Beoordeling door de voorzieningenrechter
8. De voorzieningenrechter vindt het belang van verzoeker bij het treffen van een
voorlopige voorziening in dit geval voldoende spoedeisend, omdat verzoeker gedurende een periode van 28 dagen zijn horeca-inrichting niet kan exploiteren als die wordt gesloten.
9. Op grond van artikel 2:40a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Algemene Plaatselijke
Verordening Eindhoven (APV) kan de burgemeester in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor een of meer openbare inrichtingen als bedoeld in artikel 2:27, tijdelijke sluiting bevelen of bevelen dat daar tijdelijk bepaalde sluitingsuren gelden of dat daar te zijner beoordeling ter bescherming van die belangen of in verband met die bijzondere omstandigheden genoegzame maatregelen worden getroffen. De APV is een verordening als bedoeld in artikel 174, derde lid, van de Gemeentewet. Ter invulling van de sluitingsbevoegdheid uit artikel 2:40a van de APV heeft de gemeente Eindhoven het Horecastappenplan 2016 opgesteld. Hoofdstuk 14 van het Horecastappenplan 2016 ziet op een (dreigend(e)) ernstig incident of ernstige verstoring van de openbare orde en afhankelijk van aard, ernst en omvang van de overtreding en situatie kunnen stappen worden overgeslagen. Als sprake is van een (dreigend(e)) ernstig incident of ernstige verstoring van de openbare orde of andere, in de voorgaande hoofdstukken genoemde belangen, kan het horecabedrijf zonder voorafgaande stap tijdelijk worden gesloten en/of worden overwogen of de drank- en horecavergunning of exploitatievergunning kan dan wel moet worden ingetrokken. De duur van de sluiting – zowel wanneer die van meet af aan voor bepaalde tijd is als wanneer die voor onbepaalde tijd is – is maximaal 12 maanden.
10. De burgemeester heeft tijdens de zitting verduidelijkt dat hij enkel het incident op
26 juni 2022 ten grondslag heeft gelegd aan het bestreden besluit. Dit incident bestaat uit het schietincident en een vechtpartij waarbij de uitbater was betrokken. De burgemeester is van oordeel dat de openbare orde ernstig is geschonden door dit incident en dat dit is gebeurd in verband met de exploitatie van het café. De burgemeester baseert zich daarbij de bestuurlijke rapportage van de politie.
11. Volgens verzoeker was er geen direct verband tussen het incident op 26 juni 2022 en de
exploitatie van café [naam] . Verzoeker wijst erop dat het incident niet in zijn café plaatsvond, het incident na sluiting van het café plaatsvond en dat verzoeker heeft vernomen dat is gevochten door bezoekers van café [naam] , dat verderop in de straat is gelegen.
12. Om het café te sluiten moet er wel een ernstig openbare orde incident te zijn relateren aan het café. De voorzieningenrechter acht het op grond van de bestuurlijke rapportage –
anders dan de burgemeester – niet direct aannemelijk dat voor het café een schietpartij heeft plaatsgevonden die verband houdt met (de exploitatie van) het café. De enkele vondst van een patroonhuls op het trottoir voor het café en meldingen die bij de politie zijn binnengekomen dat ter hoogte van het café meerdere keren wordt geschoten, acht de voorzieningenrechter daartoe onvoldoende. Het ligt op de weg van de burgemeester dat beter te onderbouwen. Wel staat vast dat er een vechtincident heeft plaatsgevonden waarin de uitbater ook een rol heeft gespeeld. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt dat de uitbater zich heeft gemengd in de vechtpartij, dat hij ertussen is gesprongen en klappen heeft gegeven aan de man die eerder een persoon die op de grond lag een zeer harde trap tegen het hoofd heeft gegeven. Niet valt uit te sluiten dat de uitbater deze persoon die op de grond lag hulp heeft willen bieden. De voorzieningenrechter ziet overigens niet in wat de uitbater in die situatie anders had moeten doen omdat de gebeurtenissen zich volgens [naam] snel opvolgden (en er dus weinig tijd was om de politie te bellen en hun komst af te wachten). Ook ten aanzien van dit incident overweegt de voorzieningenrechter dat op dit moment onvoldoende is onderbouwd dat de vechtpartij verband houdt met de exploitatie van het café. Onduidelijk is of het bezoekers van verzoekers café waren die bij de vechtpartij waren betrokken of dat [naam] in zijn hoedanigheid als uitbater bij het incident was betrokken. De voorzieningenrechter vindt dat de burgemeester hier nader onderzoek naar had moeten doen. Bovendien had hij onderzoek kunnen doen naar de omstandigheden waaronder dit incident heeft plaatsgevonden. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt immers dat er camerabeelden beschikbaar zijn. De burgemeester heeft tijdens de zitting aangegeven dat de overige incidenten die in de bestuurlijke rapportage worden genoemd geen rol hebben gespeeld bij het opleggen van dit besluit. De voorzieningenrechter wijst er wel op dat voor zover deze genoemde incidenten wel een rol zouden spelen, zij niet specifiek zijn benoemd, laat staan zijn onderbouwd. Verzoeker kan de incidenten niet betwisten. Het is dan in strijd met het beginsel van fair play om dat op deze manier aan verzoeker tegen te werpen.
13. Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat de burgemeester onvoldoende heeft gemotiveerd dat er een dermate ernstige situatie aan de orde was, dat het ter bescherming van de openbare orde nodig was om verzoekers café te sluiten. Hoewel de voorzieningenrechter kan volgen dat door het incident op 26 juni 2022 de openbare orde ernstig is verstoord, heeft de burgemeester onvoldoende onderbouwd dat dit incident verband houdt met de exploitatie van het café van verzoeker.
14. De voorzieningenrechter wijst er tot slot op dat als zich een nieuw incident voordoet dat wel te relateren is aan de exploitatie van het café, de burgemeester zich kan wenden tot de voorzieningenrechter met het verzoek om de getroffen voorlopige voorziening op te heffen.