Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 3 mei 2022 in de zaak tussen
[eisers]
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel, verweerder,
[naam] B.V., te [vestigingsplaats] , vergunninghoudster,
Procesverloop
Overwegingen
- het onderzoeksmoment niet representatief is;
- het onderzoeksgebied niet representatief is;
- een norm van 85% moet worden gehanteerd als uitgangspunt van de maximale bezettingsgraad;
- ten tijde van het nemen van het bestreden besluit de verhuizing van het gemeenschapshuis [naam] naar het voormalige Rabobankgebouw aan de Markt inmiddels definitief was en geen rekening is gehouden met de grote verkeerstoename en parkeerdruk die hiervan het gevolg is.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit, voor zover het bezwaar van [bedrijf] en Vof [bedrijf] daarbij niet-ontvankelijk is verklaard;
- herroept het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- verklaart het bezwaar van [bedrijf] en Vof [bedrijf] tegen het primaire besluit ongegrond en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van het vernietigde gedeelte van het bestreden besluit;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 1.518,00;
- bepaalt dat verweerder eisers het door hen betaalde griffierecht van € 360,00 moet vergoeden.