ECLI:NL:RBOBR:2022:435

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
4 februari 2022
Publicatiedatum
14 februari 2022
Zaaknummer
C/01/374130 / FA RK 21-3893
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Erkenning van een Chinees echtscheidingsconvenant en gezagskwesties in een Nederlands familierechtelijk geschil

In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 3 februari 2022 uitspraak gedaan in een familierechtelijk geschil tussen een vader en een moeder over de erkenning van een Chinees echtscheidingsconvenant en de regeling van het gezag en de zorg voor hun twee minderjarige kinderen. De ouders zijn in China met elkaar gehuwd en hebben na hun echtscheiding in China, die in de Basisregistratie Personen is geregistreerd, hun geschil over het gezag en de zorg voor hun kinderen aan de Nederlandse rechter voorgelegd. De vader verzoekt om het hoofdverblijf van de kinderen bij hem te bepalen, terwijl de moeder verzoekt om het hoofdverblijf van de kinderen bij haar in China te vestigen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van het verzoek, omdat de kinderen ten tijde van de indiening van het verzoek hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden. De rechtbank heeft geoordeeld dat de afspraken in het echtscheidingsconvenant, die in strijd zijn met de Nederlandse openbare orde, niet kunnen worden erkend. Dit betekent dat de ouders gezamenlijk zijn belast met het gezag over de kinderen.

De rechtbank heeft het verzoek van de vader om het hoofdverblijf van [minderjarige A] bij hem te bepalen toegewezen, en de verzoeken van de moeder afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat een verhuizing naar China niet in het belang van de kinderen is, gezien hun binding met Nederland. De rechtbank heeft ook een regeling vastgesteld voor het contact tussen de moeder en de kinderen, waarbij videobellen via WeChat is toegestaan. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de proceskosten zijn gecompenseerd.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK OOST-BRABANT
Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer : C/01/374130 / FA RK 21-3893
Uitspraak : 3 februari 2022
Beschikking betreffende gezag, hoofdverblijf, verdeling van de zorg- en opvoedingstaken en informatieregeling in de zaak van

[naam vader]

wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. L. Stam,
tegen

[naam moeder]

wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. R.H. Ebbeng,
over

[minderjarige A] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , hierna te noemen: [minderjarige A] ,

en
[minderjarige B], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , hierna te noemen: [minderjarige B] .
De procedure
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift van de vader, ontvangen op 23 augustus 2021;
  • het verweerschrift van de moeder, tevens houdende een zelfstandig verzoek, ontvangen op 11 november 2021;
  • het verweerschrift op het zelfstandige verzoek, tevens houdende een voorwaardelijk zelfstandig verzoek, ontvangen op 12 januari 2022;
- de correspondentie, waaronder met name:
  • een F9-formulier met bijlagen van mr. Stam van 7 september 2021;
  • een F9-formulier met bijlage van mr. Stam van 17 september 2021;
  • een F9-formulier van mr. Stam van 22 september 2021.
De zaak is via Skype behandeld ter zitting van 21 januari 2022. Verschenen zijn:
  • de vader, bijgestaan door zijn advocaat,
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat,
  • mevrouw [naam] namens de raad voor de kinderbescherming (hierna: de raad).
De ouders zijn gehoord in aanwezigheid van tolken in de Chinese taal.
De feiten
De ouders zijn op [datum] in [plaats] , Volksrepubliek China (hierna: China) met elkaar gehuwd. Dat huwelijk is beëindigd door registratie van de echtscheiding in [plaats] op [datum]
De vader verblijft sinds 2011 in Nederland. De moeder is kort na het huwelijk van partijen naar Nederland verhuisd.
Uit het huwelijk van de ouders zijn [minderjarige A] en [minderjarige B] geboren.
De vader is na de echtscheiding opnieuw getrouwd en heeft met zijn nieuwe partner een dochter.
Bij vonnis in kort geding van 18 augustus 2021 is het verzoek van de moeder om vervangende toestemming te verlenen om met [minderjarige A] naar China te verhuizen afgewezen. Bij dat vonnis is [minderjarige A] toevertrouwd aan de vader en is de moeder veroordeeld tot afgifte van het paspoort van [minderjarige A] aan de vader.
Het verzoek, verweer en zelfstandig verzoek
De vader verzoekt, uitvoerbaar bij voorraad:
te bepalen dat het hoofdverblijf van [minderjarige A] bij hem is;
en bij wijze van voorwaardelijk verzoek:
een raadsonderzoek te gelasten waarbij wordt onderzocht bij wie [minderjarige A] zijn hoofdverblijf zal hebben.
De moeder voert hiertegen verweer en verzoekt zelfstandig, uitvoerbaar bij voorraad,:
  • het echtscheidingsconvenant van [datum] te erkennen;
  • voor recht te verklaren dat zij alleen het gezag heeft over [minderjarige A] ;
  • de vader te gelasten medewerking te verlenen tot het afgeven aan de moeder van het paspoort van [minderjarige A] binnen twee weken na betekening van dit vonnis onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat de vader dit nalaat;
  • te bepalen dat de onder subsidiair opgenomen contactregeling zal gelden tussen [minderjarige B] en de moeder onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per keer dat de vader hieraan geen gevolg geeft;
bij wijze van voorwaardelijk verzoek:
  • te bepalen dat de hoofdverblijfplaats van [minderjarige A] bij de moeder is in China;
  • te bepalen dat de onder subsidiair opgenomen contactregeling zal gelden tussen [minderjarige B] en de moeder onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per keer dat de vader hieraan geen gevolg geeft;
subsidiair:
- te bepalen dat de hoofdverblijfplaats van [minderjarige A] en [minderjarige B] bij de moeder is in China;
meer subsidiair:
- te bepalen dat de moeder eenmaal per dag videocontact heeft met de kinderen via WeChat op de Ipads van de kinderen:
  • woensdag en vrijdag, moeder videobelt de kinderen om 13.30 uur;
  • andere doordeweekse dagen, moeder videobelt de kinderen om 16.00 uur;
  • in het weekend, moeder videobelt de kinderen om 9.00 uur;
  • te bepalen dat de kinderen vrijelijk contact mogen hebben met de moeder op elk moment wanneer zij dit willen via hun Ipad met WeChat;
  • te bepalen dat de kinderen vrijelijk contact mogen hebben met de grootouders op elk moment wanneer zij dit willen via hun Ipad met WeChat;
  • te bepalen dat de vader per twee weken foto’s verstrekt van de kinderen en haar eens in de twee weken per e-mail informeert over belangrijke aangelegenheden betreffende de kinderen waaronder onder meer wordt verstaan informatie over gezondheid, school, ontwikkeling en sporten;
  • te bepalen dat de vader wordt veroordeeld tot het verstrekken van afschriften van de paspoorten van de kinderen alsook van de later verstrekte vernieuwde paspoorten;
  • te bepalen dat de kinderen bij de moeder verblijven: in de even jaren één maand gedurende de zomervakantie in China waarbij de kinderen gedurende de vliegreis worden begeleid door een luchtvaartstewardess of door de vader, en in de oneven jaren gedurende twee weken gedurende de zomervakantie in Nederland;
  • onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per keer dat de vader hieraan geen gevolg geeft.
De vader voert verweer tegen het zelfstandige verzoek. Hij vraagt te bepalen dat de kinderen om de dag gedurende 20 minuten Skype-contact met de moeder hebben en een informatieregeling te bepalen van een keer per maand, althans een regeling die de rechtbank juist acht.
De beoordeling
Rechtsmacht
De Nederlandse rechter is bevoegd om kennis te nemen van het verzoek, gelet op het feit dat [minderjarige A] en [minderjarige B] ten tijde van de indiening van het verzoek de gewone verblijfplaats in Nederland hadden (artikel 8 Brussel II bis-Verordening).
Relatieve bevoegdheid
[minderjarige A] en [minderjarige B] verblijven momenteel in het arrondissement Oost-Brabant, zodat deze rechtbank bevoegd is op het verzoek te beslissen.
Toepasselijk recht
Nu de Nederlandse rechter bevoegd is kennis te nemen van het verzoek is Nederlands recht van toepassing (artikel 15 lid 1 Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996).
Erkenning akte
De moeder heeft verzocht het echtscheidingsconvenant van [datum] te erkennen.
De rechtbank overweegt daarover als volgt.
Voor zover de moeder heeft bedoeld dat het echtscheidingsconvenant in zijn geheel door de Nederlandse rechter moet worden erkend, is de rechtbank van oordeel dat zij geen belang heeft bij dit verzoek, althans dat zij haar belang daarbij onvoldoende heeft gesteld. De echtscheiding van de ouders is immers al in de Basisregistratie Personen geregistreerd, wat betekent dat de Nederlandse ambtenaar van de burgerlijke stand de echtscheiding van de ouders in China heeft erkend. Er is in dat opzicht geen belang bij een erkenning van het echtscheidingsconvenant in zijn geheel door de rechtbank. Deze procedure gaat verder uitsluitend over het gezag, het hoofdverblijf en de zorgregeling. Voor zover de ouders van mening verschillen over de erkenning van deze specifieke onderdelen uit het echtscheidingsconvenant zal de rechtbank daarover hierna een beslissing nemen.
Gezag
Tussen de ouders is in geschil wie belast is met het gezag over [minderjarige A] en [minderjarige B] . In het echtscheidingsconvenant hebben de ouders daarover met elkaar afgesproken dat de moeder alle beslissingen neemt over [minderjarige A] en de vader over [minderjarige B] . Deze afspraak is volgens de moeder vergelijkbaar met eenhoofdig gezag zoals dat in Nederland bekend is. Zij verzoekt de afspraak te erkennen. Volgens de vader ziet de afspraak niet op eenhoofdig gezag. Hij weerspreekt dat de afspraak kan worden erkend.
De rechtbank overweegt als volgt. Er is een aantal buitenlandse gezagsbeslissingen dat in Nederland van rechtswege wordt erkend. Dat zijn:
1) gezagsbeslissingen gegeven in een Staat die partij is bij het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1996 en het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1961;
2) gezagsbeslissingen gegeven in een van de EU-lidstaten; en
3) gezagsbeslissingen gegeven in een staat waarmee een bilateraal verdrag is gesloten over de erkenning en tenuitvoerlegging van gerechtelijke beslissingen en authentieke akten.
Geen van deze situaties is op China van toepassing. De afspraak in het echtscheidingsconvenant dat de moeder alle beslissingen neemt over [minderjarige A] en de vader over [minderjarige B] , wordt in Nederland dus niet van rechtswege erkend.
Dit heeft tot gevolg dat het commune Nederlandse internationale erkenningsrecht, zoals bepaald in artikel 431 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, van toepassing is. Uit de jurisprudentie volgt dat een buitenlandse beslissing of een buitenlandse akte in Nederland in beginsel wordt erkend indien:
de bevoegdheid van de rechter die de beslissing heeft gegeven, berust op een bevoegdheidsgrond die naar internationale maatstaven algemeen aanvaardbaar is,
de buitenlandse beslissing tot stand is gekomen in een gerechtelijke procedure die voldoet aan de eisen van behoorlijke en met voldoende waarborgen omklede rechtspleging,
de erkenning van de buitenlandse beslissing niet in strijd is met de Nederlandse openbare orde, en
de buitenlandse beslissing niet onverenigbaar is met een tussen dezelfde partijen gegeven beslissing van de Nederlandse rechter, dan wel met een eerdere beslissing van een buitenlandse rechter die tussen dezelfde partijen is gegeven in een geschil dat hetzelfde onderwerp betreft en op dezelfde oorzaak berust, mits die eerdere beslissing voor erkenning in Nederland vatbaar is.
De rechtbank merkt op dat het ouderlijk gezag in Nederland van openbare orde is en niet ter vrije bepaling van partijen staat. Voor zover de moeder moet worden gevolgd in haar standpunt dat de afspraak in het echtscheidingsconvenant dat de moeder alle beslissingen neemt over [minderjarige A] en de vader over [minderjarige B] als een afspraak over het ouderlijk gezag moet worden beschouwd, is die afspraak dus in strijd met de Nederlandse openbare orde en wordt die afspraak dus in Nederland niet erkend. Het verzoek van de moeder tot erkenning van de hiervoor genoemde afspraak wordt daarom afgewezen. Dit betekent dat de ouders gezamenlijk zijn belast met het gezag over [minderjarige A] en [minderjarige B] . Het verzoek van de moeder om voor recht te verklaren dat zij alleen is belast met het gezag over [minderjarige A] wordt daarom ook afgewezen.
Hoofdverblijf
De vader vraagt te bepalen dat het hoofdverblijf van [minderjarige A] bij hem is. De moeder vraagt voorwaardelijk te bepalen dat het hoofdverblijf van [minderjarige A] bij haar in China is en subsidiair dat het hoofdverblijf van beide kinderen bij haar in China is.
De rechtbank wijst het verzoek van de vader toe en de verzoeken van de moeder af. [minderjarige A] en [minderjarige B] zijn in Nederland geboren en volledig in Nederland geworteld. De rechtbank acht een verhuizing naar China niet in hun belang en het uit elkaar halen van de kinderen al helemaal niet. De moeder heeft naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gesteld waarom een verhuizing naar China wél in het belang van de kinderen zou zijn. Het feit dat zij aan de moeder gehecht zijn, en [minderjarige A] in het bijzonder, maakt niet dat een verhuizing naar een volstrekt onbekende omgeving, terwijl zij in Nederland geworteld zijn, vriendjes en vriendinnetjes hebben en naar school gaan, in hun belang is.
De rechtbank merkt nog op dat de vader niet heeft verzocht het hoofdverblijf van [minderjarige B] bij hem te bepalen. Kennelijk zijn de ouders het erover eens dat [minderjarige B] zijn hoofdverblijf ook bij de vader heeft, nu de verzoeken van de moeder worden afgewezen.

Regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken

De moeder verzoekt een zorgregeling vast te stellen tussen haar en de kinderen. Daarop zal de rechtbank hierna per onderdeel ingaan.
Eenmaal per dag videobellen via WeChat
De moeder verzoekt te bepalen dat zij eenmaal per dag videobelcontact heeft met de kinderen via WeChat op de Ipads van de kinderen. De rechtbank zal dit verzoek toewijzen zoals hierna in het dictum bepaald. De vader heeft gevraagd te bepalen dat het contact alleen via Skype plaatsvindt, maar tijdens de zitting is gebleken dat Skype kennelijk minder goed werkt in China. Het contact vindt daarom plaats via WeChat op de eigen Ipads van de kinderen. De rechtbank verbindt hieraan géén tijdslimiet van 20 minuten, zoals de vader heeft verzocht. De kinderen en de moeder moeten zelf kunnen bepalen hoe lang zij met elkaar willen bellen. De ene keer zal dat wat langer zijn dan de andere keer. De rechtbank vreest dat het contact te geforceerd zal plaatsvinden als hieraan een tijdslimiet wordt verbonden.
Vrijelijk contact met moeder
De moeder wil dat de rechtbank ook bepaalt dat de kinderen vrijelijk contact met haar mogen hebben op elk moment dat zij dit willen. De rechtbank zal dit verzoek afwijzen, omdat dit verzoek onvoldoende concreet is. De rechtbank geeft de vader wel mee dat hij, als de kinderen buiten de vastgelegde tijden om aangeven dat zij hun moeder willen bellen, dit moet faciliteren.
Vrijelijk contact met grootouders
Het verzoek van de moeder om te bepalen dat de kinderen vrijelijk contact mogen hebben met hun grootouders, is een verkapt verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling met de grootouders. Omdat zij niet in deze procedure zijn betrokken, kan de rechtbank dit niet bepalen. De rechtbank merkt wel op dat de vader de kinderen in staat moet stellen hun grootouders in China te videobellen als de kinderen dat willen. De grootouders kunnen eventueel ook aansluiten bij de belcontacten die de moeder met de kinderen heeft.
Zomervakantie
De moeder heeft verzocht te bepalen dat de kinderen in de even jaren gedurende een maand tijdens de zomervakantie bij haar in China verblijven. Dit verzoek wijst de rechtbank af. De vader heeft gesteld dat hij vreest dat de kinderen op last van de Chinese autoriteiten in China moeten blijven wanneer zij daar naartoe reizen. Door de moeder is onvoldoende weersproken dat het echtscheidingsconvenant in China een dusdanige juridische status heeft dat de Chinese autoriteiten wellicht vinden dat de kinderen op basis daarvan in China moeten blijven. De rechtbank acht het risico daarop nu te groot.
Het verzoek van de moeder om te bepalen dat zij de kinderen in de oneven jaren gedurende twee weken in Nederland bij zich heeft, wijst de rechtbank toe omdat zij dit in het belang van de kinderen acht. Overigens moet de moeder ook in andere vakanties door de vader in de gelegenheid worden gesteld contact te hebben met de kinderen in Nederland. De rechtbank gaat ervan uit dat de ouders daarover in onderling overleg afspraken maken.
Dwangsom
De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de zorgregeling een dwangsom te verbinden, zodat dit verzoek wordt afgewezen.
Informatieregeling
De moeder verzoekt te bepalen dat de vader eens per twee weken foto’s verstrekt van de kinderen en haar per e-mail informeert over belangrijke aangelegenheden betreffende de kinderen waaronder onder meer wordt verstaan informatie over gezondheid, school, ontwikkeling en sporten. De rechtbank wijst dit verzoek toe, met dien verstande dat de vader de moeder slechts één keer per maand hoeft te informeren. De moeder heeft immers ook dagelijks zelf contact met de kinderen via videobellen en blijft op die manier ook op de hoogte van de kinderen.
Afgifte (afschrift) paspoorten
Nu het hoofdverblijf van [minderjarige A] bij de vader wordt bepaald, heeft de moeder geen belang meer bij haar verzoek tot afgifte van het paspoort van [minderjarige A] op straffe van een dwangsom. De rechtbank zal dit verzoek afwijzen. Het meer subsidiaire verzoek van de moeder om te bepalen dat de vader afschriften van de paspoorten van de kinderen moet verstrekken aan de moeder zal de rechtbank ook afwijzen, omdat niet valt in te zien welk belang de moeder heeft bij dit verzoek. De moeder heeft aangegeven dat zij op de hoogte wil zijn van hoe de kinderen geregistreerd staan, maar daar is een paspoort niet voor bedoeld.
Dwangsommen
Voor zover de moeder heeft bedoeld te verzoeken dat aan al het voorgaande een dwangsom moet worden verbonden van € 1.000,- per keer dat de vader hieraan geen gehoor geeft, wijst de rechtbank dit verzoek af omdat de moeder dit niet onderbouwd heeft.
De beslissing
De rechtbank
bepaalt dat het hoofdverblijf van [minderjarige A] bij de vader is;
stelt de volgende verdeling van de zorg- en opvoedingstaken tussen de moeder en [minderjarige A] en [minderjarige B] vast:
- de moeder en [minderjarige A] en [minderjarige B] hebben eenmaal per dag videocontact met elkaar via WeChat op de Ipads van de kinderen, als volgt:
  • op woensdag en vrijdag: moeder videobelt de kinderen om 13.30 uur;
  • op andere doordeweekse dagen: moeder videobelt de kinderen om 16.00 uur;
  • in het weekend: moeder videobelt de kinderen om 9.00 uur;
- [minderjarige A] en [minderjarige B] zijn gedurende de zomervakantie twee weken bij de moeder in Nederland;
bepaalt dat de vader de moeder eens per maand foto’s verstrekt van de kinderen en haar per e-mail informeert over belangrijke aangelegenheden betreffende de kinderen waaronder onder meer wordt verstaan informatie over gezondheid, school, ontwikkeling en sporten;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af;
compenseert de proceskosten tussen partijen zo, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. G. Aarts, rechter, tevens kinderrechter,
en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier op 3 februari 2022.
Conc: db
Tegen deze beschikking kan, voor zover het een eindbeslissing betreft, -uitsluitend door tussenkomst van een advocaat- hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.