Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[eiser sub 2], en
[eiser sub 3],
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 24 mei 2022 met producties 1 t/m 19
- de conclusie van antwoord van 20 juni 2022 met twee producties
- de akte van de zijde van [eisers] 20 juni 2022 met producties 20 t/m 28
- de mondelinge behandeling die plaats heeft gevonden op 21 juni 2022
- de pleitnota van [eisers]
- de pleitnota van [gedaagde sub 3]
2.De feiten
niet
5.JURIDISCHE STATUS
6.VERONTREINIGING EN MILIEU
X
X
X
X
welsignalen naar voren gekomen dat er sprake is van asbesthoudende materialen. Op gebouw 7 van de plattegrond op pagina 44 is een asbesthouden dak gelegen. Bij objecten gebouwd voor 1994 bestaat altijd de mogelijkheid dat tijdens de bouw of bij latere verbouwing voor deze datum, asbesthoudende materialen zijn toegepast.
7.VOORBEHOUDEN
€ 3.650.000,-.
een periode van vijf dagen te rekenen vanaf de verzending van dit berichtbereid om middels ondertekening van de bijgevoegde documenten tot een koopovereenkomst te komen. Blijkt ondertekening van de koopovereenkomst binnen deze termijn uit dan achten cliënten zich zoals in mijn email van 25 april jl. aangegeven vrij om naar eigen goeddunken over hun activa te beschikken.
UITERLIJK 6 MEI A.S te 18.00 uurde overeenkomst volledig geparafeerd en ondertekend inclusief alle bijlagen aan mij te hebben toegezonden. Deze brief dienen uw clienten ook als een ingebrekestelling te beschouwen. (…)
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie
“Brochure is duidelijk, Koopovereenkomst is dus eenvoudig op te stellen”.[eisers] hebben evenmin feiten en omstandigheden aangevoerd op grond waarvan zij er op 16 maart 2022 op hebben mogen vertrouwen dat [gedaagde sub 3] niet langer hechtte aan of vasthield aan de uitgangspunten bij verkoop zoals in het verkoopmemorandum opgenomen.
“partijen A en B zullen deze overeenkomst als basis gebruiken voor de uiteindelijke koopovereenkomst”.Dit sluit aan bij de perceptie van [gedaagde sub 3] zoals ter zitting uitgesproken dat het op 16 maart 2022 tussen partijen opgemaakte stuk slechts beschouwd kan worden als een basis voor voortgezet overleg om te komen tot definitieve afspraken over de verkoop van de dierentuin, (wat [gedaagde sub 3] betreft) uitgaande van de in het verkoopmemorandum geformuleerde uitgangspunten (zoals hij ook opmerkte in zijn onder noot 17 aangehaalde e-mail van 21 maart 2022).
als basis voor de uiteindelijke koopovereenkomst’zullen gebruiken.
1.016,00
6.De beoordeling in reconventie
0,00