ECLI:NL:RBOBR:2022:3931

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
14 september 2022
Publicatiedatum
13 september 2022
Zaaknummer
C/01/376278 / HA ZA 21-775
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Collectieve actie door vakbonden over pensioenregeling met betrekking tot GXO Logistics Netherlands III B.V.

In deze zaak, die voor de Rechtbank Oost-Brabant is behandeld, hebben de vakbonden FNV en CNV een collectieve actie aangespannen tegen GXO Logistics Netherlands III B.V. (voorheen XPO Supply Chain Netherlands III B.V.) met betrekking tot de pensioenregeling voor werknemers die in de periode vóór 1 juli 2019 in dienst waren van de betrokken vennootschappen. De rechtbank heeft op 14 september 2022 een tussenuitspraak gedaan waarin zij het verzoek van de vakbonden om een opt-out regeling voor buitenlandse belanghebbenden afwees. De rechtbank oordeelde dat de hoofdregel voor collectieve acties geldt, waarbij elke persoon die behoort tot de groep wier belangen worden behartigd, aan de procedure is gebonden, tenzij deze persoon zich uitdrukkelijk heeft willen bevrijden (opt-out). De rechtbank heeft ook bepaald dat de vakbonden als exclusieve belangenbehartigers zijn aangewezen en dat zij de nodige informatie aan de betrokkenen moeten verstrekken. De rechtbank heeft de griffier opgedragen om de naamswijziging van de gedaagde in het centraal register voor collectieve vorderingen door te voeren en heeft een termijn gesteld voor het beproeven van een schikking. De zaak zal op 18 januari 2023 opnieuw op de rol komen voor beraad over de voortgang van de procedure.

Uitspraak

RECHTBANK Oost-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Eindhoven
Zaaknummer: C/01/376278 / HA ZA 21-775
Vonnis van 14 september 2022
in de zaak van
1. de vereniging
FEDERATIE NEDERLANDSE VAKBEWEGING,
2. de vereniging
CNV VAKMENSEN,
beide gevestigd te Utrecht,
eisende partijen,
hierna samen te noemen: de Bonden
advocaat: mr. M.H.D. Vergouwen te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GXO LOGISTICS NETHERLANDS III B.V
(voorheen: XPO SUPPLY CHAIN NETHERLANDS III B.V.)
gevestigd te Eindhoven,
gedaagde partij
hierna te noemen: GXO III,
advocaat: mr. R.J.C. Brouwer te Venlo.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 18 mei 2022,
- de akte uitlaten van de Bonden van 15 juni 2022,
- de antwoordakte van GXO III, ingekomen op 8 juli 2022, met daarin tevens een verzoek om naamswijziging,
- de nadere akte van de Bonden, ingekomen op 12 juli 2022,
- de brief van 12 juli 2022 van GXO III waarin zij bezwaar maakt tegen de nadere akte van de Bonden,
- de antwoordakte na nadere akte van GXO III, ingekomen op 3 augustus 2022.
1.2.
De rechtbank heeft vervolgens bepaald dat op 14 september 2022 vonnis zal worden gewezen.

2.De beoordeling

Naamswijziging gedaagde
2.1.
In haar antwoordakte van 8 juli 2022 heeft gedaagde aangegeven dat per 28 juni 2022 haar naam is gewijzigd van “XPO Supply Chain Netherlands III B.V.” in “GXO Logistics Netherlands III B.V.” Zij heeft verzocht deze nieuwe naam voortaan in de processtukken te vermelden. De Bonden hebben hier geen bezwaar tegen gemaakt. De rechtbank heeft dit verzoek daarom ingewilligd.
2.2.
Omdat het hier gaat om een collectieve vordering als bedoeld in artikel 3:305a BW, waarvan de dagvaarding en ook de tussenvonnissen van de rechtbank zijn aangetekend in het centraal register voor collectieve vorderingen op www.rechtspraak.nl, te vinden via een link met daarin de naam van de gedaagde partij, zal de rechtbank de griffier opdragen het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak te verzoeken deze naamswijziging door te voeren in het register op een wijze dat zowel de oude als de nieuwe naam daarin wordt vermeld.
Uitlatingen van partijen na het tussenvonnis van 18 mei 2022
2.3.
In haar tussenvonnis van 18 mei 2022 heeft de rechtbank een aantal voorvragen in deze procedure beantwoord en vervolgens partijen gelegenheid geboden zich uit te laten over enkele vragen die verband houden met de voorschriften over ‘opt out’ en ‘opt in’ (artikel 1018f Rv), en met de termijnstelling voor het beproeven van een schikking (artikel 1018g Rv).
Voorschriften in verband met ‘opt out’ en ‘opt in’
2.4.
Partijen hebben in hun aktes aangegeven het eens te zijn met het voornemen van de rechtbank om op de voet van artikel 1018f lid 2 Rv te bevelen dat de uitspraak van 18 mei 2022, waarin de Bonden als exclusieve belangenbehartigers zijn aangewezen, op de internetpagina’s van de Bonden zal worden geplaatst. Dit bevel zal daarom in dit vonnis worden gegeven.
Brief aan de bekende personen (artikel 1018f lid 3, eerste volzin, Rv)
2.5.
Partijen hebben in hun aktes aangegeven het ook eens te zijn met het voornemen van de rechtbank om te bepalen dat de aanschrijving van de bekende personen (artikel 1018f, lid 3, eerste volzin Rv) bij gewone brief zal geschieden, en dat die brief - opgesteld door de Bonden op briefpapier van de Bonden - door GXO III (op kosten van de Bonden) aan de betreffende werknemers en oud-werknemers zal worden verstuurd. GXO III heeft hierbij wel de kanttekening gemaakt niet over alle actuele adresgegevens van haar oud-werknemers te beschikken. Zij vraagt de rechtbank te bepalen dat verzending door GXO III slechts zal hoeven plaatsvinden aan diegenen waarvan GXO III over de actuele adresgegevens beschikt. In hun nadere akte hebben de Bonden hiermee ingestemd. De rechtbank zal aan het bevel tot verzending daarom de bedoelde clausule toevoegen.
Algemene aankondigingen (artikel 1018f, tweede volzin e.v., lid 3 Rv)
2.6.
Dat GXO III niet beschikt over alle actuele adresgegevens van haar oud-werknemers, betekent dat niet alle personen voor wie in deze procedure wordt opgekomen kunnen worden aangeschreven. De rechtbank komt daarom terug op haar voornemen om te bepalen dat aankondiging in een landelijk nieuwsblad achterwege kan blijven, en zal bepalen dat de Bonden moeten zorgdragen voor een aankondiging in een nieuwsblad als bedoeld in artikel 1018f lid 3 Rv, te weten in Het Financieele Dagblad (FD).
2.7.
Een dergelijke aankondiging zal tevens door GXO III moeten worden gepubliceerd op haar interne nieuwssite en/of in haar personeelsmagazine. Partijen hebben in hun aktes aangegeven daar mee in te stemmen. De aankondiging zal tevens door de Bonden moeten worden gepubliceerd op hun internetpagina’s. Een aankondiging zal tot slot ook moeten worden aangetekend in het centraal register voor collectieve vorderingen op www.rechtspraak.nl. De rechtbank zal de griffier hiertoe opdracht geven.
Vermelding van het standpunt van GXO III
2.8.
Over de door de rechtbank voorgestelde tekst voor de te sturen brief en te publiceren aankondigingen als bedoeld in artikel 1018f lid 3 Rv zijn partijen het niet met elkaar eens.
2.9.
GXO III meent dat daarin ook een korte weergave moet worden opgenomen van het standpunt dat zij als gedaagde inneemt in deze procedure. Dit omdat GXO III niet bekend is met belanghebbenden die zich bij de Bonden hebben aangesloten, en omdat het merendeel van de belanghebbenden de gevolgen van een opt out moeilijk zullen kunnen afwegen als zij niet ten minste in het kort de standpunten van beide partijen kennen. GXO III wil daarom aan de tekst (na de eerste volzin van de tweede alinea) de volgende twee zinnen toegevoegd zien:
“GXO III heeft tegen deze vordering het verweer gevoerd dat deelname aan Pensioenfonds Vervoer geëindigd is en dat zij in nauw overleg met de Ondernemingsraad tot een nieuwe arbeidsvoorwaardenregeling is gekomen, welke regeling voor de betrokken werknemers onder andere deelname aan een nieuwe pensioenregeling bij a.s.r. inhoudt. Het terugdraaien daarvan zal voor de betrokken werknemers nadelen met zich meebrengen, aldus GXO III”.
Toevoeging van de laatste zin is volgens GXO III van belang omdat er onmiskenbaar sprake is van nadelen, en belanghebbenden goed en geïnformeerd kun keuze moeten kunnen bepalen. Volgens GXO III geldt dit zeker nu de Bonden aan de belanghebbenden hun visie willen verkondigen, wat onder meer blijkt uit het verzoek van de Bonden om in de brief en de aankondiging een telefoonnummer toe te voegen waar betrokkenen hen kunnen bereiken voor meer informatie.
2.10.
De Bonden hebben bezwaar tegen toevoeging van de laatste zin die GXO III voorstelt. Die zin heeft volgens hen een sterk sturende werking waarmee werknemers - zonder daartoe op de juiste wijze te worden geïnformeerd - worden aangemoedigd om gebruik te maken van hun mogelijkheid tot een opt out. Zou die zin worden toegevoegd, dan zou ook het standpunt van de Bonden moeten worden toegelicht, zo menen zij. Wanneer die laatste zin wordt weggelaten, kunnen de Bonden instemmen met het toevoegen van de eerste zin zoals voorgesteld door GXO III.
2.11.
De rechtbank overweegt als volgt. In artikel 1018f lid 3 Rv is bepaald welke gegevens in de brief en aankondigingen moeten worden opgenomen. Het gaat om feitelijke gegevens zoals: wie is aangewezen als exclusieve belangenbehartiger, hoe luidt de collectieve vordering, en van welke personen worden daarbij de belangen behartigd. De rechter kan op grond van dit derde lid bepalen dat ook andere gegevens moeten worden vermeld in de brief of aankondiging. De rechtbank ziet geen bezwaar om, na de vermelding van de vordering, ook het verweer van GXO III in één zin samengevat te vermelden (de eerste zin zoals door GXO III voorgesteld). Daarmee is het geschil voldoende verduidelijkt. De tweede zin die GXO III heeft voorgesteld leent zich echter naar het oordeel van de rechtbank niet voor vermelding in de brief en aankondigingen. In deze zin ontbreekt de neutraliteit die in de brief en aankondigingen is beoogd. De tweede zin zal daarom niet in de brief worden opgenomen.
Opt in of opt out voor personen buiten Nederland
2.12.
GXO III stelt dat voor haar werknemers en oud-werknemers zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, in de brief en aankondiging aanvullende informatie moet worden opgenomen over de mogelijkheid van opt in.
2.13.
De Bonden hebben in reactie hierop met een beroep op artikel 1018f lid 5 Rv het uitdrukkelijke verzoek gedaan aan de rechtbank om in dit geval te bepalen dat ook voor personen die geen woon- of verblijfplaats in Nederland hebben de opt out regeling van artikel 1018f lid 1 Rv van toepassing is. Het hanteren van een opt in mogelijkheid voor deze personen is volgens de Bonden onwenselijk omdat GXO III van hen geen adresgegevens stelt te hebben, zodat zij niet aangeschreven kunnen worden en bij gebrek aan wetenschap van de collectieve procedure niet gebonden zullen zijn aan de uitkomst daarvan. De door GXO III voorgestelde tekst moet in verband hiermee worden gewijzigd, zo voeren de Bonden aan.
2.14.
GXO III verzet zich tegen inwilliging van dit verzoek van de Bonden. Volgens haar is een opt out regeling voor buitenlandse partijen een uitzondering, en hebben de Bonden voor een dergelijke ingrijpende afwijking van het wettelijk uitgangspunt te weinig onderbouwing gegeven en is deze in strijd met de bedoeling van de wetgever.
2.15.
De rechtbank wijst het verzoek van de Bonden om voor personen zonder woon- of verblijfplaats in Nederland een opt out regime te laten gelden af, en zal hier toelichten waarom.
2.15.1.
Voor collectieve acties als bedoeld in artikel 3:305a BW geldt als hoofdregel dat elke persoon die behoort tot de ‘nauw omschreven groep personen wier belangen in de collectieve vordering worden behartigd’ aan de procedure en de uitkomst daarvan is gebonden, tenzij deze persoon uitdrukkelijk heeft laten weten zich daarvan te willen bevrijden (opt out) (artikel 1018f lid 1 Rv). Een uitzondering hierop is door de wetgever gemaakt voor personen zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland, hierna ook te noemen de buitenlandse belanghebbenden. Ten aanzien van deze personen is bepaald dat voor hen de collectieve vordering slechts gevolgen heeft en tot gebondenheid leidt indien zij daar uitdrukkelijk mee hebben ingestemd (opt in) (artikel 1018f lid 5 Rv). De wetgever heeft willen voorkomen dat de collectieve procedure een ongewild ruim bereik zou krijgen, wat aan een efficiënte en effectieve afwikkeling daarvan in de weg zou staan. In de laatste zin van artikel 1018f lid 5 Rv heeft de wetgever aan de rechter nog wel de ruimte gegeven om op verzoek van een partij te bepalen dat het opt out regime ook voor buitenlandse belanghebbenden geldt. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat hierbij is gedacht aan de situatie waarin de rechter heeft vastgesteld dat een opt out regime voor buitenlandse belanghebbenden ook in het belang is van de partij, die hierom niet heeft verzocht, bijvoorbeeld met het oog op het bereiken van daadwerkelijke en algehele finaliteit [1] .
2.15.2.
De rechtbank ziet in dit geval onvoldoende grond voor een opt out regime voor de buitenlandse belanghebbenden. Gezien het verzet van GXO III daartegen acht zij het zelf in ieder geval niet in haar belang dat zoveel mogelijk belanghebbenden gebonden zijn. En anders dan de Bonden stellen, is het niet zo dat de actuele adressen van álle buitenlandse belanghebbenden onbekend zijn. GXO III heeft aangegeven dat zij alleen van personen die inmiddels niet meer bij haar werkzaam zijn, mogelijk niet alle actuele adresgegevens heeft. Alleen een deel van de oud-werknemers zal dus geen brief ontvangen over de collectieve actie. Om hoeveel personen het hier bij benadering zal gaan, en in welk(e) land(en) deze personen zich bevinden, is de rechtbank niet bekend. Partijen hebben daar niets over naar voren gebracht. Het voor een groep personen van onbekende omvang hanteren van een opt out regime zou ten eerste betekenen dat voor partijen niet bekend is wie er allemaal aan de procedure en de uitkomst daarvan gebonden zijn, en ten tweede dat een onbekend aantal personen gebonden zal zijn zonder dat zij van het bestaan van deze collectieve actie op de hoogte zijn. De rechtbank vindt dit niet wenselijk, gelet op de aard van de onderhavige collectieve vordering, die ziet op de verstrekkende vraag aan welke pensioenregeling de betrokken werknemers deelnemen, en gelet op de omstandigheid dat daarbij (indirect) ook pensioenverzekeraars zijn betrokken.
2.15.3.
Tot slot merkt de rechtbank op dat zij ten behoeve van degenen die geen brief zullen ontvangen zal bevelen dat een aankondiging wordt geplaatst in het FD, op de interne nieuwssite en/of het (personeels)magazine van GXO III, op de internetpagina’s van de Bonden en in het centraal register voor collectieve vorderingen op www.rechtspraak.nl (zie hiervoor onder 2.6 en 2.7). Mogelijk kan een deel van de in het buitenland verblijvende oud-werknemers op deze wijze alsnog worden bereikt en desgewenst kiezen voor een opt in.
2.15.4.
Dit alles leidt tot de conclusie dat de rechtbank geen aanleiding ziet om het opt out regime ook voor buitenlandse belanghebbenden te laten gelden.
2.16.
Het voorgaande brengt mee dat in de brief en de aankondiging, als bedoeld in artikel 1018f lid 3 Rv, voor personen zonder woon- of verblijfplaats in Nederland gewezen zal moeten worden op de mogelijkheid van opt in. De te hanteren tekst volgt hierna onder 2.22 en 2.24.
Overige aandachtspunten voor de tekst van brief en aankondigingen
2.17.
GXO III heeft verzocht, met het oog op een evenwichtige informatievoorziening, om na de tekst “Wilt u over deze collectieve actie meer informatie, kijk dan op de website van FNV of CNV ([naam website])” tevens op te nemen “of neem contact op met uw (voormalig) werkgever ([telefoonnummer]). De volledige processtukken in deze zaak (dagvaarding en conclusie van antwoord) leest u
[hier]”.
2.18.
In reactie hierop hebben de Bonden verzocht ook een telefoonnummer toe te voegen waarop de Bonden telefonisch kunnen worden bereikt voor meer informatie over de collectieve actie.
2.19.
De rechtbank is van oordeel dat aan de wensen van partijen op dit punt van de informatievoorziening tegemoet kan worden gekomen, met uitzondering van de door GXO III voorgestelde verwijzing - via een link - naar de volledige processtukken. Naar het oordeel van de rechtbank gaat dit de reikwijdte van artikel 1018f lid 3 Rv te buiten. Het aanbrengen van een dergelijke link is bovendien technisch niet steeds mogelijk.
2.20.
De rechtbank zal conform artikel 1018f lid 3, vierde volzin, Rv bepalen dat in de tekst van de brief en aankondiging moet worden opgenomen dat de rechterlijke uitspraken die worden gedaan in deze collectieve procedure, te vinden zijn in het centraal register voor collectieve vorderingen dat te vinden is op www.rechtspraak.nl onder de knop ‘registers’.
2.21.
De rechtbank zal bepalen dat de brieven en aankondigingen binnen vier weken na de datum van dit vonnis, dat wil zeggen uiterlijk op 12 oktober 2022, moeten worden verzonden respectievelijk gepubliceerd. De rechtbank acht een reactietermijn van drie maanden in dit geval gepast. De uiterlijke datum waarop kan worden geopteerd voor opt out of opt in wordt daarom gesteld op 12 januari 2023.
De tekst van de brief
2.22.
Rekening houdend met alles wat zij daarover heeft overwogen in het tussenvonnis van 18 mei 2022 en in dit vonnis, zal de rechtbank bepalen dat de brief die moet worden gestuurd aan de bekende personen van wie de belangen in deze collectieve actie worden behartigd, als volgt moet luiden:
“In opdracht van de rechtbank Oost-Brabant delen FNV en CNV u het volgende mee:
De vakbonden FNV en CNV voeren bij de rechtbank Oost-Brabant een procedure waarmee zij willen bewerkstelligen dat het deelnemerschap bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de weg wordt voortgezet voor de werknemers die in de periode vóór 1 juli 2019 in dienst waren van XPO Supply Chain Netherlands B.V. (voorheen: ND Logistics B.V.) en/of XPO Supply Chain Netherlands II B.V. (voorheen: TD Holding B.V.) en die op 1 juli 2019 in dienst zijn getreden bij XPO Supply Chain Netherlands III B.V. (sinds 28 juni 2022 genaamd: GXO Logistics Netherlands III B.V.).
GXO Logistics Netherlands III B.V. heeft tegen deze vordering van de vakbonden het verweer gevoerd dat deelname aan het Pensioenfonds Vervoer geëindigd is en dat zij in nauw overleg met de Ondernemingsraad tot een nieuwe arbeidsvoorwaardenregeling is gekomen, welke regeling voor de betrokken werknemers onder andere deelname aan een nieuwe pensioenregeling bij a.s.r. inhoudt.
Deze procedure heet een “collectieve actie”. FNV en CNV zijn door de rechtbank aangewezen als exclusieve belangenbehartigers.
Wilt u meer informatie over deze collectieve actie, kijk dan op de website van FNV of CNV, neem contact op met FNV (telefoonnummer: …) of CNV (telefoonnummer ….) of neem contact op met uw (voormalig) werkgever (telefoonnummer ….).
Niet meedoen of juist wel meedoen
Als u behoort tot de groep van personen voor wie FNV en CNV opkomen en u vindt het goed dat FNV en CNV ook uw belangen behartigen, dan hoeft u niets te doen.
Als u niet wilt dat uw belangen in deze procedure worden behartigd door FNV en CNV, dan kunt u dat aan de rechtbank Oost-Brabant kenbaar maken. U bent dan niet aan de uitspraak in deze zaak gebonden, maar u kunt er ook geen rechten aan ontlenen.
Als u geen woonplaats of verblijf in Nederland hebt, dan heeft de collectieve actie geen betrekking op uw belangen. Wilt u dat FNV en CNV ook uw belangen in deze procedure behartigen, dan kunt u dat kenbaar maken aan de rechtbank Oost-Brabant.
Wilt u niet dat uw belangen in deze collectieve procedure worden behartigd, of heeft u geen woonplaats of verblijf in Nederland en wilt u juist wel dat ook uw belangen worden behartigd, stuur dan een brief aan:
Rechtbank Oost-Brabant,
Team Civiel, afdeling handelszaken,
Postbus 90155,
5200 MG ’s-Hertogenbosch.
U kunt dit doen tot
12 januari 2023.
U kunt hiervoor de volgende tekst gebruiken:
“Ik wil niet dat in de collectieve actie van FNV en CNV (zaak/rolnummer C/01/376278 / HA ZA 21-775) mijn belangen worden behartigd en wens mij daarvan te bevrijden.”
of
“Ik heb geen woonplaats of verblijf in Nederland, maar stem ermee in dat in de collectieve actie van FNV en CNV (zaak-/rolnummer C/01/376278 / HA ZA 21-775) ook mijn belangen worden behartigd.”
Rechterlijke uitspraken die worden gedaan over deze collectieve procedure worden opgenomen in het centraal register voor collectieve vorderingen, dat te vinden is op www.rechtspraak.nl onder de knop ‘registers’.
2.23.
De rechtbank zal de Bonden opdragen om, na raadpleging van GXO III, de drie telefoonnummers zoals die vermeld moeten worden in deze brief daarin op te nemen en aan GXO III en aan de rechtbank door te geven, met het oog op de aankondigingen, waarin, zoals hierna zal blijken, deze telefoonnummers ook moeten worden opgenomen.
De tekst van de aankondigingen
2.24.
Rekening houdend met alles wat zij daarover heeft overwogen in het tussenvonnis van 18 mei 2022 en in dit vonnis, zal de rechtbank bepalen dat de aankondigingen die moeten worden gepubliceerd op in het FD, op de interne nieuwssite en/of het (personeels)magazine van GXO III, op de internetpagina’s van de Bonden en in het centraal register voor collectieve vorderingen op www.rechtspraak.nl, als volgt moeten luiden:
“Aankondiging in opdracht van de rechtbank Oost-Brabant:
Collectieve actie van de vakbonden FNV en CNV tegen GXO Logistics Netherlands III B.V. (voorheen: XPO Supply Chain Netherlands III B.V.) inzake de toepasselijke pensioenregeling.
De vakbonden FNV en CNV voeren bij de rechtbank Oost-Brabant een procedure waarmee zij willen bewerkstelligen dat het deelnemerschap bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Beroepsvervoer over de weg wordt voortgezet voor de werknemers die in de periode vóór 1 juli 2019 in dienst waren van XPO Supply Chain Netherlands B.V. (voorheen: ND Logistics B.V.) en/of XPO Supply Chain Netherlands II B.V. (voorheen: TD Holding B.V.) en die op 1 juli 2019 in dienst zijn getreden bij XPO Supply Chain Netherlands III B.V. (sinds 28 juni 2022 genaamd: GXO Logistics Netherlands III B.V.).
GXO Logistics Netherlands III B.V. heeft tegen deze vordering van de vakbonden het verweer gevoerd dat deelname aan het Pensioenfonds Vervoer geëindigd is en dat zij in nauw overleg met de Ondernemingsraad tot een nieuwe arbeidsvoorwaardenregeling is gekomen, welke regeling voor de betrokken werknemers onder andere deelname aan een nieuwe pensioenregeling bij a.s.r. inhoudt.
Deze procedure heet een “collectieve actie”. FNV en CNV zijn door de rechtbank aangewezen als exclusieve belangenbehartigers.
Wilt u meer informatie over deze collectieve actie, kijk dan op de website van FNV of CNV, neem contact op met FNV (telefoonnummer: …) of CNV (telefoonnummer ….) of neem contact op met uw (voormalig) werkgever (telefoonnummer ….).
Niet meedoen of juist wel meedoen
Als u behoort tot de groep van personen voor wie FNV en CNV opkomen en u vindt het goed dat FNV en CNV ook uw belangen behartigen, dan hoeft u niets te doen.
Als u niet wilt dat uw belangen in deze procedure worden behartigd door FNV en CNV, dan kunt u dat aan de rechtbank Oost-Brabant kenbaar maken. U bent dan niet aan de uitspraak in deze zaak gebonden, maar u kunt er ook geen rechten aan ontlenen.
Als u geen woonplaats of verblijf in Nederland hebt, dan heeft de collectieve actie geen betrekking op uw belangen. Wilt u dat FNV en CNV ook uw belangen in deze procedure behartigen, dan kunt u dat kenbaar maken aan de rechtbank Oost-Brabant.
Wilt u niet dat uw belangen in deze collectieve procedure worden behartigd, of heeft u geen woonplaats of verblijf in Nederland en wilt u juist wel dat ook uw belangen worden behartigd, stuur dan een brief aan:
Rechtbank Oost-Brabant,
Team Civiel, afdeling handelszaken,
Postbus 90155,
5200 MG ’s-Hertogenbosch.
U kunt dit doen tot
12 januari 2023.
U kunt hiervoor de volgende tekst gebruiken:
“Ik wil niet dat in de collectieve actie van FNV en CNV (zaak/rolnummer C/01/376278 / HA ZA 21-775) mijn belangen worden behartigd en wens mij daarvan te bevrijden.”
of
“Ik heb geen woonplaats of verblijf in Nederland, maar stem ermee in dat in de collectieve actie van FNV en CNV (zaak-/rolnummer C/01/376278 / HA ZA 21-775) ook mijn belangen worden behartigd.”
Rechterlijke uitspraken die worden gedaan over deze collectieve procedure worden opgenomen in het centraal register voor collectieve vorderingen, dat te vinden is op www.rechtspraak.nl onder de knop ‘registers’.
Termijnstelling voor het beproeven van een schikking (artikel 1018g Rv)
2.25.
Partijen hebben aangegeven het er over eens te zijn dat een termijn van twee maanden door hen gewenst is voor het beproeven van een schikking.
2.26.
In deze zaak zal belanghebbenden tot 12 januari 2023 de tijd gegund worden om te kiezen voor een opt out of een opt in. De rechtbank zal de zaak met het oog hierop naar de rol van 18 januari 2023 verwijzen, voor beraad over de voortgang van de procedure. Partijen kunnen de periode tot die datum tevens aanwenden voor het beproeven van een schikking.
Tot slot
2.27.
De rechtbank zal de griffier opdragen van dit vonnis aantekening te maken in het centraal register voor collectieve vorderingen.
2.28.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
beveelt dat de Bonden:
uiterlijk op 28 september 2022 de uitspraak van 18 mei 2022, waarin de Bonden als exclusieve belangenbehartigers zijn aangewezen, plaatsen op hun internetpagina,
uiterlijk op 28 september 2022 aan GXO III overhandigen de brief (zie onder 2.22), op briefpapier van de Bonden, met vermelding van alle daarin genoemde telefoonnummers,
uiterlijk op 28 september 2022 een afschrift van de onder 3.1 sub b bedoelde brief aan de rechtbank versturen,
uiterlijk op 12 oktober 2022 doen publiceren in Het Financieele Dagblad de aankondiging (zie onder 2.23), met vermelding van alle daarin genoemde telefoonnummers,
uiterlijk op 12 oktober 2022 publiceren op hun internetpagina de aankondiging (zie onder 2.23), met vermelding van alle daarin genoemde telefoonnummers,
3.2.
beveelt dat GXO III:
uiterlijk op 12 oktober 2022 de brief, die zij van de Bonden zal ontvangen ingevolge het bevel van 3.1 sub b, verstuurt aan al haar werknemers en oud-werknemers, die behoren tot de groep van personen zoals omschreven in het tussenvonnis van 18 mei 2022 onder 6.4, voor zover zij beschikt over hun (actuele) adresgegevens,
uiterlijk op 12 oktober 2022 op haar interne nieuwssite en/of haar (personeels)magazine publiceert de aankondiging (zie onder 2.23), met vermelding van alle daarin genoemde telefoonnummers,
3.3.
draagt de griffier op:
zorg te dragen voor het doorvoeren van de naamswijziging van gedaagde in het centraal register voor collectieve vorderingen (zie onder 2.2),
zorg te dragen voor het aantekenen van deze uitspraak in dat register,
na ontvangst van de brief van de Bonden (zie onder 3.1 sub b) zorg te dragen voor het aantekenen van de aankondiging (zie onder 2.23) in dat register, met vermelding van alle daarin genoemde telefoonnummers, uiterlijk op 12 oktober 2022,
3.4.
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 18 januari 2023 voor beraad over de voortgang van de procedure,
3.5.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Bartels en in het openbaar uitgesproken op 14 september 2022.

Voetnoten

1.Zie: Tweede Kamer, 2017-2018, 34 608, nr.7 (nota van wijziging) onder toelichting, onderdeel 3, wijziging van artikel II, sub E (pag.7/8)