ECLI:NL:RBOBR:2022:4043

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
5 juli 2022
Publicatiedatum
23 september 2022
Zaaknummer
WR 22/018
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan betrekking op de rechters

Op 5 juli 2022 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Oost-Brabant een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van verzoekster, die niet aanwezig was op de zitting van 16 juni 2022. Het verzoek tot wraking was ingediend in het kader van een andere procedure met zaaknummer WR 22/011. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat het wrakingsverzoek geen betrekking heeft op de rechters die de zaak behandelen, zoals vereist volgens artikel 5, tweede lid, van het wrakingsprotocol van de rechtbank Oost-Brabant. Verzoekster heeft geen concrete feiten of omstandigheden aangedragen die de vrees voor vooringenomenheid van de rechters zouden kunnen onderbouwen. Hierdoor is het verzoek niet-ontvankelijk verklaard, en er is geen reden voor een mondelinge behandeling van het verzoek. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee leden van de wrakingskamer, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OOST-BRABANT

Wrakingskamer
zaaknummer: WR 22/018
Beslissing van 5 juli 2022
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek ex artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van:
[verzoekster]wonende te [woonplaats]
hierna te noemen: verzoekster,
strekkende tot de wraking van
mr. B.C.W. Geurtsen-van Eeden, mr. F.E. Roll en mr. J.H.L.M. Snijders, in hun hoedanigheid van leden van de wrakingskamer die verzoeksters wrakingsverzoek met zaaknummer WR 22/011 behandelen.

1.De procedure

Het wrakingsverzoek met zaaknummer WR 22/011 is behandeld op de zitting van de wrakingskamer van 16 juni 2022. Verzoekster is niet naar de zitting gekomen.
Verzoekster heeft de wrakingskamer op 20 juni 2022 gewraakt.

2.De beoordeling

2.1
De wrakingskamer kan het wrakingsverzoek zonder behandeling ter zitting aanstonds niet-ontvankelijk verklaren indien het wrakingsverzoek geen betrekking heeft op de met de behandeling van de zaak belaste rechter (artikel 5, tweede lid, aanhef en onder e, van het wrakingsprotocol van de rechtbank Oost-Brabant).
2.2
Uit het wrakingsverzoek blijkt niet dat dit betrekking heeft op de rechters die met de behandeling van de wrakingszaak met zaaknummer WR 22/011 belast zijn. De enkele indiening van een wrakingsverzoek is daartoe onvoldoende. Bovendien ontbreken in het wrakingsverzoek concrete feiten en omstandigheden waaruit de rechtbank de vooringenomenheid van de rechters (die belast zijn met de beoordeling van het wrakingsverzoek met zaaknummer WR 22/011) of de objectief gerechtvaardigde vrees daarvoor kan afleiden.
2.3
Om die redenen kan verzoekster niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen. Voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever namelijk bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.

3.De beslissing

De rechtbank verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven op 5 juli 2022 door mr. H.M.H. de Koning, voorzitter,
mr. J.O.Y. Elagab en mr. M.E. Bartels, leden, in tegenwoordigheid van mr. J.R. Leegsma, griffier.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat
geenrechtsmiddel open (artikel 39 lid 5 Rv)