Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.[eiser sub 1] ,
C.W.M. SLEGERS
BARKON B.V.,
1.[gedaagde sub 1] ,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 16 februari 2022
- de akte uitlating over uitblijven van deskundigenonderzoek van [eisers] c.s.
- de akte van [gedaagden] c.s..
2.Inleiding
3.De verdere beoordeling in conventie en in reconventie
Het deskundigenonderzoek
- De post “Voorziening bouwkosten project Urban Suites Roermond” van € 1.030.190,‑- (pagina 20) is niet onderbouwd, is niet tussen partijen overeengekomen en hoort niet in deze jaarrekening thuis. (Ook voor de rechtbank is niet duidelijk waarom bouwkosten aan de orde zijn bij een vennootschap die zich niet met de bouw bezig houdt maar alleen met de aan- en verkoop van grond.)
- Hetzelfde geldt voor de post “Doorbelaste salariskosten” van € 534.824,‑- (pagina 20), waarmee [gedaagden] c.s. door middel van HDM en/of andere vennootschappen projectgelden aan zichzelf heeft uitbetaald. Ook als het om legitieme kosten zou gaan, had [gedaagden] c.s. die kosten uit zijn winstaandeel van 10% moeten betalen. (Voor de rechtbank is niet duidelijk welke vennootschap deze salariskosten om welke redenen aan E&E Vastgoed heeft doorbelast.)
- Het veel te lage banksaldo van E&E Vastgoed is ook veroorzaakt door de onttrekkingen in rekening-courant door Earth & Eternity BV en [gedaagde sub 3] BV (pagina 17, respectievelijk € 853.340, en € 10.500,).
- B: subsidiaire vorderingen 1 en 2;
- C: de vorderingen ii tot en met vii;
- E: de vordering tot opheffing van de beslagen.
- vordering 8;
- vordering 11.
.
- In de eindafrekening moeten de gezamenlijke projecten worden betrokken waarvan al voor 1 juli 2018 met de bouw was gestart of in ieder geval E&E Vastgoed het vastgoed voor het project had gekocht. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met inkomsten en uitgaven van na die datum.
- Gezamenlijke projecten die op 1 juli 2018 nog in voorbereiding waren en waarvan de aankoop en bouw pas na 1 juli 2018 hebben plaatsgevonden, worden niet in de eindafrekening meegenomen. Deze projecten spelen alleen een rol bij de door [eisers] c.s. gevorderde schadevergoeding in verband met gederfde winst uit toekomstige projecten en/of de waardering van de aandelen van Vironi in E&E Duurzaam Bouwen.
- Project 1: Budel-Schoot, Stribosch Hof;
- Project 12: Mundo Verde, Mallorca;
- Project 22: Gorinchem, Familie [naam] .
- Project 10: Heythuysen;
- Project 13: Boxtel (Dommelhof);
- Project 14: Liempde (Het Klompenhof);
- Project 15: Nieuwegein Hof van Jutphaas;
- Project 16: Nieuwbouw Veghels Buiten;
- Project 17: Venray;
- Project 18: Asten (Het Zonnehof);
- Project 20: Marconilaan Nieuwegein (Eco Comfort Suites);
- Project 21: Lage Heide, Dommelen;
- Project 23: Woongroep Nuenen.
- Project 5: Ernst Casimirstraat/Wilhelminaplein Roermond (eerste straat);
- Project 8: Sunweb Challenge Centra Sittard (Sun Village);
- Project 11: Wilhelminaplein/Ernst Casimirstraat Roermond (tweede straat).
- de wijze van uitvoering van de eindafrekening (3.16)
- de andere kwesties die in de eindafrekening moeten worden betrokken (3.17);
- partijen kunnen zich uitlaten over de vraag of de personeelskosten van HDM in de eindafrekening moeten worden betrokken (3.18);
- over welk bewijsmateriaal beschikt [eisers] c.s. in verband met het tijdstip waarop Het Ambachtshuis en Barkon zijn gestopt met het doorstorten van aanneemsommen en over de besteding van de achtergehouden bedragen (3.22 en 3.26);
- partijen kunnen zich uitlaten over alternatieven voor een deskundigenbericht in verband met de economische waarde waarop Vironi recht heeft als zij een good leaver blijkt (3.23);
- [gedaagden] c.s. kan een schriftelijke verklaring overleggen van de accountant die de jaarrekening van E&E Vastgoed over 2017 heeft opgesteld of die accountant meenemen naar de eerste comparitie (3.29);
- over welk bewijsmateriaal beschikt [eisers] c.s. in verband met de liquide middelen van Het Ambachtshuis en Barkon op 5 maart 2018 (3.31);
- over welk bewijsmateriaal beschikt [gedaagden] c.s. in verband met de liquide middelen van E&E Vastgoed en E&E Duurzaam Bouwen op 5 maart 2018 (3.32);
- over welk bewijsmateriaal beschikt [eisers] c.s. in verband met zijn stelling over het wegsluizen van grote bedragen uit E&E Vastgoed en E&E Duurzaam Bouwen naar HDM en [gedaagde sub 3] BV (3.35);
- over welk bewijsmateriaal beschikken partijen in verband met het doorgaan van andere projecten en/of de start van de uitvoering van die andere projecten waarbij dat nog ter discussie staat (3.52);
- over welk bewijsmateriaal beschikken partijen in verband met de vraag of de andere projecten gezamenlijk waren voor zover daarover nog moet worden beslist (3.53);
- over welk bewijsmateriaal beschikken partijen in verband met de inkomsten en uitgaven van de andere projecten die in de eindafrekening moeten worden betrokken (3.54).
- het standpunt van [gedaagden] c.s. dat de managementfees voor Vironi een voorschot waren op het aandeel van Vironi van 10% volgens de verdeelsleutel (3.20);
- het verwijt van [gedaagden] c.s. over de allocatie van kosten, in het kader van zowel de opzegging door [gedaagden] c.s. als vordering 6 van [gedaagden] c.s. (3.25 en 3.40);
- de aard en omvang van alle schadevorderingen van [eisers] c.s. (3.38);
- vordering 10 van [gedaagden] c.s. in verband met onbevoegde vertegenwoordiging (3.41)
- de aard en omvang van alle schadevorderingen van [gedaagden] c.s. (3.42);
- de overige vorderingen die op de eerdere comparitie nog niet zijn behandeld (3.43 e.v.);
- de feiten en omstandigheden die van belang zijn voor de schatting van de eventuele schadevergoeding voor [eisers] c.s. in verband met toekomstige projecten (3.55).
4.De beslissing
’sHertogenboschaan de Leeghwaterlaan 8,