Op 31 augustus 2022 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere mishandelingen van zijn vader en zijn toenmalige echtgenote, alsook aan de bedreiging van zijn vader. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zonder noemenswaardige aanleiding geweld heeft gebruikt tegen zijn vader, met wie hij in familierechtelijke betrekking staat, en tegen zijn levensgezel. De mishandelingen vonden plaats in de periode van 11 februari 2022 tot en met 12 februari 2022 in Valkenswaard. De verdachte heeft zijn vader meermalen mishandeld met verschillende voorwerpen, waaronder een (ijzeren) tafelpoot en een (houten) poppetje, en heeft hem bedreigd met een schaar. Daarnaast heeft hij zijn levensgezel mishandeld door haar te duwen, te slaan en op de grond te gooien.
De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van een deel van de tenlastelegging, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan de mishandelingen en bedreigingen. De verdachte is eerder veroordeeld voor huiselijk geweld en heeft de feiten gepleegd tijdens de proeftijd van deze eerdere veroordeling. De rechtbank heeft rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 120 dagen opgelegd, waarvan 74 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke straf, waaronder een meldplicht bij de reclassering en deelname aan een ambulante behandeling.
De rechtbank heeft in haar oordeel ook de adviezen van gedragsdeskundigen meegenomen, die hebben geconcludeerd dat de verdachte lijdt aan een psychische stoornis die zijn gedrag heeft beïnvloed. De rechtbank heeft de verdachte de kans gegeven om zijn gedrag te verbeteren door middel van behandeling en toezicht, met als doel recidive te voorkomen.