14. Ten slotte is het college uit de omgevingsdialoog gebleken dat er weerstand bestaat tegen het plan en al overlast is ervaren van feesten en partijen die zonder omgevingsvergunning zijn gehouden.
14. Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bijvoorbeeld in de uitspraak van 17 augustus 2022 (ECLI:NL:RVS:2022:2380) heeft overwogen, komt het college bij de beslissing om al dan niet toepassing te geven aan de hem toegekende bevoegdheid om in afwijking van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning te verlenen, beleidsruimte toe en moet het de betrokken belangen afwegen. De rechtbank beoordeelt aan de hand van de beroepsgronden of het besluit in overeenstemming is met het recht. Daarbij kan aan de orde komen of de nadelige gevolgen van het besluit onevenredig zijn in verhouding tot de met dat besluit te dienen doelen. 14. Eiseres keert zich tegen het standpunt van het college dat haar plan niet in voldoende parkeerplaatsen voorziet. Zij heeft in de ruimtelijke onderbouwing de norm gehanteerd van 4 parkeerplaatsen per 100 m2 bruto vloeroppervlakte (bvo) behorend bij de categorie ‘café, discotheek, cafetaria’, waardoor 13 parkeerplaatsen nodig zijn. Volgens eiseres beschikt zij over 10 parkeerplaatsen op eigen terrein en over drie parkeerplaatsen bij de woning bij het congresgebouw, zodat in voldoende parkeerplaatsen wordt voorzien. Weliswaar is er volgens het college al een tekort aan parkeerplaatsen, maar dat mag, volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, buiten beschouwing worden gelaten, aldus eiseres.
14. Eiseres en het college zijn, bij het berekenen van het vereiste aantal parkeerplaatsen in de ruimtelijke onderbouwing, uitgegaan van het door het college gehanteerde beleid, zoals neergelegd in de Nota Parkeernormen Uden 2018 van de gemeente Uden. Beide partijen gaan alleen uit van de parkeerbehoefte die ontstaat door de beoogde functie-uitbreiding met horecagerelateerde activiteiten.
14. Voor het berekenen van het aantal vereiste parkeerplaatsen dient eerst te worden vastgesteld hoeveel vloeroppervlak voor de nieuwe functie gebruikt zal gaan worden. Bij de vaststelling van het aantal parkeerplaatsen heeft het college, uitgaande van een worst casescenario, ook de bovenverdieping in de berekening meegenomen. Naar het oordeel van de rechtbank diende het college echter alleen uit te gaan van de aanvraag voor het plan en wat daarin is vermeld. In het aanvraagformulier staat dat het gaat om een functieuitbreiding met horeca-gerelateerde activiteiten op de begane grond. Volgens de aanvraag heeft de functie-uitbreiding dus geen betrekking op de verdieping. Als bij het beoordelen van het aantal parkeerplaatsen alleen wordt uitgegaan van een functie-uitbreiding op de begane grond, gaat het om een vloeroppervlak van 318 m².
14. Voor de vaststelling van het vereiste aantal parkeerplaatsen, dient vervolgens te worden vastgesteld wat de parkeernormen zijn die horen bij de beoogde functie-uitbreiding. Daarin volgt de rechtbank het college wel. In de ruimtelijke onderbouwing, die onderdeel is van de aanvraag, staat dat de horeca-activiteiten bestaan uit zelfstandige zaalverhuur, gericht op de particuliere verhuur voor feesten en partijen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college, gezien deze passage in de ruimtelijke onderbouwing, voor de vaststelling van de parkeernormen redelijkerwijs kunnen aansluiten bij de in het parkeerbeleid gehanteerde norm voor ‘evenementenhal, beursgebouw, congresgebouw’ in plaats van de categorie ‘café, discotheek, cafetaria’. De categorie ‘evenementenhal, beursgebouw, congresgebouw’ sluit namelijk beter aan bij particuliere feesten en partijen dan de categorie ‘café, discotheek en cafetaria’. Voor deze laatste categorie worden doorgaans minder bezoekers verwacht die hun auto parkeren. Bovendien is de verwachting dat bezoekers bij de laatste categorie meer verspreid gedurende de openingstijden komen en gaan. Dit betekent dat voor de voorgenomen functiewijziging van het congrescentrum een parkeerbehoefte geldt van 16 parkeerplaatsen, in plaats van de 13 parkeerplaatsen waar eiseres vanuit gaat.
14. Aan deze parkeerbehoefte kan niet worden voldaan, omdat eiseres op het perceel met 10 parkeerplaatsen over onvoldoende parkeerruimte beschikt. Ook als voor het vaststellen van de parkeerbehoefte wel zou worden uitgegaan van de categorie ‘café, discotheek, cafetaria’, zou niet worden voldaan aan de daarbij behorende parkeerbehoefte, omdat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat met de drie parkeerplaatsen die horen bij de naastgelegen particuliere woning, onvoldoende is geborgd dat deze kunnen worden ingezet om aan de parkeerbehoefte te voldoen. Bij verkoop van de woning kan immers niet langer over deze parkeerplaatsen worden beschikt.
14. Het betoog van eiseres leidt niet tot het ermee beoogde doel, te weten verlening van de omgevingsvergunning. De rechtbank komt namelijk tot de conclusie dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de beschikbare parkeerruimte onvoldoende is om te voorzien in de parkeerbehoefte die gepaard gaat met de aanvraag van eiseres, zij het op basis van een gedeeltelijk onjuiste motivering. De motivering van het college is niet juist, omdat het college bij de vaststelling van de parkeerbehoefte is uitgegaan van een onjuist bvo. Het bestreden besluit is daarom in zoverre niet voorzien van een deugdelijke motvering.
14. Eiseres keert zich vervolgens tegen het standpunt van het college dat het niet realistisch is om tijdens horeca-activiteiten te rekenen met een geluidniveau van 71 dB(A). Bij feesten waarbij geen muziek wordt gemaakt of slechts achtergrondmuziek aanwezig is, is het gewenste muziekgeluidniveau van 71 dB(A) wel realistisch, aldus eiseres. Eiseres voert daartoe aan dat een maximale geluidproductie met achtergrondmuziek afdoende is voor de lokale oudere doelgroep. Deze doelgroep gebruikt voor deze feesten geen versterkte livemuziek. Verder stelt eiseres dat er maar een beperkt aantal klachten zijn geweest, waarvan geen enkele betrekking had op geluidsoverlast. Er zijn omwonenden die zorgen hebben geuit over mogelijke overlast door vertrekkende bezoekers. Om tegemoet te komen aan deze zorgen, heeft de aanvrager toegezegd de vertrekkende bezoekers vanaf 01.00 uur te begeleiden tot en met hun vertrek van de parkeerplaats, zodat mogelijke overlast tot een minimum beperkt kan blijven.
14. Uit het bestreden besluit blijkt niet dat het college het geluid afkomstig van aankomende en vertrekkende bezoekers aan de weigering van de omgevingsvergunning ten grondslag heeft gelegd. Het feit dat eiseres heeft toegezegd deze vorm van hinder tot een minimum te beperken, kan dan ook niet tot gegrondverklaring van het beroep leiden.
14. In het akoestisch onderzoek industrielawaai over de Loods (akoestisch onderzoek) van Agel adviseurs (aangepaste versie van 18 september 2020), dat onderdeel is van de aanvraag, staat dat geen overschrijding optreedt bij een muziekgeluidniveau (Laeq) in de Loods van 71 dB(A). Het college heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen instellen dat het niet realistisch is dat bij feesten en partijen slechts geluid wordt geproduceerd met dat niveau. Daarbij heeft het college het akoestisch onderzoek van eiseres kunnen betrekken, waarin staat dat een muziekniveau van 71 dB(A) voor horeca-activiteiten met een hoge geluidsproductie niet toereikend is. Een geluidniveau van 71 dB(A) is volgens het akoestisch onderzoek te vergelijken met achtergrondmuziek. Een geluidniveau met achtergrondmuziek past bij een restaurant, koffiehuis of kantine, maar niet bij feesten en partijen waar doorgaans livemuziek of discomuziek wordt afgespeeld. Uit de aanvraag blijkt niet dat de horeca-activiteiten beperkt zullen blijven tot achtergrondmuziek in een restaurant, koffiehuis of kantine, of tot feesten en partijen voor ouderen, voornamelijk afkomstig uit Volkel, nog los van de vraag of een dergelijke beperking voor het college handhaafbaar zou zijn. Daarbij neemt de rechtbank verder in aanmerking dat, als feesten en partijen beperkt blijven tot overwegend ouderen, dit niet uitsluit dat livemuziek of discomuziek wordt afgespeeld. Het tweede betoog van eiseres slaagt niet.