Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.primair.
hij op of omstreeks 4 juni 2018 te Oss tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door meermalen, althans eenmaal met een vuurwapen op die [slachtoffer] te schieten;
1.subsidiair.
hij op of omstreeks 4 juni 2018 te Oss [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] één of meermalen in/tegen het gezicht te slaan en/of stompen;
heropenthet onderzoek ter terechtzitting;
schorsthet onderzoek
voor onbepaalde tijd(gelijktijdige inhoudelijke behandeling met de medeverdachte [medeverdachte] (01/880162-18); 180 minuten), teneinde de drie getuigen zoals omschreven in het tussenvonnis inzake de medeverdachte d.d. 13 oktober 2022 door de rechter-commissaris te laten horen;
bepaaltdat de raadsman in de gelegenheid wordt gesteld om de getuigenverhoren in de zaak van de medeverdachte die zullen worden gehouden door de rechter-commissaris bij te wonen. De rechter-commissaris zal de raadsman op de hoogte (laten) stellen wanneer de getuigen worden gehoord. De raadsman dient vervolgens uiterlijk 7 dagen voorafgaand aan de verhoren aan de rechter-commissaris aan te geven bij welke getuigenverhoren hij aanwezig zal zijn. De agenda van de rechter-commissaris is bij de planning van de verhoren leidend; indien de raadsman verhinderd is, zal hij voor vervanging zorg moeten dragen. De bevoegdheid tot het stellen van vragen tijdens het bijwonen van die verhoren is steeds beperkt tot het geval dat de inhoud van de verklaring van de getuige tijdens het verhoor relevant is voor de in de artikelen 348 en 350 Wetboek van Strafvordering te beantwoorden vragen in de zaak tegen de verdachte voor wie de raadsman het verhoor bijwoont;
beveeltde officier van justitie binnen vier weken na de datum van dit tussenvonnis aan het dossier toe te voegen de onderliggende stukken inzake de identificatie van Encrochatgebruiker ‘ [naam] ’, zoals genoemd in het proces-verbaal van bevindingen inzake onderzoek naar ‘ [naam] ’ ( [vindplaats in dossier]
beveeltde oproeping van verdachte tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting met kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsman van verdachte, mr. M.A.W. Nillesen, advocaat te ’s-Hertogenbosch;
beveeltde kennisgeving van de nadere terechtzitting aan de nabestaanden en hun raadsvrouwe mr. S. van Schaik, advocate te Uden;
steltde stukken met dat doel in handen van de officier van justitie.