder afbreuk te willen doen aan de door eiser ervaren impact van zijn klachten op het dagelijks leven, merkt de rechtbank op dat er geen medisch objectieve onderbouwing is voor verdergaande beperkingen op 24 februari 2021.
18. Eiser vindt dat de rechtbank een medisch deskundige moet benoemen omdat er twijfel is over de medische beoordeling.
19. Nu de rechtbank een reden heeft om te twijfelen aan de beoordeling door de verzekeringsarts bezwaar en beroep, wijst zij het verzoek om een deskundige te benoemen dan ook af.
De arbeidskundige beoordeling
20. Uitgaande van de juistheid van de bij eiser vastgestelde medische beperkingen ziet de rechtbank in wat eiser heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
21. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in zijn rapport van 5 november 2021 voldoende uitgelegd waarom deze functies geen overschrijdingen opleveren van de belastbaarheid van eiser. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de knelpunten beoordeeld en toegelicht waarom de functies geschikt zijn. Deze toelichtingen zijn voor de rechtbank begrijpelijk. Eiser heeft hier in beroep ook geen argumenten tegen aangevoerd.
De rechtbank vindt dan ook dat het UWV voldoende duidelijk heeft onderbouwd, dat eiser in staat is de functies te vervullen.
22. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft berekend dat eiser op datum in geding met de middelste van deze functies 69,01% kan verdienen van het loon dat hij voorheen verdiende als meewerkend voorman schoonmaak onderhoud, zodat eiser voor de overige 30,99% arbeidsongeschikt is.
Nieuwe ziekmelding/ Amber
23. In deze zaak staat de vraag centraal of eiser per datum in geding recht heeft op een WIA-uitkering. De melding van verslechtering ruim na de datum in geding en de vraag of die al dan niet terecht is aangemerkt als een nieuwe ziektemelding vallen buiten de omvang van dit geding. Het is een apart geschil waarover de rechtbank in deze zaak niet kan beslissen.
Besluit voldoende gemotiveerd
24. De rechtbank overweegt tot slot nog dat eiser niet gevolgd kan worden in zijn stelling dat het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd. Het UWV heeft aan zijn motiveringsplicht voldaan door te verwijzen naar de rapporten van de verzekeringsarts (bezwaar en beroep) en de arbeidsdeskundige (bezwaar en beroep). Eiser heeft verder niet nader gespecificeerd waarom deze motivering niet voldoende en ondeugdelijk is. Uit het enkele feit dat het UWV hem geen gelijk heeft gegeven, kan niet worden afgeleid dat het bestreden besluit in strijd is met het motiveringsbeginsel.