Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
hij in of omstreeks de periode van 01 december 2018 tot en met 29 januari 2019 te Best en/of Eindhoven en /of een of meerdere (andere) plaatsen in Nederland en/of te Hechtel-Eksel en/of een of meerdere (andere) plaatsen in België tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij in of omstreeks de periode van 01 december 2018 tot en met 29 januari 2019 te Best en/of Eindhoven en/of een of meerdere (andere) plaatsen in Nederland en/of te Hechtel-Eksel en/of een of meerdere (andere) plaatsen in België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervaardigen van amfetamine, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen
- een of meer anderen heeft/hebben getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een of meer ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan verdachte en/of zijn mederdader(s) wist(en) of ernstige redenen had(den) om te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en)
hebbende hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s)
- een bedrijfsruimte, gelegen aan [adres 2] te Hechtel-Eksel (België), gehuurd en/of laten huren en/of ter beschikking laten stellen en/of
- aanpassingen/verbouwingen in/aan de bedrijfsruimte, gelegen aan [adres 2] te Hechtel-Eksel (België), ten behoeve van de productie van amfetamine gemaakt en/of laten maken en/of toegestaan en/of
- een of meerdere (onderdelen van) productieopstelling(en) ten behoeve van de productie van amfetamine voorhanden gehad en/of
- (een) hoeveelhe(i)d(en) (laboratorium)benodigdheden voorhanden gehad, en/of
- (een) grote hoeveelhe(i)d(en) chemicaliën/grondstoffen, waaronder BMK en/of APAA en/of formamide en/of natriumhydrixide en/of mierenzuur voorhanden gehad en/of
- in het kader van voornoemde activiteit(en) met elkaar (telefonisch) contact gelegd/onderhouden en/of (een)ontmoeting(en) gehad en/of (een) bespreking(en) gevoerd en/of (een) afspra(a)k(en) gemaakt;
hij op of omstreeks 28 mei 2019 te Eindhoven opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 10,45 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en/of ongeveer 818,5 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hasjiesj en/of hennep (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op of omstreeks 28 mei 2019 te Eindhoven (een) wapen(s) van categorie I, onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten twee boksbeugels en/of een ploertendoder voorhanden heeft gehad.
De formele voorvragen.
De beoordeling van de ten laste gelegde feiten.
- het relaas van verbalisant [ verbalisant 1] , pag. 738 einddossier [10,45 gram op hash gelijkende stof aangetroffen in woning verdachte],
- het relaas van verbalisant [ verbalisant 1] , pag. 744 einddossier [818,5 gram henneptoppen aangetroffen in woning verdachte],
- het relaas van verbalisant [verbalisant 2] , pag. 2 einddossier en bijlage 6 van de aanvulling op einddossier, proces-verbaal van bevindingen met proces-verbaal nummer 19208-225]
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 29 september 2020 afgelegd.
- het relaas van verbalisant [verbalisant 3] , pag. 752 t/m 754 einddossier [aantreffen van twee boksbeugels en een ploertendoder in de woning van verdachte op 28 mei 2019]
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 29 september 2020 afgelegd.
De bewezenverklaring.
ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde feit.
Verdachte heeft op 28 mei 2019 te Eindhoven opzettelijk aanwezig gehad ongeveer 10,45 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties waren toegevoegd en ongeveer 818,5 gram hennep, zijnde hasjiesj en hennep telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde feit.
Verdachte heeft op 28 mei 2019 te Eindhoven wapens van categorie I, onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten twee boksbeugels en een ploertendoder voorhanden gehad.
De strafbaarheid van het feit.
De strafbaarheid van verdachte.
Oplegging van straf.
Algemeen
Strafmatigende omstandigheden
De strafmodaliteit
Conclusie
Toepasselijke wetsartikelen.
DE UITSPRAAK
handelen in strijd met een in artikel 3 aanhef en onder C van de Opiumwet gegeven verbod[10,45 gram hasjiesj] en
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 aanhef en onder C van de Opiumwet gegeven verbod[818,5 gram hennep].
handelen in strijd met artikel 13 eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
geldboetevan
€ 500,-- [vijfhonderd euro] te vervangen door tien dagen hechtenis voor het geval dat noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt.