Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
Met betrekking tot het subsidiair ten laste gelegde refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
De bewezenverklaring.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
T.a.v. primair: medeplegen van poging tot doodslag
een gevangenisstraf voor de duur van dertig (30) maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht waarvan tien (10) maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaren.
- dat veroordeelde zich binnen 48 uur na het ingaan van de proeftijd bij Reclassering Nederland, te Eindhoven (adres Polluxstraat 114-116 (tel. 088-8041504)), meldt. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
- dat veroordeelde verblijft bij Exodus of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start bij beschikbaarheid van het aanbod. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
- dat veroordeelde geen alcohol gebruikt en dat veroordeelde meewerkt aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd;
- dat veroordeelde op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer] heeft of zoekt, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt; en
- dat veroordeelde beschikt over zinvolle dagbesteding, bij voorkeur in de vorm van opleiding of werk of een combinatie van beide, zo lang de reclassering het noodzakelijk acht.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit nodig acht, daaronder begrepen.