ECLI:NL:RBOBR:2022:2624
Rechtbank Oost-Brabant
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek afkoelingsperiode ex artikel 376 Fw
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 21 juni 2022 een beschikking gegeven op het verzoek van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid om een afkoelingsperiode te gelasten op basis van artikel 376 van de Faillissementswet (Fw). Verzoekster, een autoverhuurbedrijf, heeft op 22 maart 2022 een verklaring ex artikel 370 lid 3 Fw ter griffie gedeponeerd en verzocht om een afkoelingsperiode van vier maanden, omdat zij in financiële moeilijkheden verkeert door de coronapandemie en een chiptekort. Tijdens de behandeling van het verzoek in raadkamer, waarbij de bestuurders van verzoekster aanwezig waren, is het verzoek nader toegelicht. Verzoekster heeft aangegeven dat zij haar schuldenlast wil saneren door het aanbieden van een onderhands akkoord en dat een afkoelingsperiode noodzakelijk is om faillissement te voorkomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzoek voldoet aan de voorwaarden van de Faillissementswet en dat de belangen van de schuldeisers gediend zijn bij het toekennen van de afkoelingsperiode. De rechtbank heeft daarom besloten om de afkoelingsperiode van vier maanden af te kondigen, ingaande op 21 juni 2022, en heeft de bevoegdheid van derden tot verhaal op de goederen van verzoekster gedurende deze periode geschorst.