Uitspraak
[naam moeder] ,
[naam vader] ,
- [minderjarige A] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] , en
- [minderjarige B] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] .
- het verzoek van de moeder tot het verlenen van vervangende toestemming inschrijving gemeente en school afgewezen;
- de beslissing op de verzoeken over de toevertrouwing en de voorlopige verdeling van zorg- en opvoedingstaken pro forma aangehouden onder verwijzing van de ouders naar een hulptraject uit het uniform hulpaanbod ( [hulpverleningstraject] , uitgevoerd door hulpaanbieder [hulpaanbieder] );
- [hulpaanbieder] verzocht uiterlijk op 9 november 2021, of zoveel eerder als mogelijk, de eindrapportage over het verloop van het hulptraject [hulpverleningstraject] aan de rechtbank te over leggen in deze procedure en in de bodemprocedure;
- partijen in de gelegenheid gesteld om uiterlijk op 16 november 2021 te reageren op deze eindrapportage en daarbij aan te geven of en zo ja waarom, zij een nieuwe zitting nodig vinden;
- de raad verzocht bij een niet positief verlopen traject de rechtbank binnen twee weken na kennisneming van de afloop van het traject te informeren of de raad een raadsonderzoek noodzakelijk vindt en als dat het geval is, in de bodemprocedure een raadsonderzoek te verrichten naar de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, waarbij de volgende vraagstelling wordt meegenomen en beantwoord:
- de behandeling en definitieve beslissing op de verzoeken voorlopige voorzieningen pro forma aangehouden tot de zitting van deze rechtbank van 23 november 2021;
- de tot op heden gemaakte proceskosten tussen partijen gecompenseerd aldus, dat iedere partij de eigen kosten draagt.
- het verzoekschrift (met bijlagen) van de moeder, ontvangen ter griffie op 14 oktober 2020;
- de stukken die zijn vermeld in de beschikking 15 januari 2021 in de voorlopige voorzieningenprocedure en tevens uitdrukkelijk in de bodemprocedure zijn overgelegd, te weten:
- een formulier-F2 van mr. Deckers, gedateerd 23 oktober 2020;
- een fax (met producties 9 t/m 11) van mr. Ögüt, gedateerd 13 november 2020;
- een brief (met producties 21 t/m 38) van mr. Ögüt, gedateerd 18 november 2020;
- een e-mail (met geluid- en beeldopnames) van mr. Ögüt, gedateerd 18 november 2020;
- een brief (met bijlagen 39 t/m 42) van mr. Ögüt, gedateerd 23 november 2020;
- een e-mail van mr. Deckers, gedateerd 23 november 2020;
- de correspondentie, waaronder met name:
- het F9-formulier met bijlagen (producties 1 en 2 en een begeleidend schrijven) van mr. Ögüt, gedateerd 28 oktober 2020;
- het F9-formulier met bijlage (voorblad verzoekschrift) van mr. Ögüt, gedateerd 13 november 2020, ontvangen ter griffie op 18 november 2020.
- de eindrapportage van [hulpaanbieder] van [datum] , ontvangen ter griffie op 11 augustus 2021;
- de brief van de raad van 13 augustus 2021, ontvangen ter griffie op 16 augustus 2021;
- het rapport van de raad van 18 november 2021, ontvangen ter griffie op 19 november 2021;
- de brief van mr. Decker, houdende de reactie op het raadsrapport van de vader, alsmede een wijziging zelfstandig verzoek in de voorlopige voorzieningenprocedure, overgelegd bij F9-formulier van 20 december 2021, ontvangen ter griffie op 20 december 2021;
- de brief van mr. Ögüt, houdende de reactie op het raadsrapport van de moeder, overgelegd bij e-mail van 21 december 2021, ontvangen ter griffie op 20 december 2021;
- het F9-formulier met bijlage (brief mr. Deckers van 22 december 2021), gedateerd 22 december 2021, ontvangen ter griffie op 22 december 2021;
- het F9-formulier van mr. Ögüt, gedateerd 22 december 2021, ontvangen ter griffie op 22 december 2021;
- het verweerschrift in de bodemprocedure, tevens houdende een zelfstandig verzoek en tevens houdende een nadere schriftelijke reactie en wijziging verzoek in de voorlopige voorzieningenprocedure (met bijlagen) van de vader, ontvangen ter griffie op 21 maart 2022;
- de brief van mr. Ögüt met bijlagen, gedateerd 22 maart 2022, houdende wijziging verzoek in de voorlopige voorzieningenprocedure en wijziging verzoek in de bodemprocedure;
- het F9-formulier van mr. Ötür, gedateerd 23 maart 2022;
- het F9-formulier van mr. Ötür met bijlagen (producties 58 en 59), gedateerd 28 maart 2022, ontvangen ter griffie op 28 maart 2022.
- de moeder, bijgestaan door mr. Ögüt;
- de vader, bijgestaan door mr. Decker;
- namens de raad: [naam] .
voorlopigeafspraken met elkaar gemaakt over de contactregeling, inhoudende dat:
voorlopigezorgregeling met elkaar overeengekomen, inhoudende dat:
- te bepalen dat de minderjarigen worden toevertrouwd aan de moeder;
- de moeder vervangende toestemming te verlenen om na de zomervakantie 2022 [minderjarige A] en [minderjarige B] in te schrijven op de basisschool “ [school X] ” in [plaats A] ;
- te bepalen dat de volgende co-ouderschapsregeling wordt vastgesteld tussen de vader en de kinderen zoals in haar verzoek in de voorlopige voorzieningenprocedure is omschreven:
- te bepalen dat de vakanties en feestdagen bij helfte worden verdeeld.
- te bepalen dat de minderjarige kinderen van partijen voorlopig worden toevertrouwd aan de vader;
- een voorlopige zorgregeling tussen de kinderen van partijen en hun moeder vast te stellen conform randnummer 80 van het verweerschrift in de bodem, tevens houdende een nadere schriftelijke reactie en wijziging verzoek in de voorlopige voorzieningenprocedure, althans een voorlopige zorgregeling vast te stellen die de rechtbank juist acht;
- althans een beschikking met een gelijke strekking te geven;
- de proceskosten tussen partijen te compenseren.
- primairhet hoofdverblijf van de kinderen bij de moeder te bepalen,
subsidiairvast te stellen dat er geen sprake is van een hoofdverblijf van de kinderen,
meer subsidiairte bepalen dat het hoofdverblijf van [minderjarige B] bij de moeder wordt bepaald; - de moeder vervangende toestemming te verlenen om na de zomervakantie 2022 de minderjarige [minderjarige A] en [minderjarige B] in te schrijven op de basisschool “ [school X] ” in [plaats A] ;
- indien het primaire of subsidiaire verzoek ten aanzien van het hoofdverblijf wordt toegewezente bepalen dat de volgende co-ouderschapsregeling wordt vastgesteld tussen de vader en de kinderen:
indien het hoofdverblijf van de kinderen bij de vader wordt bepaald, te bepalen dat de volgende co-ouderschapsregeling wordt vastgesteld de aan de zijde van de moeder als volgt wordt uitgebreid:
- het hoofdverblijf van de kinderen te bepalen bij de vader;
- een voorlopige zorgregeling tussen de kinderen van partijen en hun moeder vast te stellen conform randnummer 80, namelijk als volgt:
- aan de vader, ter vervanging van de toestemming van de moeder, toestemming te verlenen om [minderjarige B] in te schrijven op basisschool " [school Z] " te [plaats B] ;
- althans een beschikking met een gelijke strekking te geven;
- de proceskosten tussen partijen te compenseren.
- de moeder [minderjarige A] op dinsdagochtend naar school brengt en vader [minderjarige A] na school ophaalt (om 14.30 uur) en de moeder ervoor zorgt dat [minderjarige B] op dat tijdstip ook bij de school van [minderjarige A] is;
- de vader [minderjarige A] op vrijdagochtend naar school brengt. [minderjarige B] blijft bij de vader thuis. De vader haalt [minderjarige A] na school weer op (om 14.30 uur) en brengt de kinderen vervolgens direct naar de moeder;
- de moeder [minderjarige A] op woensdagochtend naar school brengt. De vader haalt [minderjarige A] vervolgens na school op (om 12.15 uur). De moeder zorgt ervoor dat [minderjarige B] op dat tijdstop ook bij de school van [minderjarige A] is;
- de vader de kinderen op zondag om 17.30 uur naar de moeder brengt, met dien verstande dat hij om 17.30 uur zal vertrekken uit Hoogeloon. De kinderen hebben dan al gegeten bij de vader; en
a. door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak
b. door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.