In deze beschikking van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 25 april 2022, is het wrakingsverzoek van verzoekers afgewezen. Verzoekers, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.P. van Knippenbergh, hebben de rechters H.T.J.F. Verhappen, M.E. Bartels en S.C. van Bergen gewraakt in de procedure met zaaknummer C/01/371277 / HA ZA 21-348. De wrakingskamer heeft kennisgenomen van het proces-verbaal van de zitting in de hoofdzaak, de schriftelijke reacties van de rechters en de e-mail van verzoekers. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 april 2022 was verzoeker aanwezig, maar de rechters waren afwezig. Verzoeker heeft de leden van de wrakingskamer gewraakt, omdat zij geen mandaat van de Volkerenbond of de Verenigde Naties zouden hebben getoond. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking van de rechters afgewezen, omdat er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechters in twijfel trekken. De rechters zijn op grond van hun aanstelling bevoegd om de zaak te behandelen en er is geen bewijs van vooringenomenheid. De wrakingskamer concludeert dat het wrakingsverzoek misbruik van recht inhoudt en dat een volgend verzoek van verzoekers niet in behandeling zal worden genomen.