Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Het standpunt van de officier van justitie.
- een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
- een rijontzegging van 3 jaren
- integrale toewijzing van de vorderingen van benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] , telkens vermeerderd met de wettelijk rente en telkens met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging.
Heropening en schorsing van het onderzoek ter terechtzitting
op de vloerter hoogte van de bestuurderszijde van het voertuig van verdachte. Hiervan zou een foto zijn gemaakt en deze zou aan het proces-verbaal zijn toegevoegd. De rechtbank stelt vast dat deze foto ontbreekt én dat dezelfde verbalisant op pagina 30 relateert over een half opgerookte joint
in de asbakvan verdachtes auto. Dergelijke slordigheden maken een vaststelling omtrent het mogelijk tijdens het autorijden roken van een joint, onnodig mistig.
(2) Evenmin bevat het dossier informatie over de rijafstand waarbinnen verdachte - komend vanuit de afrit uit de richting van Oss -, vanaf [locatie 1] (viaduct) met zijn voertuig tot een snelheid van 102 kilometer per uur zou hebben geaccelereerd. De rechtbank wil over deze onderdelen nader worden geïnformeerd alsmede
(3)over de (on)mogelijkheden voor het aan de orde zijnde voertuig van het merk en type
(4)nader geïnformeerd te worden of, en zo ja, in hoeverre de impact van de aanrijding in de gegeven omstandigheden anders zou zijn geweest bij een snelheid van 80 kilometer per uur. Daarnaast wenst de rechtbank
(5)nadere informatie te ontvangen over de juistheid en betrouwbaarheid van de uit de auto afkomstige pre-crash data, waarbij tevens aandacht wordt geschonken aan de vraag of, en zo ja, in hoeverre de impact van de aanrijding van invloed is (geweest) op de door de apparatuur geregistreerde rijsnelheid van het voertuig van verdachte.
(6)de gemeten hoeveelheid THC van 5,2 microgram per liter het resultaat kan zijn van een inname van de avond voor het verkeersongeval (circa 19 uren eerder), en zo ja,
(7)wat de eventuele doorwerking daarvan is op het functioneren van een ervaren gebruiker op diens rijvaardigheid en, zo nee,
(8)wat de doorwerking van de gemeten hoeveelheid THC is geweest op de rijvaardigheid van een ervaren gebruiker na een actuele inname. Zonder deze informatie is de rechtbank niet in staat om tot een afgewogen uitspraak te komen over de invloed van het drugsgebruik op de rijvaardigheid bij verdachte en de bijdrage hiervan aan het verkeersongeval.
DE UITSPRAAK
De rechtbank:
heropenthet onderzoek en
schorsthet onderzoek voor onbepaalde tijd
(dezelfde samenstelling; 45 minuten);
beveelt het opstellen van (een) aanvullend(e) proces(sen)-verbaal dan wel rapportage(s) omtrent de hiervoor door de rechtbank onder
(1)t/m
(8)opgeworpen vraagpunten aangaande de wegsituatie ter plaatse, de gereden snelheid en de invloed van THC op de rijvaardigheid bij een ervaren gebruiker en geeft daartoe opdracht aan de officier van justitie;
beveeltde oproeping van verdachte tegen het tijdstip van de nadere terechtzitting, met kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsman van verdachte;
beveeltde kennisgeving van het tijdstip van de nadere terechtzitting aan benadeelden [benadeelde 1] en [benadeelde 2] , en hun raadsvrouwe mr. F.A. van den Heuvel.
Tenlastelegging.
- onder invloed van een stof, te weten THC (5,2 microgram per liter), bovengenoemde personenauto te besturen en/of
-met een snelheid van ongeveer 102 km per uur, althans met een hogere snelheid dan de aldaar voor hem verdachte maximaal toegestane snelheid van 80 kilometer per uur over [locatie 2] te rijden, terwijl verdachte een (onoverzichtelijk) kruispunt, een kruising van [locatie 2] met [locatie 3] , naderde en/of
-in botsing te komen met een personenauto (Peugeot met kenteken: [kenteken 2] ), waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) werd gedood,
terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, danwel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende lid van genoemde wet;
( art 6 Wegenverkeerswet 1994 )
hij op of omstreeks 4 november 2021 te Rosmalen, gemeente ’s-Hertogenbosch, althans in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto, merk Volkswagen met kenteken: [kenteken 1] ), daarmee rijdende op de weg, [locatie 2] en/of [locatie 3] ,
- onder invloed van een stof, te weten THC (5,2 microgram per liter), bovengenoemde personenauto heeft bestuurd en/of
-met een snelheid van ongeveer 102 km per uur, althans met een hogere snelheid dan de aldaar voor hem verdachte maximaal toegestane snelheid van 80 kilometer per uur over [locatie 2] heeft gereden, terwijl verdachte een (onoverzichtelijk) kruispunt, een kruising van [locatie 2] met [locatie 3] , naderde en/of
-in botsing is gekomen met een personenauto (Peugeot met kenteken: [kenteken 2] ), door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
( art 5 Wegenverkeerswet 1994 )
( art 8 lid 1 Wegenverkeerswet 1994 )