ECLI:NL:RBOBR:2022:1257

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
7 april 2022
Publicatiedatum
5 april 2022
Zaaknummer
9310955 CV EXPL 21-3160
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een overeenkomst voor de levering en montage van producten door tekortkomingen in nakoming

In deze civiele zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Oost-Brabant op 7 april 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en gedaagden, waaronder de coöperatie Coöperatieve Vereniging OranjeBouw U.A. en andere vennootschappen. Eiseres had een overeenkomst gesloten met OranjeBouw voor de levering en montage van schuifpuien, ramen en deuren. Eiseres stelde dat gedaagde partij op verschillende punten tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst, wat leidde tot een vordering tot ontbinding van de overeenkomst en terugbetaling van een bedrag van € 23.785,00. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake was van meerdere tekortkomingen in de nakoming van de overeenkomst, waaronder het niet leveren van de juiste producten en gebrekkige uitvoering van de werkzaamheden. De kantonrechter oordeelde dat de tekortkomingen zodanig waren dat deze een ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigden. Eiseres had bovendien aangetoond dat zij door de vertraging in de uitvoering van de werkzaamheden dubbele woonlasten had moeten dragen en dat nakoming niet meer mogelijk was. De vordering van eiseres werd toegewezen, en de overeenkomst werd ontbonden. Gedaagde werd veroordeeld tot terugbetaling van het door eiseres betaalde bedrag, verminderd met de waarde van de geleverde werkzaamheden. De proceskosten werden eveneens aan gedaagde opgelegd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
Zaaknummer: 9310955 \ CV EXPL 21-3160
Vonnis van 7 april 2022
in de zaak van:
[eiseres] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
gemachtigde: [gemachtigde] ,
tegen:

1.de coöperatie Coöperatieve Vereniging OranjeBouw U.A.,

gevestigd en kantoorhoudende te Hedel,

2. de vennootschap onder firma [gedaagde sub 2] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,

3. [gedaagde sub 3] ,

wonende te [woonplaats] ,

4. [gedaagde sub 4] ,

wonende te [woonplaats] ,

5. de besloten vennootschap Oranje Trading B.V.,

gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,

5. de besloten vennootschap [gedaagde sub 5] ,

gevestigd en kantoorhoudende te Hedel,

6. de besloten vennootschap [gedaagde sub 6] ,

gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
gedaagden,
gemachtigde: mr. F.J.M. van Rossem.
Eiseres wordt hierna [eiseres] genoemd. Gedaagden worden hierna OranjeBouw, [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] , Oranje Trading, [gedaagde sub 5] , [gedaagde sub 6] of (gezamenlijk) OranjeBouw c.s. genoemd.

1.De procedure

1.1.
Op 11 november 2021 is in deze zaak een tussenvonnis gewezen. In dat tussenvonnis staan de processtukken opgesomd die tot op dat moment tussen partijen zijn gewisseld. Verder is in dat tussenvonnis bepaald dat een mondelinge behandeling (zitting) zal worden gehouden.
1.2.
Die zitting heeft op 10 maart 2022 plaatsgevonden. [eiseres] is verschenen, bijgestaan door [gemachtigde] voornoemd, en [gedaagde sub 3] en [gedaagde sub 4] zijn verschenen, mede namens de overige gedaagden en bijgestaan door mr. Van Rossem voornoemd. Tijdens de zitting heeft [eiseres] een drietal producties meegenomen en ingediend. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen tijdens de zitting naar voren hebben gebracht.
1.3.
Aan het slot van de zitting heeft de kantonrechter beslist dat schriftelijk uitspraak zal worden gedaan.

2.De feiten

2.1.
Tussen partijen staan de navolgende feiten vast.
2.2.
Op 5 september 2019 hebben [eiseres] en OranjeBouw een overeenkomst gesloten voor de levering en montage van schuifpuien, ramen en deuren met toebehoren (hierna: de overeenkomst). OranjeBouw heeft een offerte 2019.2138.4.P (volgens de brief gaat het om een opdrachtbevestiging) opgemaakt voor een totaalbedrag van € 26.862,00. Op de door [eiseres] en OranjeBouw c.s. overgelegde offertes staan verschillende handgeschreven opmerkingen/aantekeningen.
2.3.
OranjeBouw is in februari 2020 gestart met het uitvoeren van de werkzaamheden.
2.4.
Begin april zijn de eerste producten door OranjeBouw geleverd. Vervolgens hebben [eiseres] en OranjeBouw meerdere malen via e-mail, telefonisch en op de bouw overleg gehad over niet geleverde producten en over producten die wel geleverd zijn maar die volgens [eiseres] niet overeenkomen met hetgeen is afgesproken en vastgelegd in de offerte. Ook klaagt [eiseres] over de wijze hoe de producten zijn gemonteerd.
2.5.
De laatste werkzaamheden door OranjeBouw zijn verricht in juni 2020. Op 15 september 2020 zou OranjeBouw nog zetwerk verrichten, maar deze afspraak is door [eiseres] afgezegd. Het werk is nooit opgeleverd.
2.6.
Op verzoek van [eiseres] heeft [A] , werkzaam bij ZNEB Expertise en Taxatie, op 11 november 2020 een onderzoek uitgevoerd naar de door OranjeBouw geleverde producten en verrichte werkzaamheden. [gedaagde sub 3] was namens OranjeBouw bij deze inspectie aanwezig. [A] heeft een rapport opgemaakt d.d. 4 januari 2021 (hierna: Expertiserapport).
2.7.
Vervolgens hebben [eiseres] en OranjeBouw met elkaar gecorrespondeerd over de uitkomsten van het Expertiserapport en hoe partijen nu verder zullen gaan. OranjeBouw heeft daarbij aangegeven (enkele) gebreken te willen herstellen en [eiseres] heeft OranjeBouw de keuze gegeven dat of de gebreken door een derde op kosten van OranjeBouw worden hersteld of dat OranjeBouw [eiseres] schadeloos stelt.
2.8.
[eiseres] heeft in totaal een bedrag van € 25.518,90 aan OranjeBouw betaald.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter:
I. de overeenkomst ontbindt;
II. OranjeBouw c.s. veroordeelt om aan [eiseres] te betalen een bedrag van € 23.785,00;
onder veroordeling van OranjeBouw c.s. in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vorderingen, kort gezegd, het volgende ten grondslag.
[eiseres] heeft met OranjeBouw een overeenkomst gesloten voor de levering en montage van schuifpuien, ramen en deuren. Diverse producten zijn niet of niet volgens de overeenkomst geleverd en de werkzaamheden zijn gebrekkig uitgevoerd. OranjeBouw is daardoor tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen. [eiseres] heeft OranjeBouw diverse malen de mogelijkheid gegeven om alsnog correct na te komen, maar OranjeBouw heeft van die mogelijkheid geen gebruik gemaakt. [eiseres] wil daarom dat de overeenkomst wordt ontbonden. OranjeBouw c.s. dienen het door [eiseres] betaalde bedrag aan [eiseres] terug te betalen, onder vermindering van een bedrag van € 3.077,00, wat de waarde is van de werkzaamheden die aan OranjeBouw toekomt.
3.3.
OranjeBouw c.s. voeren het volgende verweer en concluderen tot afwijzing van de vorderingen.
De vordering ten aanzien van [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] , Oranje Trading, [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] moeten worden afgewezen, omdat er alleen een overeenkomst is tussen [eiseres] en OranjeBouw. Veel van de door [eiseres] genoemde gebreken zijn of geen gebreken, of ze zijn niet de verantwoordelijkheid van OranjeBouw of ze hadden al opgelost kunnen zijn. Een ontbinding van de overeenkomst is niet aan de orde, want de gebreken zijn veel te gering en hadden al hersteld kunnen zijn, aldus OranjeBouw. Zij is nog altijd bereid herstelwerkzaamheden uit te voeren.
3.4.
Op de overige stellingen van partijen wordt hierna – voor zover voor de beoordeling van belang – nader ingegaan.

4.De beoordeling

De vordering ten aanzien van [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] , Oranje Trading, [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6]

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat [eiseres] een overeenkomst heeft gesloten met OranjeBouw. Volgens OranjeBouw c.s. moet de vordering daarom in ieder geval ten aanzien van [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] , Oranje Trading, [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] worden afgewezen.
4.2.
De kantonrechter volgt dit verweer van OranjeBouw c.s. [eiseres] heeft niet onderbouwd waarom zij de vordering naast OranjeBouw ook heeft ingesteld ten aanzien van de andere gedaagde partijen. Zij benoemt alleen dat [gedaagde sub 4] en [gedaagde sub 3] bestuurders zijn van OranjeBouw, dat zij samen de vennoten zijn van [gedaagde sub 2] , dat de facturen moeten worden voldaan aan Oranje Trading en dat [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] bestuurders zijn van Oranje Trading. [eiseres] verbindt daar echter geen consequenties aan. Ook stelt zij niet waarom deze partijen naast OranjeBouw verplicht zouden zijn het door [eiseres] betaalde bedrag (onder vermindering van een bedrag) aan haar terug te betalen. Niet is gesteld of gebleken dat er bijvoorbeeld sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid of contractsovername door één van deze partijen.
4.3.
De vordering ten aanzien van [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] , Oranje Trading, [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] zal daarom worden afgewezen.
De kwalificatie van de overeenkomst
4.4.
Om te kunnen vaststellen welke wettelijke bepalingen op de tussen [eiseres] en OranjeBouw gesloten overeenkomst van toepassing zijn, zal de kantonrechter eerst ingaan op de juridische kwalificatie van de overeenkomst.
4.5.
De overeenkomst voldoet volgens de kantonrechter aan de omschrijving van twee door de wet geregelde bijzondere soorten van overeenkomsten, namelijk de koopovereenkomst (voor wat betreft de levering van schuifpuien, ramen en deuren) en de overeenkomst van aanneming van werk (voor de montage van die producten). Dat betekent dat sprake is van een gemengde overeenkomst, zodat volgens artikel 6:215 van het Burgerlijk Wetboek (BW) de bepalingen van zowel koop als aanneming van werk naast elkaar op de overeenkomst van toepassing zijn, behoudens voor zover de bepalingen niet verenigbaar zijn of de strekking daarvan in verband met de aard van de overeenkomst zich tegen toepassing verzet.
De door [eiseres] gestelde tekortkomingen
4.6.
[eiseres] stelt dat diverse producten niet of niet volgens de overeenkomst zijn geleverd en de werkzaamheden gebrekkig zijn uitgevoerd en dat zij daarom wil dat de overeenkomst wordt ontbonden.
4.7.
In artikel 6:265 lid 1 BW is bepaald dat iedere tekortkoming van een partij (OranjeBouw) in de nakoming van een van haar verbintenissen de wederpartij ( [eiseres] ) de bevoegdheid geeft om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. Voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, ontstaat volgens lid 2 de bevoegdheid tot ontbinding pas, wanneer de schuldenaar (OranjeBouw) in verzuim is.
4.8.
Voor de door [eiseres] gestelde tekortkomingen zullen hierna afzonderlijk worden beoordeeld of OranjeBouw is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst. Vervolgens zal worden beoordeeld of OranjeBouw in verzuim is geraakt en of de tekortkomingen een ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt.
Type beglazing
4.9.
[eiseres] stelt dat de geleverde beglazing afwijkt van het type beglazing wat tussen partijen zijn overeengekomen. Zij heeft namelijk met OranjeBouw afgesproken dat OranjeBouw ClimaPlus Sun beglazing zou leveren. In de schuifpuien, ramen en deuren zit echter andere beglazing. Ter onderbouwing verwijst [eiseres] naar het Expertiserapport. De kantonrechter citeert uit het rapport:
“Merk S01-a (foto 9)
(…)
De beglazing was uitgevoerd in beglazing van Saint Gobain type Temp 6- KN166 / 15A / 33.2 (…) Dit toegepaste type beglazing heeft een andere specificatie als de in opdracht door Oranjebouw opgenomen beglazing. De in opdracht opgenomen beglazing was van het merk Saint Gobain van het type 33.2 / 16A / 6 ESC Climaplus Sun.
Blijkens de flyer heeft de Climaplus Sun beglazing een hogere daglichttoetreding (LT = 72%) dan in vergelijk met KN166 beglazing (LT = 61%) en is Climplus Sun beter zonnewarmtewerend (g = 0.38) in vergelijk met de toegepaste beglazing (g = 0.39). Hoe lager de g-waarde, hoe minder zonnewarmte er in de woning binnen komt.
(…)
- Toegepast type beglazing afwijkend van de beglazing conform opdracht.
(…)
Merk S01-b (foto 19)
(…) De beglazing was uitgevoerd in beglazing van Saint Gohain type Temp 6- KN166 / 15A / 33.2
(…)
- Toegepast type beglazing afwijkend van de beglazing conform opdracht.
(…)
Merk K02 (foto 39)
(…)
De toegepaste beglazing was identiek aan de overige geplaatste beglazing met type Temp 6- KN166 / 15A / 33.2.
(…)
- Toegepast type beglazing afwijkend van de beglazing conform opdracht.
(…)
Merk K03 en K04-a/b (foto 43)
(…) De toegepaste beglazing was identiek aan de overige geplaatste beglazing (Temp 6 - KN166 / 15A / 33.2)
(…)
- Toegepast type beglazing afwijkend van de beglazing conform opdracht.
(…)
Merk K05 (foto 53)
(…) In zowel het vaste deel als het klepraam was de toegepaste beglazing identiek aan de overige geplaatste beglazing (Temp 6 - KN166 / 15A / 33.2).
(…)
- Toegepast type beglazing afwijkend van de beglazing conform opdracht.
(…)
Merk K06 (foto 60)
(…) In zowel het vaste deel als het draaikiepraam was de toegepaste beglazing identiek aan de overige geplaatste beglazing (Temp 6 - KN166 / 15A / 33.2).
(…)
- Toegepast type beglazing afwijkend van de beglazing conform opdracht.
(…)
Merk K07-a (foto 66)
(…) Het draairaam was voorzien met beglazing identiek aan de overige geplaatste beglazing (Temp 6 - KN166 / 15A / 33.2).
(…)
- Toegepast type beglazing afwijkend van de beglazing conform opdracht.
(…)
Merk K07-b (foto 69)
(…)
- Toegepast type beglazing afwijkend van de beglazing conform opdracht.
(…)
Merk K08
(…)
- Toegepast type beglazing afwijkend van de beglazing conform opdracht.
(…)”
4.10.
OranjeBouw erkent dat door haar andere beglazing is geleverd dan is afgesproken in de overeenkomst.
4.11.
Voor de beoordeling of sprake is van een tekortkoming is bepalend wat partijen zijn overeengekomen. Omdat is overeengekomen dat OranjeBouw ClimaPlus Sun beglazing zou leveren, maar in plaats daarvan andere beglazing is geleverd, is op dit punt sprake van een tekortkoming. Dat OranjeBouw heeft aangeboden om of extra korting te geven op de geleverde beglazing of om de geleverde beglazing te vervangen door andere beglazing die volgens haar dezelfde specificaties heeft als de ClimaPlus Sun beglazing, maakt dat niet anders.
Profielen
4.12.
[eiseres] stelt dat OranjeBouw een kozijnprofiel heeft toegepast waaraan een losse aanslag is gemonteerd, terwijl partijen zijn overeengekomen dat zou worden gekozen voor een profiel met (vaste) aanslag. Een losse aanslag doet esthetisch afbreuk aan de uitstraling van de kozijnen. Ter onderbouwing verwijst [eiseres] naar het Expertiserapport. De kantonrechter citeert uit het rapport:
CONSTATERINGEN/SCHOUWING
(…)
Gezien het KOMO attest met nummer SKG.0837.0232.04.NL (Revnaers Aluminium NV -
gevelelementen van aluminium uit het CS38 SL en SL38 systeem) zijn de profielen in onze optiek opgebouwd uit een profiel zonder aanslag 403.01 36.xx en uitgebreid met een los hulpprofiel (403.0630.xx) welke dienst doet als aanslag.
(…)
Wij maten bij het naar binnen opengaande element (voordeur) dat de vlakke zijde van het profiel inclusief losse aanslag circa 40 mm betrof, dit in tegenstelling tot een SL38 Classic profiel type 403.0236.xx met een vaste aanslag waarbij deze maat circa 31 mm is.”
(…)
Daar het merk Reynaers een type SL38 kozijnprofiel met een vaste aanslag in het assortiment heeft (…)
(…)
Het werk van OranjeBouw vertoonde diverse gebreken waaronder een samengestelde profilering als aanslag van de aluminium kozijnen (…)”
4.13.
Volgens OranjeBouw is het gebruik van een losse aanslag geen gebrek, want partijen hebben niet afgesproken of er zou worden gekozen voor een vaste of losse aanslag. Er is door OranjeBouw bewust voor een losse aanslag gekozen, om het slanke minimalistische aanzicht van het kozijn te behouden.
4.14.
Voor de beoordeling of sprake is van een tekortkoming is bepalend wat partijen zijn overeengekomen. In de offerte staat dat OranjeBouw “SL38 deurkozijn met aanslagprofiel” en ”SL38 met aanslagprofiel” zal leveren. De vraag hoe in een schriftelijke overeenkomst de verhouding van partijen is geregeld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van die overeenkomst. Voor de beantwoording van die vraag komt het aan op de betekenis die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs van elkaars verklaringen en gedragingen mochten toekennen en van wat zij in dat verband redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten (de Haviltex-maatstaf).
4.15.
De kantonrechter is van oordeel dat bij het aangaan van de overeenkomst het voor [eiseres] en OranjeBouw duidelijk moet zijn geweest dat in de offerte een SL38 kozijn met een vast aanslagprofiel is bedoeld. OranjeBouw heeft ter zitting verklaard dat Reynaers geen profiel met vaste aanslag produceert. OranjeBouw heeft daarom gekozen voor de meest smalle optie, namelijk het door haar geleverde losse profiel. Dit is volgens haar ook gebruikelijk. [eiseres] heeft dit gemotiveerd weersproken. Uit het Expertiserapport blijkt namelijk dat Reynaers wel een SL38 kozijn heeft met een vast aanslagprofiel en dat dat kozijn bovendien smaller is (volgens het Expertiserapport 31 mm) dan de door OranjeBouw geleverde kozijnen inclusief los profiel (volgens het Expertiserapport in ieder geval bij de voordeur 40 mm). Bovendien staat in het Expertiserapport dat OranjeBouw heeft gekozen voor een los hulpprofiel welke dienst doet als aanslag. Dat is niet door OranjeBouw betwist. [eiseres] mocht dan ook verwachten dat met de woorden ‘met aanslagprofiel’ een vast aanslagprofiel was bedoeld, en niet een los (hulp)profiel, en dat OranjeBouw dus kozijnen met een vast aanslagprofiel zou leveren. Waarom OranjeBouw in afwijking van de overeenkomst toch voor een los profiel heeft gekozen, is niet door OranjeBouw inzichtelijk gemaakt.
4.16.
Uit het voorgaande vloeit voort dat [eiseres] erop mocht vertrouwen dat kozijnen met een vast aanslagprofiel zouden worden geleverd. Omdat in plaats daarvan kozijnen zijn geleverd met een los profiel, is er op dit punt sprake van een tekortkoming.
Beslag
4.17.
[eiseres] stelt dat geen deurbeslag is geleverd, dat verkeerd beslag is geleverd en dat twee kozijnen die zouden worden uitgevoerd met een draaikiepraam zijn uitgevoerd met een naar binnen draaiend raam. Ter onderbouwing verwijst [eiseres] naar het Expertiserapport. De kantonrechter citeert uit het rapport:
Merk K01 (foto 28)
Het aluminium kozijn was een naar binnen draaiend deurelement (voordeur) en was voorzien van mat glas, waarbij het deurbeslag ontbrak.
(…)
- Deurduwer en deurkruk ontbraken op de deurvleugel.
(…)
Merk K02 (foto 39)
Het aluminium kozijn was een naar buiten draaiend deurelement en was voorzien van helder glas, waarbij het beslag van de deur ontbrak.
(…)
- Deurbeslag ontbrak op de deurvleugel.
(…)
Merk K05 (foto 53)
(…) Volgens [eiseres] was de bediening van het klepraam in de verkeerde uitvoering geleverd en gemonteerd (foto 58).
(…)
- Raamkruk afwijkend van de keuze [eiseres] .
(…)
Merk K06 (foto 60)
(…)
Het sluitwerk van het draaikiepraam was uitgevoerd in merk Sohinco type 365 (foto 65), wat gezien de specificatie een kunststof espagnoletsluiting is met een inbraakwerendheid van SKG twee sterren dan wel RC-2 (Resistance Class).
[eiseres] verklaarde een hogere klasse afgesproken te hebben met OranjeBouw, te weten SKG drie sterren. Gezien de aan ons verstuurde bescheiden met betrekking tot de keuze van het beslag (Beslagoverzicht Reynaers) was dit SKG drie sterren.
(…)
- Raamkruk afwijkend van de keuze [eiseres] en inbraakwerendheid afwijkend.
(…)
Merk K07-a (foto 66)
Het aluminium kozijn was uitgevoerd middels een naar binnen draaiend raam. (…) Gezien het tekenwerk van OranjeBouw en de offerte OranjeBouw met referentie 2019.2138.4.P en
datum 5 september 2019 diende dit merk uitgevoerd te worden als een draaikiepraam.
(…)
- Kozijn met draairaam in plaats van draaikiepraam.
(…)
- Raamkruk afwijkend van de keuze [eiseres] en inbraakwerendheid afwijkend.
(…)
Merk K07-b (foto 69)
Het aluminium kozijn was eveneens zoals merk K07-a uitgevoerd middels een naar binnen draaiend raam en diende uitgevoerd te worden als een draaikiepraam (…)
(…)
- Kozijn met draairaam in plaats van draaikiepraam.
(…)
- Raamkruk afwijkend van de keuze [eiseres] en inbraakwerendheid afwijkend.
(…)
Merk K08 (foto 74)
(…)
- Raamkruk afwijkend van de keuze [eiseres] en inbraakwerendheid afwijkend.
(…)”
4.18.
OranjeBouw erkent dat er geen deurbeslag is geleverd, dat er verkeerd beslag is geleverd en dat twee kozijnen die zouden worden uitgevoerd met een draaikiepraam zijn uitgevoerd met een naar binnen draaiend raam, zoals genoemd in het Expertiserapport.
4.19.
Voor de beoordeling of sprake is van een tekortkoming is bepalend wat partijen zijn overeengekomen. OranjeBouw erkent dat zij een aantal producten niet of niet juist heeft geleverd, dus er is op dit punt sprake van een tekortkoming.
Overige gestelde gebreken
4.20.
De overige door [eiseres] gestelde gebreken zullen, gelet op hetgeen hierna volgt, buiten beschouwing worden gelaten.
Verzuim
4.21.
De kantonrechter stelt vast dat OranjeBouw in de gelegenheid is gesteld om alsnog aan haar verplichting te voldoen. Allereerst heeft [eiseres] diverse malen bij OranjeBouw geklaagd over de verkeerd of niet geleverde producten, zoals bij e-mails van 8 april 2020, 12 mei 2020, 15 mei 2020, 10 juni 2020, 21 juni 2020, 23 juni 2020 (P19), 29 juni 2020 (P21), 11 september 2020 (productie 9, 11, 12, 14, 15, 17, 19, 21, 24 bij dagvaarding)
Op 23 september 2020 heeft DAS namens [eiseres] een brief gestuurd naar OranjeBouw waarin onder andere wordt medegedeeld dat [eiseres] een bedrijf heeft ingeschakeld om het werk te inspecteren en dat OranjeBouw wordt gesommeerd om binnen twee weken schriftelijk te bevestigen dat zij aansprakelijkheid erkent en dat zij binnen zes weken na ontvangst van het expertiserapport overeenkomstig het gestelde in het rapport tot herstel/vervanging zal overgaan. Ook is in de brief vermeldt dat als DAS niet (tijdig) een schriftelijke bevestiging ontvangt OranjeBouw in verzuim verkeerd en dat [eiseres] zich het recht voorbehoudt om dan de overeenkomst (gedeeltelijk) te ontbinden of een derde in te schakelen om het gebrek te herstellen. Op 2 april 2021 heeft [gemachtigde] namens [eiseres] het Expertiserapport naar OranjeBouw gestuurd. Omdat OranjeBouw niet is overgegaan tot herstel van de hiervoor vastgestelde tekortkomingen, is OranjeBouw op grond van artikel 6:81, 82 en 83 aanhef en onder a BW in verzuim geraakt.
Ontbinding
4.22.
OranjeBouw beroept zich op de tenzij-bepaling van artikel 6:265 BW, waarin is bepaald dat de wederpartij ( [eiseres] ) niet de bevoegdheid heeft om de overeenkomst te ontbinden als de tekortkoming gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. OranjeBouw stelt dat de gebreken te gering zijn.
4.23.
Of een tekortkoming van te geringe betekenis is om een ontbinding te rechtvaardigen, hangt af van de omstandigheden van het geval. Alleen een tekortkoming van voldoende gewicht geeft recht op ontbinding van de overeenkomst. Ook de aard van de overeenkomst kan daarbij een rol kan spelen (HR 4 februari 2000, NJ 2000/562 (Mol/Meijer)) en in hoeverre de vertraging de belangen van de schuldeiser schaadt.
4.24.
De kantonrechter is van oordeel dat de hiervoor vastgestelde tekortkomingen van OranjeBouw een ontbinding van de overeenkomst rechtvaardigt. Het grootste deel van de overeenkomst ziet op de koop van producten, te weten schuifpuien, ramen en deuren met toebehoren. Al die producten hebben de tekortkoming met betrekking tot de beglazing en het kozijnprofiel en aanslag. Bovendien is OranjeBouw in februari 2020 begonnen met haar werkzaamheden, maar is zij tot op heden nog niet overgegaan tot de levering van alle overeengekomen producten. Volgens haar heeft ze wel enkele producten klaar staan en kunnen er nog producten worden besteld. Dat OranjeBouw na ontvangst van het Expertiserapport niet zelf tot actie is overgegaan, vindt de kantonrechter onbegrijpelijk. Zeker omdat OranjeBouw ook enkele gebreken erkent had het op de weg van OranjeBouw gelegen om contact op te nemen met [eiseres] om een afspraak te maken om tot herstel over te gaan. Daarnaast is van belang dat [eiseres] , onweersproken, heeft aangevoerd dat door deze vertraging andere werkzaamheden zoals het aanbrengen van stukwerk en de plaatsing van de badkamer en keuken vertraging heeft opgelopen en dat zij een lange tijd dubbele woonlasten heeft gehad. Ook is reeds nakoming niet meer mogelijk, omdat [eiseres] inmiddels bij een derde partij de producten heeft gekocht en laten monteren. In de gestelde omstandigheden en gelet op het tijdsverloop kon van [eiseres] niet redelijkerwijs worden verwacht dat zij bleef wachten op OranjeBouw.
Conclusie
4.25.
Op grond van de hiervoor vastgestelde tekortkomingen zal de kantonrechter de overeenkomst tussen [eiseres] en OranjeBouw ontbinden. Dit betekent dat de over en weer geleverde prestaties ongedaan gemaakt moeten worden. OranjeBouw zal dan ook worden veroordeeld tot terugbetaling van het door [eiseres] betaalde bedrag. Omdat [eiseres] een bedrag van € 25.518,90 heeft betaald, maar een bedrag van € 23.785,00 heeft gevorderd, zal dit laatste bedrag worden toegewezen.
De proceskosten
4.26.
OranjeBouw krijgt ongelijk en zal daarom worden veroordeeld in de proceskosten. Die kosten worden aan de kant van [eiseres] begroot op € 109,71 aan dagvaardingskosten, € 507,00 aan griffierecht en € 996,00 aan salaris gemachtigde (2 punten, € 498,00 per punt).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering ten aanzien van [gedaagde sub 2] , [gedaagde sub 3] , [gedaagde sub 4] , Oranje Trading, [gedaagde sub 5] en [gedaagde sub 6] af;
5.2.
ontbindt de overeenkomst tussen [eiseres] en OranjeBouw van 5 september 2019;
5.3.
veroordeelt OranjeBouw om aan [eiseres] te betalen de som van € 23.785,00;
5.4.
veroordeelt OranjeBouw in de kosten van de procedure, aan de zijde van [eiseres] tot heden begroot op € 109,71 aan explootkosten, € 507,00 aan griffierecht en € 966,00 als bijdrage in het salaris van de gemachtigde (niet met btw belast);
5.5.
verklaart dit vonnis, voor zover het de veroordelingen betreft, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. van den Berk, en in het openbaar uitgesproken op 7 april 2022.