Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 maart 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Eindhoven, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
geen aanleiding.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, staat de waarde van een woning centraal, vastgesteld op de waardepeildatum van 1 januari 2019. Eiser, eigenaar van de woning, betwist de door de heffingsambtenaar van de gemeente Eindhoven vastgestelde waarde van € 260.000, die is gebaseerd op een permanente marktanalyse en vergelijkingsobjecten. De rechtbank heeft de zaak op 30 maart 2022 behandeld, waarbij partijen de gelegenheid kregen om de onderbouwing van de indexcijfers te bespreken. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar zijn bewijslast heeft voldaan en dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. Eiser heeft geen overtuigende argumenten aangedragen om de door de gemeente vastgestelde waarde te weerleggen. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.