ECLI:NL:RBOBR:2022:2625

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
24 juni 2022
Publicatiedatum
24 juni 2022
Zaaknummer
22/1415
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Omgevingsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke toewijzing verzoeken om schorsing dance event Atmoz Outdoor in Eindhoven met gewijzigde voorschriften

Op 24 juni 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende het dance event Atmoz Outdoor, dat gepland stond op 25 juni 2022 in Eindhoven. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken om schorsing van de vergunning voor het evenement gedeeltelijk toegewezen. De vergunning was verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven op 16 juni 2022, onder bepaalde voorschriften en beperkingen. Verzoekers, waaronder bewoners van nabijgelegen woningen, hebben bezwaar gemaakt tegen deze vergunning en verzocht om schorsing van het besluit. Tijdens de zitting op 24 juni 2022 is het verzoek behandeld, waarbij zowel de verzoekers als de gemachtigden van de gemeente en de derde-partij aanwezig waren.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vergunning voor het evenement is verleend zonder dat verzoekers tijdig op de hoogte zijn gesteld, ondanks hun eerdere bezwaren tegen evenementen op deze locatie. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de gemeente niet zorgvuldig heeft gehandeld. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten om de vergunning te wijzigen in plaats van volledig te schorsen, om zo de belangen van de derde-partij, die het evenement organiseert, niet onevenredig te schaden. De rechter heeft specifieke wijzigingen aan de vergunning aangebracht, waaronder beperkingen op het geluidsniveau en de tijden waarop muziek mag worden afgespeeld. Tevens is bepaald dat de gemeente geluidmetingen moet verrichten tijdens het evenement.

De voorzieningenrechter heeft de gemeente ook veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan de verzoekers. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het verlenen van vergunningen en de noodzaak om de belangen van omwonenden in acht te nemen.

Uitspraak

RECHTBANK OOST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: SHE 22/1415 PROCES-VERBAAL
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 24 juni 2022 in de zaak tussen
De Vereniging van Eigenaars Residence de Karpen en bewoners Javalaan,te Eindhoven,
Bewoners Johan de Wittlaan,te Eindhoven
(gemachtigden: mr. M.T.C.A. Smets, mr. M. Bruhl),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven, verweerder
(gemachtigden: mr. M.L.M. Lammerschop, mr. M.J.M.J. Heutink en A.J.G. Everharts).
Aan het geding heeft deelgenomen als derde-partij:
Natuurbad De IJzeren man Eindhoven BV, te Eindhoven, gemachtigde mr. M. Diepenhorst.
Zitting hebben: mr. M.J.H.M. Verhoeven, rechter, in aanwezigheid van A.J.H. van der Donk, griffier.

Procesverloop

Bij besluit van 16 juni 2022 heeft verweerder aan derde-partij op grond van artikel 2.25 van de Algemene Plaatselijke Verordening Eindhoven (APV) vergunning verleend voor het houden van activiteiten in verband met het evenement Atmoz Outdoor op de locatie Natuurbad De IJzeren man – Javalaan 149 Eindhoven op 25 juni 2022 van 13:00 uur tot 23:00 uur. De activiteiten bestaan uit een dance event. De vergunning is verleend onder een aantal voorschriften en beperkingen.
Verzoekers hebben tegen dit besluit bij brief van 23 juni 2022 bezwaar gemaakt bij verweerder. Zij hebben brief van gelijke datum de voorzieningenrechter verzocht het bestreden besluit te schorsen.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 24 juni 2022. Verzoekers zijn verschenen bij gemachtigden en [naam] en [naam] . De gemachtigden van verweerder zijn verschenen. Namens de derde partij zijn verschenen de gemachtigde en [naam] , vergezeld door [naam] .
Ter zitting heeft verweerder aangegeven dat ook een omgevingsvergunning is verleend voor het evenement voor het afwijken van het bestemmingsplan (als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Wabo). Verzoekers hebben hiertegen (mondeling) bezwaar gemaakt en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend. Dat is vervolgens ook op de zitting van 24 juni 2022 behandeld.
De voorzieningenrechter heeft meteen mondeling uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter,
  • wijst de verzoeken gedeeltelijk toe;
  • schorst voorschriften 31, 32, 33 en 65 en voorschrift 67 voor zover hierin geen grenswaarde is bepaald voor het binnen-niveau van de meest dichtbij gelegen geluidgevoelige objecten;
  • bepaalt bij wijze van voorlopige voorziening dat voorschriften 31 tot en met 33, 65 en 67 als volgt komen te luiden:
31. Het verkeersplan (bijlage 3a) maakt deel uit van de vergunning met dien verstande dat het volledige bezoekersverkeer van het evenement (per fiets, per auto of te voet) het festivalterrein alleen mag bereiken en verlaten via de kruising Insulindelaan-Javalaan;
32. de Javalaan wordt afgesloten ter hoogte van Residence de Karpen voor alle verkeer met uitzondering van calamiteitenverkeer op 25 juni 2022 van 11:00 tot 01:00 uur;
33. Ten behoeve van de afsluitingen voert u bijgevoegd verkeersplan verkeerstekening (bijlage 3b) uit met inachtneming van voorschriften 31 en 32 zoals deze bij wijze van voorlopige voorziening zijn gewijzigd;
65. Het ten gehore brengen van muziek en/of omroepgeluid mag uitsluitend op 25 juni 2022 van 13:00 tot 22:00 uur;
Voegt aan voorschrift 67 toe: het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau geluid van de muziek en/of omroepgeluid mag binnen de meest nabijgelegen gevoelige objecten van derde niet meer bedragen dan 45 dB(A);
  • draagt verweerder op om op 25 juni 2022 twee geluidmetingen te verrichten ter controle van het aangepaste voorschrift 67 om 16:00 uur en 21:30 uur waarbij ook binnen wordt gemeten;
  • schorst de omgevingsvergunning voor het evenement voor zover deze omgevingsvergunning afwijkt van de evenementenvergunning met inachtneming van de getroffen voorlopige voorziening;
  • draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 345,00 aan verzoekers te vergoeden;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 1.538,00.
Aan deze beslissing liggen de volgende overwegingen ten grondslag.
De voorzieningenrechter houdt rekening met de volgende feiten
Tot 2020 zijn meerdere evenementen gehouden op ‘De IJzeren Man’. Hierover is ook geprocedeerd. In een uitspraak van 27 maart 2019 (zaaknummer SHE 19/853) heeft de voorzieningenrechter ook een oordeel moeten vellen over een evenementenvergunning die werd verleend kort voor het evenement.
Het vergunde evenement is het eerste evenement na de Covid-19 pandemie.
Verzoekers hebben woningen en appartementen op korte afstand van de evenementenlocatie.
Bij besluit van 16 september 2020 heeft de raad het bestemmingsplan "Tongelre buiten de Ring (IJzeren Man)" vastgesteld. Bij uitspraak van 29 juni 2021 [1] heeft de voorzieningenrechter van Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) het bestemmingsplan geschorst op verzoek van (onder meer) verzoekers. Hierbij is vastgesteld dat het houden van evenementen zoals het onderhavige in strijd zijn met het daarvoor geldende bestemmingsplan. Er is nog geen uitspraak gedaan in de bodemprocedure.
Er komen 5.400 bezoekers bij het evenement. Zij zijn voornamelijk afkomstig uit Eindhoven en omstreken.
Verzoekers begrijpen niet waar op de vergunning zo kort voor het evenement is verleend. De aanvraag om een evenementenvergunning is ingediend op 19 februari 2022 en is niet gepubliceerd. Verzoekers zijn niet geïnformeerd over de afgifte van de vergunning terwijl het verweerder bekend was dat zij bezwaren hebben tegen het houden van evenementen op het terrein van Natuurbad De IJzeren Man. Daartegen zijn en worden meerdere procedures gevoerd.
De voorzieningenrechter stelt vast dat verzoekers in de eerdere procedure bij deze rechtbank precies hetzelfde argument hebben aangevoerd. Verweerder heeft niets uit deze eerdere procedure geleerd. Ondanks dat verzoekers meerdere procedures voeren tegen verweerder en verweerder had kunnen weten dat verzoekers zouden gaan procederen tegen de evenementenvergunning, heeft verweerder op het allerlaatste moment de betwiste vergunningen verleend. Niet alleen ontneemt verweerder door deze handelwijze verzoekers de mogelijkheid hun bezwaren goed te onderbouwen, het is voor de voorzieningenrechter nagenoeg onmogelijk om een inhoudelijk voorlopig oordeel te geven over de rechtmatigheid van de bestreden vergunningen. Dit maakt het moeilijk voor verzoekers om rechtsbescherming te zoeken en moeilijk voor de voorzieningenrechter om rechtsbescherming te bieden. Dit rekent de voorzieningenrechter verweerder volledig aan.
Verzoekers vrezen overlast van het evenement door de opbouw en afbouw van het evenement, het bezoekersverkeer van en naar het evenement en de geluidsbelasting tijdens het evenement.
Verweerder heeft feitelijk niet meer gedaan dan een eerdere evenementenvergunning kopiëren, met daarbij aanvullende voorschriften om hinder vanwege de voorbereiding en afbraak van het evenement te voorkomen. Ogenschijnlijk heeft verweerder andere geluidsvoorschriften opgenomen, dan de voorschriften in het gewijzigde bestemmingsplan dat voorligt bij de Afdeling omdat in de planregels niet lijkt te worden gerept over een correctie vanwege het hoorbare muziekgeluid.
Derde-partij wijst er op dat verweerder gewoon is aangesloten bij het vaak gehanteerde beoordelingskader voor muziek tijdens evenementen. Zij stelt dat in de toelichting op het bestemmingsplan wel staat dat een correctie achterwege kan blijven.
In de uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling heeft de voorzieningenrechter het bestemmingsplan geschorst en aangegeven dat de bestendige praktijk kan worden voortgezet. Hierbij wordt per evenement afgewogen of de omgevingsvergunning zich verdraagt met een goede ruimtelijke ordening.
Verweerder kan een evenementenvergunning weigeren in het belang van de openbare orde en veiligheid, de volksgezondheid of de bescherming van het milieu.
De voorzieningenrechter beoordeelt of verweerder al deze onderdelen goed heeft onderzocht. Verweerder kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bestemmingsplan zolang dit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening (gelet op artikel 2.12, eerste lid, van de Wabo). De rechtbank onderzoekt of verweerder bij het gebruik van deze bevoegdheid alle ruimtelijke relevante aspecten in kaart heeft gebracht en die heeft meegewogen. Verweerder is bevoegd een vergunning te verlenen maar is niet verplicht de vergunning te verlenen. Verweerder zal bij deze keuze alle belangen moeten meewegen en moeten kijken of bij de verlening van de vergunning de belangen van derden zoals verzoekers niet onevenredig worden geschaad. Hierbij kan verweerder onder meer nagaan of door alternatieven of door aanvullende maatregelen of voorschriften een voldoende evenwicht wordt bereikt.
Gelet op de handelwijze van verweerder kan de voorzieningenrechter niet goed beoordelen of de bestreden vergunningen zich verdragen met een goede ruimtelijke ordening dan wel het toetsingskader in de APV. Om te voorkomen dat de belangen van verzoekers onevenredig worden geschaad, neemt de voorzieningenrechter het zekere voor het onzekere en wijzigt hij de vergunningen. Het alternatief was om de vergunningen te schorsen, maar dan zou het evenement niet meer kunnen doorgaan en zou derde-partij de dupe worden van de handelwijze van verweerder en ook dat vindt de voorzieningenrechter niet evenredig. De voorzieningenrechter heeft de wijzigingen voorgehouden aan partijen op zitting, alsmede andere wijzigingen. De derde-partij heeft aangegeven dat bij een beperking van het geluidsniveau het evenement net zo goed niet kan worden gehouden. De voorzieningenrechter vreest verder dat de handhaving van een beperking van het geluidniveau ingewikkeld is, zeker als er 5.400 bezoekers op het terrein staan. Daarom kiest de voorzieningenrechter voor de ingrepen zoals bepaald. Door de wijziging van de bezoekersstromen, hebben verzoekers daar in ieder geval geen last meer van. Door de beperking van de tijden waarop muziekgeluid kan worden afgespeeld, wordt de hinder voor verzoekers meer beperkt. Bovendien heeft de derde-partij aangegeven dat zij dit nog wel geregeld krijgt. Door het opnemen van een grenswaarde voor de binnenwaarde is een minimaal beschermingsniveau voldoende geborgd. Het is aan verweerder om dit te controleren.
Omdat de verzoeken worden toegewezen moet verweerder het betaalde griffierecht en de kosten van juridische rechtsbijstand vergoeden. Partijen zijn er op gewezen dat zij geen hoger beroep kunnen instellen tegen deze uitspraak
griffier
voorzieningenrechter
de voorzieningenrechter is verhinderd
het proces- verbaal te tekenen
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op: