Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De verdere procedure
- de verklaring zoals bedoeld onder 5.15 ter zake het wissen van de verwerkte persoonsgegevens;
- de overeenkomst inzake de pilot tussen T-Mobile en het CBS;
- het privacystatement waarnaar T-Mobile [verzoeker] heeft verwezen;
- een schriftelijke toelichting dat met het verstrekken van het privacystatement, het persstatement van 11 maart 2021 en de overeenkomst tussen T-Mobile met het CBS is voldaan aan de op haar rustende verplichtingen op grond van art. 13, 14 en 26 AVG;
- (indien T-Mobile dat opportuun acht) bij voorbaat de informatie zoals bedoeld onder 5.13 en 5.14 (de door [verzoeker] verzochte informatie uit hoofde van art. 15 AVG).
2.De verdere beoordeling
- Date_time stamp (dus: datum en tijdstempel voor de betreffende gegevens);
- E_cgi (waarmee een koppeling wordt gemaakt met een cel in het mobiele netwerk);
- IMSI (dat staat voor International Mobile Subscriber Identity; een uniek nummer verbonden aan alle gsm- en UMTS-randapparaten dat is opgeslagen op de SIM-kaart in het apparaat).
“CBS zal de gegevens niet gebruiken voor andere onderzoeken. (…)”. Ook uit de toelichting van T-Mobile blijkt op geen enkele wijze dat sprake zou zijn geweest van gegevensverwerkingen voor de ontwikkeling van algoritmes. Voorts staat in het privacystatement, te weten in het hiervoor genoemde artikel BB, ondubbelzinnig en duidelijk vermeld dat de anonieme gegevens van haar klanten voor mobiliteitsanalyses aan derde partijen kunnen worden geven om bijvoorbeeld de verkeersstromen en verkeersdrukte op een bepaalde locatie beter te kunnen inschatten.
- in voorkomend geval, de contactgegevens van de FG,
- het recht van betrokkenen op inzage, rectificatie, wissing, beperking van de verwerking, het maken van bezwaar en overdraagbaarheid,
- het recht om een klacht in te dienen bij een toezichthoudende autoriteit,
- of de verstrekking van persoonsgegevens een wettelijke of contractuele verplichting is dan wel een noodzakelijke voorwaarde om een overeenkomst te sluiten, en of de betrokkene verplicht is de persoonsgegevens te verstrekken en wat de mogelijke gevolgen zijn wanneer deze gegevens niet worden verstrekt
- het bestaan van geautomatiseerde besluitvorming, met inbegrip van profilering, en, indien van toepassing, nuttige informatie over de onderliggende logica, alsmede het belang en de verwachte gevolgen van die verwerking voor de betrokkene.
nietspecifiek om deze informatie verzocht. Zoals in r.o. 5.7 van de tussenbeschikking is overwogen, moet bij de beoordeling van de verzoeken worden uitgegaan van de verzoeken zoals [verzoeker] deze op 12 maart 2021 heeft gedaan. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat [verzoeker] geen belang heeft bij de door hem verzochte informatie op dit punt, omdat uit de met elkaar overeenstemmende stellingen van beide partijen blijkt dat er sprake is van een contractuele verplichting. Daartoe heeft T-Mobile immers de overeenkomst die zij met het CBS heeft gesloten, overgelegd. De rechtbank wijst dat verzoek dan ook af.