In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 27 juni 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van brandstichting bij een gasverdeelstation in Oss op 1 januari 2022. De rechtbank heeft geoordeeld dat de bewijsvoering onvoldoende was om de verdachte te veroordelen voor het aansteken van zwaar vuurwerk, dat leidde tot een explosie. De herkenningen door verbalisanten werden niet als voldoende betrouwbaar beschouwd, en de kleding van de verdachte voldeed niet aan de eisen voor identificatie. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van dit feit, maar hem wel schuldig bevonden aan het voorhanden hebben van een geluiddemper, waarvoor hij geen verontschuldigbare rechtsdwaling kon aantonen. De rechtbank heeft geen straf opgelegd, aangezien de verdachte reeds voorlopige hechtenis had ondergaan. Tevens werd de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling afgewezen.