Op 29 juni 2022 heeft de Rechtbank Oost-Brabant een einduitspraak gedaan in de zaak tussen het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant en de eisers Coöperatie Mobilisation for the Environment en Vereniging Leefmilieu. De rechtbank heeft de natuurvergunning die op 16 november 2020 was verleend voor het uitbreiden van een veehouderij vernietigd. Dit besluit volgde op een tussenuitspraak van 31 mei 2022, waarin de rechtbank de mogelijkheid bood aan de gedeputeerde staten (GS) om de natuurvergunning te verbeteren. GS heeft echter besloten deze kans niet te benutten en wacht op een eindoordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over de verwijzing naar de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav). De rechtbank oordeelde dat de vergunning in strijd was met de Wet natuurbescherming (Wnb) omdat er geen passende beoordeling was gemaakt, wat noodzakelijk is voor de verlening van een natuurvergunning. De rechtbank heeft GS opgedragen om binnen zes maanden na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank ook aanwijzingen heeft gegeven voor de te nemen maatregelen. Tevens is de rechtbank van oordeel dat de eisers recht hebben op vergoeding van het griffierecht en de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.518,00. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming bij het verlenen van natuurvergunningen, vooral in het licht van de bescherming van Natura 2000-gebieden.