ECLI:NL:RBOBR:2022:4078
Rechtbank Oost-Brabant
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in bestuursrechtelijke zaken betreffende emissiearme stallen
Op 14 september 2022 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Oost-Brabant een verschoningsverzoek toegewezen van mr. R. Frins, rechter-plaatsvervanger. Dit verzoek was ingediend naar aanleiding van een artikel in het Brabants Dagblad, waarin mr. Frins onjuist geciteerd werd over uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State met betrekking tot emissiearme stallen. De rechter was van mening dat deze onjuiste citaten de schijn van partijdigheid konden oproepen in de zaken die hij behandelde, namelijk SHE 20/3781, SHE 21/235 en SHE 21/393, die allemaal betrekking hebben op het Brabantse veehouderijbeleid en de stikstofuitstoot van melkveehouderijen.
De verschoningskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de rechter, ondanks zijn aanstelling, niet langer onpartijdig kon worden geacht door de publicatie van het artikel. De uitspraak van de Afdeling op 7 september 2022 over de vergunningen op grond van de Wet natuurbescherming, die de basis vormde voor de zorgen van de rechter, heeft bijgedragen aan de beslissing om het verzoek tot verschoning toe te wijzen. De verschoningskamer heeft geconcludeerd dat de schijn van partijdigheid voldoende reden was om het verzoek te honoreren, en heeft bepaald dat een andere rechter de zaken zal behandelen.
De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing, conform artikel 8:20, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).