ECLI:NL:RBOBR:2022:2713
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Preventieve last onder dwangsom ter voorkoming van overtreding van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19
Op 4 juli 2022 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. C.A.D. Oomes, en de burgemeester van de gemeente Nuenen. De zaak betreft een preventieve last onder dwangsom die aan eiser is opgelegd om te voorkomen dat hij op 31 juli 2021 een feest zou houden, wat in strijd zou zijn met artikel 5.1 van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 (Trm). De burgemeester had op 30 juli 2021 een dwangsom van € 15.000,- opgelegd, die eiser zou verbeuren indien hij niet aan de last voldeed. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar de burgemeester verklaarde het bezwaar ongegrond op 20 december 2021. Eiser heeft vervolgens op 25 januari 2022 beroep ingesteld tegen dit besluit.
Tijdens de zitting op 8 juni 2022 heeft eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. De burgemeester was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De rechtbank heeft overwogen dat de burgemeester op basis van een whatsapp-bericht van eiser en eerdere overtredingen van de coronamaatregelen, terecht heeft geconcludeerd dat er een gevaar bestond voor een overtreding van de coronamaatregelen. Eiser had eerder een waarschuwing ontvangen voor het houden van een feest met meer dan het toegestane aantal personen. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester niet onzorgvuldig had gehandeld en dat de preventieve last onder dwangsom gerechtvaardigd was. Eiser heeft de dwangsom inmiddels voldaan, wat de rechtbank niet als reden voor een proceskostenveroordeling beschouwde. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de burgemeester.