Op 23 februari 2022 heeft de Rechtbank Oost-Brabant in 's-Hertogenbosch een bevel tot gevangenhouding uitgesproken in de strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1978 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, die momenteel gedetineerd is in P.I. Alphen. De raadsman van de verdachte, mr. Y. Quint, heeft verweer gevoerd tegen de gevangenhouding. De rechter-commissaris had eerder op 10 februari 2022 de bewaring bevolen. De officier van justitie heeft gevorderd de verdachte voor een periode van 90 dagen gevangen te houden. De rechtbank heeft het strafdossier bestudeerd en zowel de officier van justitie als de raadsman gehoord.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de ernstige bezwaren tegen de verdachte, die eerder hebben geleid tot het bevel tot bewaring, nog steeds bestaan. Dit is onderbouwd door bevindingen uit een in beslag genomen telefoon van de verdachte, waarin notities zijn aangetroffen die wijzen op betrokkenheid bij een crimineel samenwerkingsverband. Daarnaast zijn er observaties gedaan van verdachte en medeverdachten die betrokken waren bij drugshandel. De rechtbank heeft ook de inhoud van (encro)chatberichten in overweging genomen, die in combinatie met andere bewijsmiddelen ernstige bezwaren opleveren.
De rechtbank heeft de recidivegrond in aanmerking genomen, gezien het lucratieve karakter van de drugshandel en het criminele samenwerkingsverband. De artikelen 65, 66, 67, 67a en 78 van het Wetboek van Strafvordering zijn hierbij relevant. De rechtbank heeft besloten de gevangenhouding van de verdachte te bevelen voor een termijn van 90 dagen, en deze beslissing is genomen in raadkamer op 23 februari 2022.