In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Oost-Brabant het beroep van eiser tegen het besluit van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) waarin hij rijgeschikt is verklaard voor de duur van een jaar. Eiser had in een e-mail aan het CBR gevraagd of hij een rijexamen moest afleggen, waarop een medewerker van het CBR antwoordde dat dit niet nodig was. Eiser ging ervan uit dat hij op deze toezegging kon vertrouwen en diende bezwaar in tegen het besluit van het CBR. De rechtbank oordeelt dat eiser een gerechtvaardigd vertrouwen kon ontlenen aan de e-mail van het CBR, maar dat het belang van verkeersveiligheid zwaarder weegt dan het belang van eiser. De rechtbank vernietigt het besluit van het CBR, maar laat de rechtsgevolgen in stand, wat betekent dat eiser rijgeschikt blijft voor een jaar en een rijexamen moet afleggen voordat hij een rijbewijs kan aanvragen. Eiser krijgt wel een vergoeding voor zijn griffierechten en proceskosten.