Uitspraak
Onderlinge Verzekering Maatschappij
1.Het verloop van het geding
[eiser] heeft voorafgaand aan de mondelinge behandeling nog 5 producties in het geding gebracht (genummerd 11 tot en met 15) en Donatus heeft nog één aanvullende productie in het geding gebracht (productie 11). Alle genoemde producties zijn zowel aan de kantonrechter als aan partijen toegezonden.
2.De feiten
1 januari 1950 en in dienst op 31 december 2005”, waarvan Centraal Beheer Achmea de uitvoerder is. Dit pensioenreglement geldt vanaf 1 januari 2006.
3 december 2017 en luidt als volgt:
(…) De afgelopen jaren hebben wij uitvoerig met Donatus over dit onderwerp gediscussieerd en gecorrespondeerd. Een ding is voor alle betrokkenen niet in discussie geweest: de toeslagenregeling voor [eiser] en mij is de hoogste vanprijs-/loonindex met een max. van 4%. (…)”
1 januari 2006 tot en met 2020 steeds geïndexeerd geweest conform het hoogste indexcijfer.
3.Het geschil
Er is geen sprake van een onvoorwaardelijk toeslagbeding. Dat blijkt uit het gebruik van het woord ‘ambitie’ in het addendum en uit de passage waaruit volgt dat Donatus jaarlijks beslist in hoeverre de ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken aangepast worden.
4.De beoordeling
Indexeringsregeling voor ingegane pensioenen en premievrije pensioenaansprakenDe werkgever heeftde ambitieom de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken van gewezen deelnemers en gepensioneerden die behoren tot de directie aan te passen aan de loonontwikkeling in de cao. Daartoe wordtjaarlijksdoor de werkgever per 1 januarieen toeslag verleend van maximaal het hoogste van de stijging van het prijsindexcijfer en de loonontwikkeling in de cao, met een maximum van 4%.De werkgever beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken aangepast worden.
[eiser] stelt zich op het standpunt dat de e-mailwisseling niet buiten beschouwing kan worden gelaten, omdat juist deze duidelijk maakt wat partijen ten aanzien van de reikwijdte van het addendum zijn overeengekomen en meer in het bijzonder wat er verstaan moet worden onder hierin gebruikte term “ambitie”.
Weliswaar gaat het om een wijziging van een toeslagbeding dat aanvankelijk was vastgelegd in het pensioenreglement waarop [eiser] geen invloed heeft gehad, maar deze wijziging van het pensioenreglement is vastgelegd in een addendum waaraan slechts twee personen zijn gebonden, namelijk [eiser] en [A] , en waarover uitvoerig is gesproken en onderhandeld met alle betrokkenen. Aan de zijde van Donatus waren bij de onderhandelingen aanwezig [manager] , de manager Financiën en Control van Donatus en de heer [naam 2] , zelfstandig pensioenadviseur (hierna genoemd: “ [naam 2] ”), die ook tijdens de mondelinge behandeling namens Donatus aanwezig was. [naam 2] heeft verklaard dat de pensioenverzekeraar Centraal Beheer Achmea ook heeft ‘meegesproken. De onderliggende partijbedoeling is dus voor alle betrokkenen kenbaar geweest.
Die ambitie is niet afhankelijk van veranderende inzichten van de directie of remuneratiecommissie, maar heeft betrekking op een eventuele slechte bedrijfseconomische situatie van onze Maatschappij. Gelukkig verkeert Donatus nog altijd in een zeer gezonde financiële situatie.”
Daarom ontvang ik van jullie beiden als antwoord graag een akkoord op het addendum”. Volgens de onweersproken verklaring van [eiser] tijdens de mondelinge behandeling zijn hij en [A] op 3 december 2017 akkoord gegaan met het addendum.
1 januari 2021 aan [eiser] dient te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf datum dagvaarding (20 mei 2021) tot aan de dag der voldoening, is dan ook toewijsbaar.