Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[verdachte] ,
De tenlastelegging.
De formele voorvragen.
Bewijs
Vast staat dat verdachte als eerste de woning heeft verlaten.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de rechtbank Oost-Brabant op 27 mei 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan poging tot doodslag en brandstichting. De verdachte heeft op 14 oktober 2020 in de nacht brand gesticht in de woning van zijn ouders en zussen te Schijndel, terwijl zij allen lagen te slapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte motorbenzine in aanraking heeft gebracht met open vuur, wat heeft geleid tot een hevige brand. De gezinsleden hebben ernstige brandwonden opgelopen en zijn ternauwernood aan de dood ontsnapt door uit de woning te vluchten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaren, waarbij de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers zwaar hebben meegewogen in de beslissing. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de meervoudige poging tot moord, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij vol opzet had op de dood van zijn gezinsleden. Wel is de poging tot doodslag bewezen verklaard, evenals de brandstichting, waarbij gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar voor anderen is ontstaan. De rechtbank heeft rekening gehouden met de jeugdige leeftijd van de verdachte en het feit dat hij niet eerder is veroordeeld, maar heeft desondanks een lange gevangenisstraf opgelegd vanwege de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers.