In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 12 oktober 2022 een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor een minderjarige, die door wachtlijstproblematiek nog niet geplaatst kon worden in een geschikte instelling. De gedragsproblematiek van de minderjarige was verergerd, waardoor een gesloten plaatsing noodzakelijk werd geacht. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er grote zorgen zijn over de veiligheid van de minderjarige en zijn omgeving, en dat eerdere plaatsingen niet succesvol waren door incidenten en agressief gedrag van de minderjarige.
De gecertificeerde instelling (GI) had op 12 oktober 2022 een mondeling verzoek ingediend, gevolgd door een schriftelijk verzoek. De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder eerdere beschikkingen die de minderjarige onder toezicht stelden en machtigingen verleenden voor uithuisplaatsing en gesloten jeugdhulp. De kinderrechter oordeelde dat de situatie van de minderjarige zo ernstig was dat een behandeling op zitting niet kon worden afgewacht zonder direct gevaar voor de jeugdige.
De kinderrechter verleende de spoedmachtiging voor de duur van vier weken, tot 9 november 2022, en hield de beslissing op het verzoek voor het overige aan. De GI werd verzocht om een verklaring van de gedragswetenschapper over te leggen, en er werd een zitting gepland op 24 oktober 2022 om de belanghebbenden te horen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.