ECLI:NL:RBOBR:2022:4455

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
13 oktober 2022
Publicatiedatum
13 oktober 2022
Zaaknummer
01-879478-19
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie

Op 13 oktober 2022 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van een groot aantal vuurwapens, munitie en onderdelen van vuurwapens. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met een medeverdachte, op 4 april 2019 in Helmond diverse vuurwapens en munitie in zijn kantoorruimte heeft opgeslagen. Tijdens de doorzoeking zijn in een kluis en verborgen ruimtes wapens, munitie en onderdelen aangetroffen. De verdachte had wetenschap van en beschikkingsmacht over deze wapens, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van medeplegen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en heeft vastgesteld dat het ongecontroleerde bezit van vuurwapens een verhoogd risico op geweldsdelicten met zich meebrengt. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en heeft zich in het criminele circuit begeven, wat als strafverzwarend is meegewogen. De rechtbank heeft ook de teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte gelast, nu het belang van strafvordering zich daar niet meer tegen verzet.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Team strafrecht
Parketnummer: 01/879478-19
Datum uitspraak: 13 oktober 2022
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboortedatum] 1990,
wonende te [adres 1] ,
thans gedetineerd te: P.I. Middelburg.
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 29 september 2022. De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 28 mei 2021. Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 04 april 2019 te Helmond tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (een) vuurwapen(s) van categorie III onder 1, te weten
1) een revolver van het merk Ruger, model Bearcat, kaliber .22 long rifle, wapennummer 4325 [goednummer 1491741];
2) een pistool van het merk Walther, model GSP, kaliber .22 long rifle, wapennummer 204406 [goednummer 1491690];
3) een pistool van het merk Unique, model DES69, kaliber .22 long rifle, wapennummer 763162 [goednummer 1491710];
4) een pistool van het merk Unique, model DES69, kaliber .22 long rifle, wapennummer 759839 [goednummer 1491713];
5) een pistool van het merk GSG, model 1911, kaliber .22 long rifle, wapennummer A483026 [goednummer 1491749];
6) een pistool, merk Stoeger, model Luger-22, kaliber .22 long rifle, wapennummer CL07394 [goednummer 1491693];
7) een pistool van het merk High Standard, model Supermatic Citation 106 Military, kaliber .22 long rifle, wapennummer 2120906 [goednummer 1491734];
8) een pistool van het merk Browning, model Buck Mark, kaliber .22 long rifle, wapennummer 515MM04390 [goednummer 1491716];
9) een pistool, merk Canik 55, model Dolphin, kaliber 9x19 millimeter, wapennummer T6472-09 H0001021 [goednummer 1491755];
10) een pistool van het merk Canik 55, model S120, kaliber 9x19 millimeter, wapennummer T6472-10 AE00269 [goednummer 1491724];
11) een pistool van het merk Canik 55, model S120, kaliber 9x19 millimeter, wapennummer T6472-10 AE00264 [goednummer 1491705];
12) een pistool van het merk Armscor, model M1911-A2 FS, kaliber 9x19 millimeter, wapennnummer A1257587 [goednummer 1491703];
13) een pistool van het merk FEG, model P9M, kaliber 9 millimeter Parabellum [goednummer 1491711];
14) een pistool van het merk Ruger, model P85, kaliber 9x19 millimeter, wapennummer 300-20724 [goednummer 1491739];
15) een pistool, merk CZ, model 75B, kaliber 9 millimeter Luger, wapennummer A355691 [goednummer 1491720];
16) een pistool van het merk Pardini, model GT9, kaliber 9x19 millimeter, wapennummer ARL0569 [goednummer 1491742];
17) een pistool van het merk Norinco, model NZ75, kaliber 9x19 millimeter, wapennummer 306923 [goednummer 1491743];
18) een pistool van het merk Llama, model 82, kaliber 9 millimeter Parabellum, wapennummer 04317-95 [goednummer 1491715];
19) een pistool van het merk Walther, model P1, kaliber 9x19 millimeter [goednummer 1491700];
zijnde (een) vuurwapen(s) in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool,
en/of
munitie van categorie III, te weten
a.
a) 100 randvuurkogelpatronen van het merk CCI, kaliber .22 long rifle [goednummer 1491822];
b) 200 volmantel centraalvuurkogelpatronen, kaliber 7,65 millimeter [goednummer 1493407];
c) 590 volmantel centraalvuurkogelpatronen van het merk Sellier & Bellot, kaliber 9x19 millimeter [goednummers 1491216-14911820];
d) 25 volmantel centraalvuurkogelpatronen, kaliber 7,62x39 millimeter [goednummer 1491828];
en/of
onderdelen van een vuurwapen van categorie III onder 1, te weten
I) 2 wisselsets, merk Pardini, kaliber .22 long rifle en kaliber .32 Smith & Wesson [goednummers 1491752-1491753-1491758];
II) 1 wisselset, merk Beretta [goednummers 1491756-1491760];
voorhanden heeft gehad.
2.
hij op of omstreeks 04 april 2019 te Helmond tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie I onder 3, te weten een geluiddemper, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De beoordeling van de ten laste gelegde feiten.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie is van mening dat beide ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft bepleit dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken van beide ten laste gelegde feiten.
Het oordeel van de rechtbank.

Ten aanzien van feit 1 en feit 2
De bewijsmiddelen
Omwille van de leesbaarheid van het vonnis wordt voor wat betreft de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen verwezen naar de bij dit vonnis gevoegde bewijsbijlage. De inhoud van die bijlage dient als hier herhaald en ingelast te worden beschouwd.
Nadere overwegingen van de rechtbank
Ter terechtzitting van 29 september 2022 heeft de verdediging een aantal bewijsverweren gevoerd. Deze verweren vinden hun weerlegging in de inhoud van de bewijsmiddelen zoals die in de bijlage van dit vonnis zijn opgenomen. De door de verdediging aangevoerde feiten en omstandigheden zijn niet van zulke aard en ernst, dat de voor het bewijs gebruikte bewijsmiddelen als onbetrouwbaar moeten worden aangemerkt of daarover gerede twijfel is ontstaan.
Uit de inhoud van de bewijsmiddelen en het onderzoek ter terechtzitting blijkt het volgende. Bij de doorzoeking ter inbeslagname op 4 april 2019 in de kantoorruimte van het bedrijfspand van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] zijn in een kluis en in een verborgen ruimte in een poef wapens, munitie en onderdelen van vuurwapens aangetroffen. Verdachte maakte (veelvuldig) gebruik van deze kantoorruimte. Op één van beide bureaus in de kantoorruimte werd een laptoptas met daarin een MacBook en een kladblok aangetroffen. Verdachte heeft tijdens de zitting verklaard de MacBook te gebruiken. Op het kladblok stonden diverse namen van vuurwapens met de bijbehorende prijzen geschreven. Op de MacBook is een brief met instructies met een evident crimineel karakter aangetroffen. Daarnaast zijn op deze MacBook zoekslagen uitgevoerd die betrekking hebben op verschillende wapens. Naast deze laptoptas is op het bureau een BQ Aquaris aangetroffen. Dergelijke mobiele telefoons worden, zo is de rechtbank ambtshalve bekend, vaak als cryptofoon gebruikt. In de brief met instructies wordt over het gebruik van een dergelijke telefoon gesproken. Uit de brief blijkt verder dat degene die de brief heeft opgesteld een sweepbedrijf heeft en verdachte heeft ter terechtzitting van 29 september 2022 verklaard dat hij een dergelijk bedrijf had in de ten laste gelegde periode. De rechtbank gaat er dan ook van uit dat verdachte degene is die de brief heeft opgesteld. Gelet op de wijze van aantreffen van de MacBook en het kladblok (gezamenlijk in de laptoptas) en de BQ Aquaris (ernaast) gaat de rechtbank ervan uit dat verdachte bij al deze goederen betrokkenheid had.
De rechtbank leidt uit het vorenstaande, in onderlinge samenhang beschouwd, af dat het niet anders kan dan dat verdachte niet alleen wetenschap had van de wapens in zijn kantoor, maar daarover ook beschikkingsmacht had.
Medeplegen
Uit de inhoud van de bewijsmiddelen en het onderzoek ter terechtzitting blijkt dat niet alleen verdachte wetenschap en beschikkingsmacht over de ten laste gelegde wapens had, maar dat medeverdachte [medeverdachte] dit ook had. Hij was immers medehuurder van de loods en medegebruiker van de kantoorruimte waar de wapens zijn aangetroffen. Bovendien was hij in bezit van de druppel waarmee de verborgen ruimte in de poef kon worden geopend. Nu beide verdachten wetenschap en beschikkingsmacht over de vuurwapens en munitie hadden, kan naar het oordeel van de rechtbank gesproken worden van een nauwe en bewuste samenwerking. Daarmee acht de rechtbank het ten laste gelegde medeplegen bewezen.
Partiële vrijspraak munitie
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onder feit 1 sub b ten laste gelegde. Uit het dossier blijkt de rechtbank onvoldoende dat de categorisering op pagina 121 en 122 de op 4 april 2019 aan de [adres 2] aangetroffen munitie betreft, nu in het proces-verbaal van doorzoeking geen goed- en/of SIN-nummers zijn opgenomen en de KVI van deze munitie zich niet in het dossier bevindt.
De conclusie
Gelet op de inhoud van de uitgewerkte bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien met hetgeen hiervoor is overwogen, acht de rechtbank de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, zoals hierna onder “De bewezenverklaring” nader zal worden omschreven.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte
1.
op 04 april 2019 te Helmond tezamen en in vereniging met een ander, vuurwapens van categorie III onder 1, te weten
1) een revolver van het merk Ruger, model Bearcat, kaliber .22 long rifle, wapennummer 4325 [goednummer 1491741];
2) een pistool van het merk Walther, model GSP, kaliber .22 long rifle, wapennummer 204406 [goednummer 1491690];
3) een pistool van het merk Unique, model DES69, kaliber .22 long rifle, wapennummer 763162 [goednummer 1491710];
4) een pistool van het merk Unique, model DES69, kaliber .22 long rifle, wapennummer 759839 [goednummer 1491713];
5) een pistool van het merk GSG, model 1911, kaliber .22 long rifle, wapennummer A483026 [goednummer 1491749];
6) een pistool, merk Stoeger, model Luger-22, kaliber .22 long rifle, wapennummer CL07394 [goednummer 1491693];
7) een pistool van het merk High Standard, model Supermatic Citation 106 Military, kaliber .22 long rifle, wapennummer 2120906 [goednummer 1491734];
8) een pistool van het merk Browning, model Buck Mark, kaliber .22 long rifle, wapennummer 515MM04390 [goednummer 1491716];
9) een pistool, merk Canik 55, model Dolphin, kaliber 9x19 millimeter, wapennummer T6472-09 H0001021 [goednummer 1491755];
10) een pistool van het merk Canik 55, model S120, kaliber 9x19 millimeter, wapennummer T6472-10 AE00269 [goednummer 1491724];
11) een pistool van het merk Canik 55, model S120, kaliber 9x19 millimeter, wapennummer T6472-10 AE00264 [goednummer 1491705];
12) een pistool van het merk Armscor, model M1911-A2 FS, kaliber 9x19 millimeter, wapennnummer A1257587 [goednummer 1491703];
13) een pistool van het merk FEG, model P9M, kaliber 9 millimeter Parabellum [goednummer 1491711];
14) een pistool van het merk Ruger, model P85, kaliber 9x19 millimeter, wapennummer 300-20724 [goednummer 1491739];
15) een pistool, merk CZ, model 75B, kaliber 9 millimeter Luger, wapennummer A355691 [goednummer 1491720];
16) een pistool van het merk Pardini, model GT9, kaliber 9x19 millimeter, wapennummer ARL0569 [goednummer 1491742];
17) een pistool van het merk Norinco, model NZ75, kaliber 9x19 millimeter, wapennummer 306923 [goednummer 1491743];
18) een pistool van het merk Llama, model 82, kaliber 9 millimeter Parabellum, wapennummer 04317-95 [goednummer 1491715];
19) een pistool van het merk Walther, model P1, kaliber 9x19 millimeter [goednummer 1491700];
zijnde vuurwapens in de vorm van een revolver en pistool,
en
munitie van categorie III, te weten
a.
a) 100 randvuurkogelpatronen van het merk CCI, kaliber .22 long rifle [goednummer 1491822];
c) 590 volmantel centraalvuurkogelpatronen van het merk Sellier & Bellot, kaliber 9x19 millimeter [goednummers 1491216-14911820];
d) 25 volmantel centraalvuurkogelpatronen, kaliber 7,62x39 millimeter [goednummer 1491828];
en
onderdelen van een vuurwapen van categorie III onder 1, te weten
I) 2 wisselsets, merk Pardini, kaliber .22 long rifle en kaliber .32 Smith & Wesson [goednummers 1491752-1491753-1491758];
II) 1 wisselset, merk Beretta [goednummers 1491756-1491760];
voorhanden heeft gehad.
2.
op 04 april 2019 te Helmond tezamen en in vereniging met een ander, een wapen van categorie I onder 3, te weten een geluiddemper, voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.

De strafbaarheid van de feiten.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden, met aftrek van voorarrest, wordt opgelegd.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft geen standpunt met betrekking tot de strafmaat bepleit.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een groot aantal vuurwapens, munitie en onderdelen van vuurwapens. Het ongecontroleerde bezit van een vuurwapen verhoogt het risico op een levensbedreigend geweldsdelict. Daarom moet streng worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens. Uit de notities op het kladblok en aangetroffen instructies op de laptop van verdachte leidt de rechtbank af dat verdachte zich bezighoudt met wapenhandel en zich in het criminele circuit bevindt. Dit neemt de rechtbank als strafverzwarende factor mee. Verdachte heeft kennelijk gehandeld uit puur winstbejag en zich niets aangetrokken van de veiligheidsrisico’s die aan grootschalig wapenbezit zijn verbonden. Daarnaast heeft hij er ter terechtzitting geen blijk van gegeven dat hij het verwijtbare van zijn handelen inziet en heeft hij geen verantwoordelijkheid genomen.
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank aansluiting gezocht bij de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten. De oriëntatiepunten dienen als vertrekpunt bij het bepalen van de straf.
De rechtbank is van oordeel dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

Beslag.

De rechtbank zal de teruggave gelasten van het in het dictum nader te noemen in beslag genomen voorwerp aan verdachte nu naar het oordeel van de rechtbank het belang van strafvordering zich niet meer verzet tegen de teruggave van het in beslag genomen goed.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en
artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:
verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart dat het bewezen verklaarde oplevert de misdrijven:
t.a.v. feit 1
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd

en

medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd
t.a.v. feit 2:
medeplegen van handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
legt op de volgende straf.
t.a.v. feit 1 en feit 2
 een
gevangenisstrafvoor de duur van
42 maanden
beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.

Beslissing op het beslag

gelastde teruggave van het in beslag genomen voorwerp, te weten een contant geldbedrag ter waarde van € 1.583,- [goednummer 1491172] aan de verdachte, [verdachte] , onder wie het voorwerp in beslag is genomen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M. Kleijn Hesselink, voorzitter,
mr. E. Boersma en mr A. Bernsen, leden,
in tegenwoordigheid van mr. C. Pauw, griffier,
en is uitgesproken op 13 oktober 2022.