ECLI:NL:RBOBR:2022:4118

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
3 oktober 2022
Publicatiedatum
2 oktober 2022
Zaaknummer
82-282232-20
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het op grote schaal voorhanden hebben, opslaan, invoeren en ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk

Op 3 oktober 2022 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op grote schaal professioneel vuurwerk voor particulier gebruik heeft opgeslagen, ingevoerd en ter beschikking heeft gesteld. De zaak kwam aan het licht na verschillende onderzoeken naar illegale vuurwerkhandel. De verdachte werd beschuldigd van meerdere feiten, waaronder het opzettelijk in bezit hebben van professioneel vuurwerk en het medeplegen van overtredingen van de Wet milieubeheer en het Vuurwerkbesluit. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, ondanks zijn ontkenning van betrokkenheid bij bepaalde handelingen, voldoende bewijs had geleverd dat hij verantwoordelijk was voor de illegale vuurwerkhandel. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaren. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de risico's die zijn handelen met zich meebracht voor de algemene veiligheid. De uitspraak benadrukt de strikte handhaving van de wetgeving rondom vuurwerk en de gevolgen van illegale handel.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Locatie 's-Hertogenbosch
Strafrecht
Parketnummer: 82-282232-20
Datum uitspraak: 03 oktober 2022
Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige economische kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 19 september 2022.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 28 juli 2022. Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging op de zitting, ten laste gelegde dat:
Feit 1

(Deelonderzoek C1: Hades 3-8 augustus 2020 te Roosendaal)hij op momenten in de periode van 3 augustus 2020 tot en met 8 augustus 2020 teRoosendaal, gemeente Roosendaal, althans te Nederland,tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,opzettelijk,professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten

op 3 augustus 2020- meerdere stuks, althans 1 doos, althans een stuk knalvuurwerk (type: imitatiecobra 6);- meerdere stuks, althans 1 doos, althans een stuk knalvuurwerk (type: explosions);
op 8 augustus 2020- 2 stuks, althans één stuk knalvuurwerk, type mad bulldog;- 2 stuks, althans één stuk knalvuurwerk, type cobra 6;- 10 stuks, althans één stuk knalvuurwerk, type joker;- 1 stuk knalvuurwerk, type little joe;- 3 stuks, althans één stuk knalvuurwerk, type retomo;- 2 stuks, althans één stuk knalvuurwerk type scream; en/of- 1 stuk mortierbom '3 inch;
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, heeft opgeslagen,voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld.
Feit 2

(Deelonderzoek C2: Wijk en Aalburg)hij op momenten in de periode van 11 oktober tot en met 13 oktober 2020 te Wijk en Aalburg, gemeente Altena, althans te Nederland,tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,opzettelijk,professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten

meerdere stuks flowerbeds:- 10, althans één of meer stuks flowerbed, merk Triplex, type XB4108, 100 shots (p.899 PV; p. 1004 digitaal PV);- 1 stuk flowerbed, merk Triplex, type XB4006, 100 shots (p. 912 PV; p. 1017 digitaalPV);- 1 stuk flowerbed, merk Kometa, type P7754, circa 100 shots (p. 904 PV; p. 1009digitaal PV);- 1 stuk flowerbed, merk Kometa, type P7781 (p. 908 PV; p. 1013 digitaal PV);- 9, althans één of meer stuks flowerbed, merk '‘Nightcrawler'’ 150 shots (p. 916 PV;p. 1021 digitaal PV);- 9 althans één of meer stuks flowerbed, merk '‘predator'’ 108 shots (p. 920 PV; p.1025 digitaal PV);
meerdere stuks knalvuurwerk:- 2500, althans één of meer stuks Gold Thunder Chairappa; (p. 882 PV; p. 987digitaal PV);
- 12000 stuks (12 dozen met elk 1000 stuks) TP2 ‘Tropie zgn nitraten (p. 888 PV; p. 993 digitaal PV);- 150, althans één of meer stuks Cobra 6; (p. 878 PV; p. 983 digitaal PV);- 61, althans één of meer stuks, genaamd Gigant Maroon (p. 888 PV; p. 993 digitaalPV);- 10, althans één of meer stuks, genaamd Profi Cannon shot 'Big Boy' (p. 891 PV;p. 996 digitaal PV)
meerdere lawinepijlen:- 105, althans één of meer stuks, genaamd Signaalrakete 901 (p. 870 PV; p. 975digitaal PV); en/of- 89, althans één of meer stuks, genaamd Signaalrakete 902 (p. 874 PV; p. 979digitaal PV);
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, heeft opgeslagen en ofvoorhanden heeft gehad.
Feit 3

(Deelonderzoek C3: Lunteren)hij op momenten in de periode van 13 oktober 2020 tot en met 15 oktober 2020 teLunteren, gemeente Ede, althans te Nederland,tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en), althans alleen,opzettelijk,professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten- 2, althans één of meer stuks flowerbed, naam ‘CB GOLD and SILVERGLITTERING WILLOW 100SH’ (p. 1404 PV);- 10, althans één of meer stuks flowerbed, naam ‘CB DUBA1_2M1N 155SH'’ (p. 1408PV);- 14, althans één of meer stuks flowerbed, naam '‘CB TWO MINUTE CREATION424SH’ (p. 1412 PV);- 14, althans één of meer stuks flowerbed, naam CB MOSKAU_2 MIN, 155SH’ (p.1416 PV);- 24, althans één of meer stuks flowerbed, naam CB MEDIUM FIREWOKSHOW160SH’ (p. 1420 PV);- 1 stuk flowerbed, naam ‘Venus’; (p. 1424 PV)- 20, althans één of meer stuks flowerbed, naam ‘Anna Purna’ (p. 1427 PV);- 2, althans één of meer stuks flowerbed, naam ‘CB SATURN_100SLI’ (p. 1430 PV);- 16, althans één of meer stuks flowerbed, naam '‘TXB’ (p. 1434 PV); en/of- 54, althans één of meer stuks flowerbed, naam ‘TXB 870’ (p. 1437 PV)

binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, heeft opgeslagen,voorhanden heeft gehad en/of aan een ander ter beschikking heeft gesteld.
Feit 4

(Deelonderzoek C4: [naam] )hij op of omstreeks 23 en/of 24 november 2020 te Delft, gemeente Delft, althanste Nederlandtezamen en in vereniging met een (of meer) ander (en),opzettelijk,professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten291, althans één of meer stuks cobra 6aan een ander ter beschikking heeft gesteld.

Feit 5

(Doorzoeking d.d. 22 juni 2021 te Sint Willebrord (NB))hij op of omstreeks 22 juni 2021 te Sint Willebrord (NB), gemeente Rucphen, althanste Nederlandtezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en),opzettelijk,professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten35, althans één of meer stuks Dumbum (p. 1346 PV; p. 1453 digitaal PV)heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.

Voor zover in de tenlastelegging kennelijke verschrijvingen voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijswaardering.

Het standpunt van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft aangevoerd dat het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde door verdachte is bekend en wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard, met dien verstande dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde medeplegen.
Het onder 4 en 5 ten laste gelegde kan eveneens wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging.
Het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde is door verdachte bekend en kan wettig en overtuigend bewezen worden verklaard, met dien verstande dat verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van het onder 1 ten laste gelegde medeplegen.
Verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 4 en 5 ten laste gelegde.
Het oordeel van de rechtbank.
A.
De bewijsmiddelen
t.a.v. de feiten 1, 2 en 3:
Het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde is door verdachte bekend. Deze feiten zullen, nu ook de rechtbank van oordeel is dat voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is, zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard. Met de verdediging en de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat geen bewijs voorhanden is dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde tezamen en in vereniging met (een) ander(en) heeft begaan, zodat hij partieel dient te worden vrijgesproken van het medeplegen.
In bijlage I heeft de rechtbank een opgave gedaan van de wettige bewijsmiddelen, houdende de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit.
t.a.v. de feiten 4 en 5:
De verdediging heeft ten aanzien van het onder 4 en 5 ten laste gelegde verweer gevoerd. Deze feiten zullen hierna worden besproken.
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van de wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
B.
Bijzondere overwegingen omtrent het bewijs.
t.a.v. feit 1 en 3:
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het in de tenlastelegging onder feit 1 en onder feit 3 genoemde vuurwerk
in de tenlastegelegde periodebinnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht. Hoewel verdachte heeft verklaard dat hij zijn vuurwerk uit Duitsland haalde, kan op grond van het dossier niet worden vastgesteld wanneer deze specifieke partijen vuurwerk vanuit Duitsland naar Nederland zijn vervoerd. De rechtbank zal verdachte dan ook partieel vrijspreken van het onder feit 1 en feit 3 tenlastegelegde ‘binnen het grondgebied van Nederland brengen’.
t.a.v. feit 4:
Verdachte wordt onder feit 4 (deelonderzoek C4: [naam] ) verweten dat hij op of omstreeks 23 en/of 24 november 2020 tezamen en in vereniging met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] professioneel vuurwerk aan een ander ter beschikking heeft gesteld.
Ter terechtzitting van 19 september 2022 heeft verdachte verklaard dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] ooit vuurwerk bij hem hebben gekocht en dat hij hen enkel heeft geholpen om dat vuurwerk weer door te verkopen. Zijn rol was die van bemiddelaar.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte (onder zijn pseudoniem ‘ [verdachte] ’) op
23 november 2020 een bericht op Telegram plaatste dat hij de laatste kartonnen c6 (rechtbank: Cobra 6) van het jaar had. Vervolgens komt een pseudokoop tot stand met verdachte. Op 23 en 24 november 2020 heeft verdachte via Telegram contact met de pseudokoper en er wordt een afspraak gemaakt. Uiteindelijk wordt de overdracht van de in totaal 300 stuks Cobra 6 gedaan door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Als de pseudokoper aan [medeverdachte 2] vraagt of ze nog meer vuurwerk hebben, zegt [medeverdachte 2] dat ze wel meer hebben, maar dat de pseudokoper dat met verdachte moet regelen. [medeverdachte 2] zegt dat zij (hij en [medeverdachte 1] ) alleen voor verdachte vervoeren.
De rechtbank overweegt dat verdachte weliswaar niet bij de daadwerkelijke overdracht van het vuurwerk aanwezig was, maar dat hij wel degene is geweest die het vuurwerk te koop heeft aangeboden en die de afspraak heeft gemaakt voor de overdracht van het vuurwerk. Ook blijkt uit de verklaring van [medeverdachte 2] dat verdachte degene is die de beslissingen neemt over het te verkopen vuurwerk. Uit de bewijsmiddelen volgt afdoende dat sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] bij de het ter beschikking stellen van het vuurwerk aan de pseudokoper.
Het aangeboden vuurwerk is aan te merken als professioneel vuurwerk. Het ten laste gelegde feit kan dan ook wettig en overtuigend bewezen worden verklaard.
t.a.v. feit 5:
Verdachte wordt onder feit 5 (doorzoeking d.d. 22 juni 2021 te Sint Willebrord (NB) verweten dat hij op of omstreeks 22 juni 2021 tezamen en in vereniging met een (of meer) ander(en) professioneel vuurwerk (35 stuks Dumbum) heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.
De verdediging heeft aangevoerd dat verdachte niet (meer) wist dat het vuurwerk bij hem in huis lag. Het vuurwerk was bovendien niet voor de handel bestemd. Niet vastgesteld kan worden dat het vuurwerk van verdachte was; het kan ook van zijn toenmalige vriendin of de verhuurder van de woning zijn geweest.
De rechtbank overweegt als volgt.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat in de woning van verdachte en zijn toenmalige partner in totaal 35 stuks Dumbum, zijnde professioneel vuurwerk, lagen opgeslagen. In het algemeen mag van iemand worden verwacht dat hij of zij weet wat er zich in zijn of haar woning bevindt. Verdachte heeft verklaard dat het vuurwerk er waarschijnlijk is blijven liggen na Oudejaarsavond en dat hij is vergeten dat het in zijn garage lag. Naar het oordeel van de rechtbank kan uit die verklaring de wetenschap van de initiële aanwezigheid van het vuurwerk worden afgeleid. Hij had ook de beschikkingsmacht over het vuurwerk. Verdachte heeft ervoor gekozen om het vuurwerk in de garage van zijn woning te bewaren. Dat hij op enig moment is vergeten dat het er lag, betekent niet dat die beschikkingsmacht is verdwenen. De verklaring dat het vuurwerk ook van iemand anders kan zijn geweest, acht de rechtbank gelet op het vorenstaande niet relevant. Voor een bewezenverklaring van het opslaan en voorhanden hebben van het vuurwerk is immers niet van doorslaggevend belang wie de eigenaar is van het vuurwerk, maar of verdachte wetenschap en beschikkingsmacht had ten tijde van het bewezenverklaarde. Daarvan is naar het oordeel van de rechtbank sprake geweest. Dat het betreffende vuurwerk niet voor de handel bestemd zou zijn, zoals de raadsman heeft betoogd, staat aan een bewezenverklaring niet in de weg, nu het gaat om het opslaan en voorhanden hebben ervan. De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat dat verdachte het vuurwerk tezamen en in vereniging met een ander zou hebben opgeslagen en voorhanden gehad. Van het medeplegen zal de rechtbank verdachte dan ook partieel vrijspreken. De rechtbank acht het feit voor het overige wettig en overtuigend bewezen.

De bewezenverklaring.

Op grond van de inhoud van de hiervoor vermelde bewijsmiddelen, in onderling (tijds)verband en samenhang bezien, en op grond van de inhoud van het vorenoverwogene, is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
Feit 1
hij in de periode van 3 augustus 2020 tot en met 8 augustus 2020 te
Roosendaal, gemeente Roosendaal,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
op 3 augustus 2020
- meerdere stuks knalvuurwerk (type: imitatie
cobra 6);
- meerdere stuks knalvuurwerk (type: explosions);
op 8 augustus 2020
- 2 stuks knalvuurwerk, type mad bulldog;
- 2 stuks knalvuurwerk, type cobra 6;
- 10 stuks knalvuurwerk, type joker;
- 1 stuk knalvuurwerk, type little joe;
- 3 stuks knalvuurwerk, type retomo;
- 2 stuks knalvuurwerk type scream en
- 1 stuk mortierbom '3 inch’
heeft opgeslagen, voorhanden heeft gehad en aan een ander ter beschikking heeft gesteld.
Feit 2
hij in de periode van 11 oktober tot en met 13 oktober 2020 te Wijk en Aalburg, gemeente Altena,
tezamen en in vereniging met een anderen,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
meerdere stuks flowerbeds:
- 10 stuks flowerbed, merk Triplex, type XB4108, 100;
- 1 stuk flowerbed, merk Triplex, type XB4006, 100 shots;
- 1 stuk flowerbed, merk Kometa, type P7754, circa 100 shots ;
- 1 stuk flowerbed, merk Kometa, type P7781;
- 9 stuks flowerbed, merk ‘Nightcrawler’ 150 shots;
- 9 stuks flowerbed, merk ‘predator’ 108 shots;
meerdere stuks knalvuurwerk:
- 2500 stuks Gold Thunder Chairappa;;
- 12000 stuks (12 dozen met elk 1000 stuks) TP2 ‘Tropie’ zgn nitraten;
- 150 stuks Cobra 6;;
- 61 stuks, genaamd Gigant Maroon ;
- 10 stuks, genaamd Profi Cannon shot ‘Big Boy’
meerdere lawinepijlen:
- 105 stuks, genaamd Signaalrakete 901;
- 89 stuks, genaamd Signaalrakete
binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, heeft opgeslagen en
voorhanden heeft gehad.
Feit 3
hij op 15 oktober 2020 te
Lunteren, gemeente Ede,
tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
- 2 stuks flowerbed, naam ‘CB GOLD and SILVER
GLITTERING WILLOW 100SH’;
- 10 stuks flowerbed, naam ‘CB DUBA1_2M1N 155SH’ ;
- 14 stuks flowerbed, naam ‘CB TWO MINUTE CREATION
424SH’;
- 14 stuks flowerbed, naam ‘CB MOSKAU_2 MIN, 155SH’;
- 24 stuks flowerbed, naam ‘CB MEDIUM FIREWOKSHOW
160SH’;
- 1 stuk flowerbed, naam ‘Venus’; - 20 stuks flowerbed, naam ‘Anna Purna’ ;
- 2 stuks flowerbed, naam ‘CB SATURN_100SLI’;
- 16 stuks flowerbed, naam ‘TXB’; en
- 32 stuks flowerbed, naam ‘TXB 870’
heeft opgeslagen,
voorhanden heeft gehad en aan een ander ter beschikking heeft gesteld
Feit 4
hij op 23 en 24 november 2020 te Delft, gemeente Delft tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
291 stuks cobra 6
aan een ander ter beschikking heeft gesteld;
Feit 5
hij op 22 juni 2021 te Sint Willebrord (NB), gemeente Rucphen,
opzettelijk,
professioneel vuurwerk, bestemd voor particulier gebruik, te weten
35 stuks Dumbum
heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De strafbaarheid van het feit.

Het bewezen verklaarde levert op de in de uitspraak vermelde strafbare feiten. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van verdachte.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen bewezen is verklaard.

Oplegging van straf.

De eis van de officier van justitie.
De officier van justitie heeft oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 10 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 3 jaren geëist.
Een kopie van de vordering van de officier van justitie is aan dit vonnis gehecht.
Het standpunt van de verdediging.
De verdediging heeft betoogd dat de strafeis van de officier van justitie exorbitant hoog is. Gekeken dient te worden naar het feit dat verdachte een first offender is, zijn persoonlijke omstandigheden, het feit dat hij al was gestopt met de vuurwerkhandel en dat hij volledige openheid heeft gegeven.
Het oordeel van de rechtbank.
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd, heeft de rechtbank gelet op de aard en de ernst van het bewezen verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Bij de beoordeling van de ernst van de feiten door verdachte gepleegde strafbare feiten betrekt de rechtbank het wettelijke strafmaximum en de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het op grote schaal voorhanden hebben, opslaan, invoeren en ter beschikking stellen van professioneel vuurwerk dat bestemd was voor particulier gebruik. De naam van verdachte is in drie onderzoeken in het noorden, het westen en het oosten van het land naar boven gekomen als verkopende en/of invoerende partij, terwijl hij zelf in het zuiden van Nederland woonachtig is. Hij noemt zichzelf de grootste vuurwerkhandelaar op de berichtendienst Telegram. Door medeverdachte [medeverdachte 3] wordt verdachte één van de grootste vuurwerkverkopers van het land genoemd. Medeverdachte [medeverdachte 4] verklaart dat hij door verdachte is gerekruteerd om vuurwerk te vervoeren. Ook nadat een opslag van verdachte is ontmanteld, blijkt hij vuurwerk in zijn bezit te hebben. Uit zijn verklaring op zitting begrijpt de rechtbank dat hij meerdere opslagen tot zijn beschikking heeft gehad. Medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] verklaren tijdens de pseudokoop dat zij aan meer vuurwerk kunnen komen, maar dat alles via verdachte loopt. Bij hen thuis zijn grote hoeveelheden vuurwerk aangetroffen, waarvan zij verklaren dat deze van verdachte zijn. Meerdere medeverdachten verklaren door verdachte bedreigd te zijn en bang voor hem te zijn. Door zeer grote hoeveelheden illegaal vuurwerk voorhanden te hebben, op te slaan en ter beschikking te stellen heeft verdachte de algemene veiligheid van personen en goederen in gevaar gebracht. Verdachte heeft enkel gedacht aan zijn eigen financieel gewin en zich niet bekommerd om de risico’s die zijn handelen met zich bracht.
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 23 mei 2022 betreffende verdachte, waaruit blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld. Verdachte is een first offender.
Verder weegt de rechtbank in het voordeel van verdachte mee dat hij op zitting een (grotendeels) bekennende verklaring heeft afgelegd en inzicht heeft gegeven in zijn motieven en persoonlijke omstandigheden.
Bij haar beslissing over de strafsoort en de hoogte van de straf heeft de rechtbank gekeken naar straffen die in soortgelijke gevallen plegen te worden opgelegd.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat gelet op de grote risico’s van illegaal vuurwerk en de grote hoeveelheid vuurwerk waar het in dit geval om gaat, in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een deels onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk.
Die straf is lager dan door de officier van justitie geëist. Reden daarvoor is enerzijds de weging van de persoonlijke omstandigheden van verdachte en anderzijds de strafhoogte in vergelijkbare zaken. Een gedeelte van deze straf zal voorwaardelijk worden opgelegd om verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal een proeftijd van 3 jaren opleggen.
De rechtbank is, anders dan de verdediging, van oordeel dat niet gesteld kan worden dat het gevaar op herhaling klein is, omdat verdachte inmiddels – en ook ten tijde van de doorzoeking van zijn woning – reed gestopt was met de handel in vuurwerk. Nog daargelaten dat de rechtbank op grond van het dossier niet kan vaststellen of dat inderdaad het geval is, is de handel in illegaal vuurwerk een zeer lucratieve handel. Bovendien is beslag gelegd op onder meer een vrachtwagen met daarin 4.764 kg professioneel vuurwerk, hetgeen een grote (financiële) klap voor verdachte is geweest. Het opleggen van een fors voorwaardelijk strafdeel, met een lange proeftijd, acht de rechtbank dan ook onontbeerlijk.
De rechtbank acht de op te leggen straf passend en geboden.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:
14a, 14b, 14c, 47, 57 van het Wetboek van Strafrecht,
1a, 2, 6 van de Wet op de economische delicten,
9.2.2.1 van de Wet milieubeheer,
1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.

DE UITSPRAAK

De rechtbank:

verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven.
verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
T.a.v. feit 1:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer (artikel 1.2.2 eerste lid van het Vuurwerkbesluit), meermalen gepleegd.
T.a.v. feit 2:
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer (artikel 1.2.2 eerste lid van het Vuurwerkbesluit).
T.a.v. feit 3:
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer (artikel 1.2.2 eerste lid van het Vuurwerkbesluit).
T.a.v. feit 4:
medeplegen van overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer (artikel 1.2.2 eerste lid van het Vuurwerkbesluit).
T.a.v. feit 5:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer (artikel 1.2.2 eerste lid van het Vuurwerkbesluit).
verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
legt op de volgende straf.
T.a.v. feit 1, feit 2, feit 3, feit 4, feit 5:
Een gevangenisstrafvoor de duur van 30 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht waarvan 10 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 3 jaren.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A.C. Palmboom, voorzitter,
mr. L. Soeteman en mr. L.J. Verborg, leden,
in tegenwoordigheid van mr. G. van de Luijtgaarden, griffier,
en is uitgesproken op 03 oktober 2022.