Op 25 januari 2022 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van een gewoonte maken van witwassen. De verdachte, geboren in 1985 en thans gedetineerd in P.I. Vught, werd beschuldigd van het verwerven en voorhanden hebben van een aanzienlijk geldbedrag van € 1.219.160,-, dat vermoedelijk afkomstig was uit misdrijf. De tenlastelegging betrof een periode van 1 september 2021 tot en met 15 september 2021, waarin de verdachte samen met anderen betrokken was bij meerdere geldtransporten in Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 15 september 2021 als bestuurder van een auto werd aangehouden, waarin het geldbedrag in een verborgen ruimte was aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat het geld van misdrijf afkomstig was, gezien de omstandigheden waaronder het geld werd vervoerd en de communicatie via Signal met anderen over de geldbedragen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan het witwassen van een geldbedrag van € 1.219.160,- en heeft een gevangenisstraf van 30 maanden opgelegd, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast is er verbeurdverklaring uitgesproken van de in beslag genomen mobiele telefoon. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, evenals met het feit dat de verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten was veroordeeld.