Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.Het procesverloop
2.De relevante feiten
“(…) Het gesprek van 22 juli jl. was op uitnodiging van werkgever n.a.v. twee fundamentele constateringen die de basis vormen voor de rond uw persoon ontstane situatie. Ik [ [A] , voorzitter van het College van Bestuur van Silfo, kantonrechter] citeer uit de brief van onze raadsman aan uw raadsman d.d. 15 juli jl.:
“het niet meewerken van [eiser] aan mediation en het feit dat [eiser] een geluidsopname had gemaakt van het gesprek met Silfo op 28 april 2021.”
“(…) Alles overziende acht de Commissie de opstelling en de ontbrekende bereidheid van [eiser] om een inhoudelijk gesprek met de schoolleiding aan te gaan en de daarop volgende vertrouwensbreuk van dien aard dat de werkgever in redelijkheid tot de schorsing heeft kunnen besluiten. De werkgever heeft het belang van de instelling gelegen in een poging de ontstane impasse te doorbreken van groter belang mogen achten dan het belang van [eiser] gelegen in de voortzetting van zijn werkzaamheden. (…)”
“een conflictsituatie, waarbij om weer tot een werkbare situatie te komen een of meer bij het conflict betrokken werknemers op een andere instelling worden geplaatst.”Gelet op de kerstvakantie en omdat [eiser] op maandag 10 en dinsdag 11 januari 2022 vrijgesteld wordt van het uitvoeren van werkzaamheden, zal de eerste dag van de daadwerkelijke overplaatsing woensdag 12 januari 2022 zijn. Hij dient zich dan om 09.00 uur te melden bij de opleidingsdirecteur (de heer [D] ), waarna [D] met [eiser] een eerste gesprek zal voeren in het kader van nadere kennismaking, het inwerkprogramma en de uit te voeren werkzaamheden.
“(…) De combinatie van uw opstelling met betrekking tot het niet starten van de mediation, de genoemde gespreksopname en de wijze waarop daarmee vervolgens is omgegaan, hebben het vertrouwen in uw persoon, bij de schoolleiding volledig gebroken. Mediation heeft dan ook geen enkele zin meer en dus is de situatie aan het Strabrecht College niet opgelost. (…) In de procedure bij de Commissie van Beroep Funderend Onderwijs hebt u de school bovendien afgeschilderd als een ‘Sodom en Gomorra’ (compleet met inquisitie) en hebt u nog maar eens geprobeerd de schoolleiding in een kwaad daglicht te stellen, ook tijdens de hoorzitting in Utrecht.
3.Het geschil
“of de Werkgever in redelijkheid heeft mogen overgaan tot het opleggen van deze schorsing”onjuist toegepast door bij die beoordeling ook ontwikkelingen mee te nemen van na het schorsingsbesluit. Ook hierdoor is de uitspraak van de Commissie naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar en kan dus niet in stand blijven.
“een conflictsituatie, waarbij om weer tot een werkbare situatie te komen een of meer bij het conflict betrokken werknemers op een andere instelling worden geplaatst.”Deze grond is aanwezig en onderbouwd. Bovendien heeft zij een zorgvuldige procedure gevoerd. Van de aantasting van de vrijheid van meningsuiting zoals [eiser] stelt, is volgens Silfo in het geheel geen sprake.
4.De beoordeling
“Zodra u uw werkzaamheden op uw nieuwe locatie definitief bent begonnen, zal uw schorsing worden beëindigd.”
“een conflictsituatie, waarbij om weer tot een werkbare situatie te komen een of meer bij het conflict betrokken werknemers op een andere instelling worden geplaatst.”Na de start van het verbetertraject in juni 2020 heeft [eiser] zich in november 2020 uitgesproken tegen het door de school gehanteerde onderwijsconcept. Bij Silfo rees toen de vraag of [eiser] nog wel op de juiste werkplek zat. De ervaring van de coach in het najaar van 2020 was dat er onvrede was bij [eiser] over de situatie op school en dat die onvrede hem blokkeerde. Uiteindelijk heeft Silfo [eiser] geschorst omdat ze niet meer met hem in gesprek kwam. Het conflict is daarna alleen maar groter geworden. Voor Silfo staat vast dat door alles wat hierdoor is gebeurd, [eiser] niet meer welkom is op het Strabrecht College. De verhoudingen tussen [eiser] en het Strabrecht College zijn dusdanig verstoord dat van een werkbare situatie aldaar geen sprake meer kan zijn.
“Ondanks de ernst van mijn constateringen met betrekking tot uw persoon, geven wij u nog een kans op onze andere instelling. Ik hoop oprecht dat u die kans gaat pakken.”Daarnaast is in het verweerschrift vermeld en is tijdens de zitting uitdrukkelijk verklaard dat [eiser] welkom is op het Stedelijk College in Eindhoven en dat de intentie van Silfo niet is om afscheid te nemen van [eiser] . Silfo heeft tijdens de zitting verklaard dat tussen partijen een arbeidsrelatie van 18 jaar bestaat en dat zij vindt dat [eiser] de eerste 16 jaar goed als docent heeft gefunctioneerd. Gelet daarop hoeft hij niet te vertrekken binnen haar organisatie. Silfo kan en wil alleen niet meer met [eiser] samenwerken op het Strabrecht College in Geldrop vanwege de daar aanwezige onwerkbare situatie. [eiser] wil niet communiceren met zijn leidinggevende, ook niet over zijn onderwijsvisie.
mogelijkeoplossingen was dat partijen definitief uit elkaar zouden gaan. Dit betekent echter niet dat dit ook de enige oplossing voor Silfo zou zijn, integendeel. Dit laatste is door Silfo tijdens de zitting ook bevestigd. Ook heeft de kantonrechter in de stukken geen aanleiding gezien dan het anders te zien dan dat Silfo het aanbieden van een vaststellingsovereenkomst zag als één van de mogelijke oplossingen voor het conflict.
“Wij zullen uw overplaatsing per 1 januari a.s. zorgvuldig communiceren. Ik kan me voorstellen dat u afscheid wilt nemen op het Strabrecht College, Ik verneem daarover graag uw ideeën.”De kantonrechter gaat ervan uit dat Silfo zich aan deze toezegging tot zorgvuldige communicatie op het Strabrecht College zal houden, voor zover zij dat nog niet heeft gedaan. Dus ook al zou [eiser] in dit onderdeel van de vordering ontvankelijk zijn geweest, dan nog zou de kantonrechter geen enkele reden zien tot toewijzing.