ECLI:NL:RBOBR:2022:4090

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
22 september 2022
Publicatiedatum
28 september 2022
Zaaknummer
22/2051
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening tegen sluiting van café na schietincident en vechtpartij

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter op 22 september 2022 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van de eigenaar van een café in Eindhoven. De burgemeester had besloten het café te sluiten naar aanleiding van een schietincident en een vechtpartij die op 26 juni 2022 zouden hebben plaatsgevonden. De burgemeester baseerde zijn besluit op een bestuurlijke rapportage van de politie. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat, anders dan de burgemeester, niet aannemelijk was dat er een schietpartij had plaatsgevonden die verband hield met de exploitatie van het café. Wel was er een vechtincident, maar de voorzieningenrechter vond onvoldoende bewijs dat dit incident direct gerelateerd was aan de exploitatie van het café. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, wat betekent dat het café open mocht blijven tot zes weken na de beslissing op bezwaar. De voorzieningenrechter droeg de burgemeester ook op om het griffierecht en de proceskosten aan de verzoeker te vergoeden. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en partijen werden erop gewezen dat er geen hoger beroep mogelijk was tegen deze mondelinge uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 22/2051
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 22 september 2022 in de zaak tussen

[verzoeker] , uit [vestigingsplaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. P.J.A. van de Laar),
en

de burgemeester van Eindhoven, de burgemeester

(gemachtigde: mr. G.D. van Leeuwen).

Zitting

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening tegen het besluit van de burgemeester tot sluiting van het café van verzoeker op 22 september 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, zijn zoon [naam] , de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de burgemeester.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De motivering van die uitspraak vermeldt de voorzieningenrechter hierna onder de beslissing.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe;
  • schorst het bestreden besluit, inclusief het wijzigingsbesluit van 13 september 2022, tot zes weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
  • draagt de burgemeester op het betaalde griffierecht van € 184,– aan verzoeker te vergoeden;
  • veroordeelt de burgemeester in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.518,–.

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorlopige voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen de sluiting van zijn café. De burgemeester heeft met het besluit van 15 augustus 2022, verzonden 18 augustus 2022, (het bestreden besluit) het bevel gegeven café [naam] , gevestigd aan de [adres] in Eindhoven, gedurende één maand te sluiten.
2. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat het bestreden besluit wordt opgeschort totdat een beslissing is genomen op het bezwaar.
3. De burgemeester heeft op 8 september 2022 medegedeeld dat hij wacht met het sluiten van café [naam] totdat op onderhavig verzoek om een voorlopige voorziening is beslist.
4. De burgemeester heeft op 13 september 2022 het besluit gewijzigd in die zin dat het café voor 28 dagen wordt gesloten in plaats van voor één maand. Verder is in het besluit vermeld dat de burgemeester niet automatisch de Alcoholwetvergunning en Aanwezigheidsvergunning kansspelautomaten zal intrekken.

Totstandkoming van het besluit

5. Café [naam] is een horecabedrijf gevestigd aan de [adres] in Eindhoven. Het betreft een eenmanszaak. Verzoeker is de eigenaar van de onderneming. Zowel hij als [naam] , de zoon van verzoeker, staat als leidinggevende vermeld op de horecavergunning.
6. Naar aanleiding van meerdere binnengekomen meldingen bij de meldkamer van de politie dat er geschoten wordt bij café [naam] aan de [adres] te Eindhoven en de melding van een man die zegt dat zijn broertje bewusteloos is geschopt op datzelfde adres heeft de politie op dat adres een onderzoek ingesteld. De politie Eenheid Oost-Brabant heeft de burgemeester geïnformeerd over de bevindingen uit dit onderzoek met een bestuurlijk rapportage. Hierin staat onder meer het volgende:

(…)
Op zondag 26 juni 2022, omstreeks 02.20 uur, komt de melding via 112 binnen dat er flink werd gevochten ter hoogte van [adres] café [naam] . Volgens de melder zou zijn broer tegen het hoofd geschopt zijn en was daarbij bewusteloos geraakt.
Vanaf 02.24 uur komen er via 112 meerdere meldingen dat op dezelfde locatie meerdere keren wordt geschoten. Één melder zegt dat hij gehoord heeft dat er geroepen werd: “Pak die hulzen.”
Toen de politie omstreeks 02.35 uur ter plaatse kwam was er niemand meer te zien op straat. Het café leek gesloten en er waren geen personen in het café te zien.
Voor de gevel van café [naam] werd op het trottoir een patroonhuls aangetroffen.
Door de collega’s ter plaatse werd de omgeving ruim afgezet. Terwijl ze met deze afzetting bezig waren kwam uit café [naam] een man lopen, die zich voorstelde als de uitbater van het café. Deze man betrof [naam] , [geboortedatum 2] .
[naam] gaf aan dat hij niks had gehoord dat er iets was gebeurd. Op de vraag of hij alleen in het café was gaf hij aan dat er ook nog 1 vrouw binnen was en verder niemand.
De collega’s zijn vervolgens het café ingegaan ter vaststelling of er niemand meer binnen was.
In het café aan de achterzijde nabij het terras troffen de collega’s een man aan welke flink gewond was aan zijn hoofd en werd ondersteund door 2 mannen.
Het was overduidelijk dat deze man slachtoffer was van een geweldsdelict.
[naam] die zich als uitbater voorstelde vertelde de collega’s ineens dat hij toch wel iets had gehoord en dat hij voor het café het slachtoffer had aangetroffen en die had hij het café ingehaald maar verder had hij niks gezien wat er was gebeurd.
Het slachtoffer bleek later na onderzoek van de ambulance medewerkers flink letsel aan het hoofd te hebben en is daarvoor met een ambulance naar het ziekenhuis overgebracht.
Er was op dat moment niemand meer aanwezig die iets kon of wilde vertellen wat er in of voor het café was gebeurd. Door de collega’s werden een aantal namen genoteerd van bezoekers die aanwezig waren.
Naar aanleiding van bovenstaande kwamen na onderzoek enkele video beelden beschikbaar.
(…)”.
7. De burgemeester heeft met het bestreden besluit het bevel gegeven dat café [naam]
gedurende een (1) maand wordt gesloten, met ingang van de dag dat daarop een openbare bekendmaking wordt aangebracht. In het wijzigingsbesluit van 13 september 2022 heeft de burgemeester overwogen dat waar in het bestreden besluit wordt gesproken over de sluiting van een (1) maand, hier een sluiting van 28 dagen moet worden gelezen. Verder wordt het bestreden besluit aangevuld met de overweging dat de burgemeester hierom niet automatisch de Alcoholwetvergunning en Aanwezigheidsvergunning voor speelautomaten intrekt en hij verzoeker hiermee de kans geeft om te laten zien dat het café van verzoeker zonder incidenten open kan blijven.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

8. De voorzieningenrechter vindt het belang van verzoeker bij het treffen van een
voorlopige voorziening in dit geval voldoende spoedeisend, omdat verzoeker gedurende een periode van 28 dagen zijn horeca-inrichting niet kan exploiteren als die wordt gesloten.
9. Op grond van artikel 2:40a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Algemene Plaatselijke
Verordening Eindhoven (APV) kan de burgemeester in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor een of meer openbare inrichtingen als bedoeld in artikel 2:27, tijdelijke sluiting bevelen of bevelen dat daar tijdelijk bepaalde sluitingsuren gelden of dat daar te zijner beoordeling ter bescherming van die belangen of in verband met die bijzondere omstandigheden genoegzame maatregelen worden getroffen. De APV is een verordening als bedoeld in artikel 174, derde lid, van de Gemeentewet. Ter invulling van de sluitingsbevoegdheid uit artikel 2:40a van de APV heeft de gemeente Eindhoven het Horecastappenplan 2016 opgesteld. Hoofdstuk 14 van het Horecastappenplan 2016 ziet op een (dreigend(e)) ernstig incident of ernstige verstoring van de openbare orde en afhankelijk van aard, ernst en omvang van de overtreding en situatie kunnen stappen worden overgeslagen. Als sprake is van een (dreigend(e)) ernstig incident of ernstige verstoring van de openbare orde of andere, in de voorgaande hoofdstukken genoemde belangen, kan het horecabedrijf zonder voorafgaande stap tijdelijk worden gesloten en/of worden overwogen of de drank- en horecavergunning of exploitatievergunning kan dan wel moet worden ingetrokken. De duur van de sluiting – zowel wanneer die van meet af aan voor bepaalde tijd is als wanneer die voor onbepaalde tijd is – is maximaal 12 maanden.
10. De burgemeester heeft tijdens de zitting verduidelijkt dat hij enkel het incident op
26 juni 2022 ten grondslag heeft gelegd aan het bestreden besluit. Dit incident bestaat uit het schietincident en een vechtpartij waarbij de uitbater was betrokken. De burgemeester is van oordeel dat de openbare orde ernstig is geschonden door dit incident en dat dit is gebeurd in verband met de exploitatie van het café. De burgemeester baseert zich daarbij de bestuurlijke rapportage van de politie.
11. Volgens verzoeker was er geen direct verband tussen het incident op 26 juni 2022 en de
exploitatie van café [naam] . Verzoeker wijst erop dat het incident niet in zijn café plaatsvond, het incident na sluiting van het café plaatsvond en dat verzoeker heeft vernomen dat is gevochten door bezoekers van café [naam] , dat verderop in de straat is gelegen.
12. Om het café te sluiten moet er wel een ernstig openbare orde incident te zijn relateren aan het café. De voorzieningenrechter acht het op grond van de bestuurlijke rapportage –
anders dan de burgemeester – niet direct aannemelijk dat voor het café een schietpartij heeft plaatsgevonden die verband houdt met (de exploitatie van) het café. De enkele vondst van een patroonhuls op het trottoir voor het café en meldingen die bij de politie zijn binnengekomen dat ter hoogte van het café meerdere keren wordt geschoten, acht de voorzieningenrechter daartoe onvoldoende. Het ligt op de weg van de burgemeester dat beter te onderbouwen. Wel staat vast dat er een vechtincident heeft plaatsgevonden waarin de uitbater ook een rol heeft gespeeld. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt dat de uitbater zich heeft gemengd in de vechtpartij, dat hij ertussen is gesprongen en klappen heeft gegeven aan de man die eerder een persoon die op de grond lag een zeer harde trap tegen het hoofd heeft gegeven. Niet valt uit te sluiten dat de uitbater deze persoon die op de grond lag hulp heeft willen bieden. De voorzieningenrechter ziet overigens niet in wat de uitbater in die situatie anders had moeten doen omdat de gebeurtenissen zich volgens [naam] snel opvolgden (en er dus weinig tijd was om de politie te bellen en hun komst af te wachten). Ook ten aanzien van dit incident overweegt de voorzieningenrechter dat op dit moment onvoldoende is onderbouwd dat de vechtpartij verband houdt met de exploitatie van het café. Onduidelijk is of het bezoekers van verzoekers café waren die bij de vechtpartij waren betrokken of dat [naam] in zijn hoedanigheid als uitbater bij het incident was betrokken. De voorzieningenrechter vindt dat de burgemeester hier nader onderzoek naar had moeten doen. Bovendien had hij onderzoek kunnen doen naar de omstandigheden waaronder dit incident heeft plaatsgevonden. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt immers dat er camerabeelden beschikbaar zijn. De burgemeester heeft tijdens de zitting aangegeven dat de overige incidenten die in de bestuurlijke rapportage worden genoemd geen rol hebben gespeeld bij het opleggen van dit besluit. De voorzieningenrechter wijst er wel op dat voor zover deze genoemde incidenten wel een rol zouden spelen, zij niet specifiek zijn benoemd, laat staan zijn onderbouwd. Verzoeker kan de incidenten niet betwisten. Het is dan in strijd met het beginsel van fair play om dat op deze manier aan verzoeker tegen te werpen.
13. Gelet hierop is de voorzieningenrechter van oordeel dat de burgemeester onvoldoende heeft gemotiveerd dat er een dermate ernstige situatie aan de orde was, dat het ter bescherming van de openbare orde nodig was om verzoekers café te sluiten. Hoewel de voorzieningenrechter kan volgen dat door het incident op 26 juni 2022 de openbare orde ernstig is verstoord, heeft de burgemeester onvoldoende onderbouwd dat dit incident verband houdt met de exploitatie van het café van verzoeker.
14. De voorzieningenrechter wijst er tot slot op dat als zich een nieuw incident voordoet dat wel te relateren is aan de exploitatie van het café, de burgemeester zich kan wenden tot de voorzieningenrechter met het verzoek om de getroffen voorlopige voorziening op te heffen.

Conclusie en gevolgen

15. De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe en treft de voorlopige voorziening dat het
bestreden besluit, inclusief het wijzigingsbesluit van 13 september 2022, is geschorst tot zes weken nadat de beslissing op bezwaar bekend is gemaakt. Dit betekent dat het café van verzoeker gedurende die periode open mag blijven.
16. De voorzieningenrechter ziet aanleiding te bepalen dat de burgemeester het griffierecht
aan verzoeker moet vergoeden en dat verzoeker ook een vergoeding krijgt van zijn proceskosten. De burgemeester moet deze vergoeding betalen. De vergoeding is met toepassing van het Besluit proceskosten bestuursrecht als volgt berekend. Voor de rechtsbijstand door een gemachtigde krijgt verzoeker een vast bedrag per proceshandeling. De gemachtigde heeft het verzoekschrift ingediend en aan de zitting deelgenomen. Elke proceshandeling heeft een waarde van € 759,-. De vergoeding bedraagt dan in totaal € 1.518,-.
17. Partijen zijn er op gewezen dat zij niet in hoger beroep kunnen gaan tegen deze mondelinge uitspraak.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 22 september 2022 door mr. M.J.H.M. Verhoeven, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.A.L. Verbruggen, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
De griffier is verhinderd deze
Uitspraak te ondertekenen.
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.